Dit wetsvoorstel wijzigt de Mediawet in verband met een bezuiniging op de publieke omroep. Er wordt gekort op de rijksomroepbijdrage en hiermee in beginsel op alle organisaties en instellingen die uit de mediabegroting worden gefinancierd. Overeenkomstig het regeerakkoord worden de bezuinigingen primair opgevangen door (efficiency)verbetering van de organisatie van het publieke omroepbestel.
Het voorstel wijzigt ook de verdeling van de verantwoordelijkheid tussen het Commissariaat voor de Media en de raad van bestuur van de NOS ten aanzien van het nemen van beslissingen over het terugvorderen van aan omroepinstellingen ter beschikking gestelde gelden die zijn gebruikt voor een ander doel dan waarvoor ze zijn gegeven.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 22 januari 2004 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 februari 2004 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 94 van 16 maart 2004.
ingediend
8 september 2003titel
Wijziging van de Mediawet in verband met verlaging van de rijksomroepbijdrageschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2003, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2004.
2
-
-
22 januari 2004
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2003/2004, nr. 42, blz: 2957