Dit wetsvoorstel past bestaande wetgeving (onder andere de pensioenwetgeving) aan aan wetsvoorstel Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (19.529). Het voorstel voorziet daarnaast in de inwerkingtreding van wetsvoorstel 19.529 en de daadwerkelijke invoeging van de titels 7.17 en 7.18 in Boek 7 Burgerlijk Wetboek.
Daarnaast worden de noodzakelijke overgangsrechtelijke bepalingen grotendeels opgenomen in de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek en worden enkele wenselijk geachte wijzigingen in wetsvoorstel 19.529 aangebracht.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 11 oktober 2005 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 19 december 2005 zonder stemming aangenomen.
De plenaire behandeling vond gezamenlijk plaats met wetsvoorstel Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (19.529).
ingediend
3 juni 2005titel
Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van de wet tot vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.17 en titel 7.18 Burgerlijk Wetboek)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Deze wet, alsmede het bij koninklijke boodschap van 16 mei 1986 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (Kamerstukken I 2002/03, 19.529, nr. 206), nadat het tot wet is verheven, treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
De beoogde datum van inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet (29.763) is 1 januari 2006. Omdat het in die wet neergelegde stelsel al is gebaseerd op het nieuwe verzekeringsrecht, dient ook gestreefd te worden naar de inwerkingtreding op uiterlijk 1 januari 2006 van wetsvoorstel 19.529, alsmede van het onderhavige voorstel. (TK 30.137, nr. 3)
9