Dit wetsvoorstel wijzigt een aantal onderwijswetten inzake de regeling van het persoonsgebonden nummer in het onderwijs.
De aanpassingen hebben betrekking op bepalingen die aan enkele onderwijswetten zijn of nog moeten worden toegevoegd op grond van de wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (WON) (25.828).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 20 april 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 23 mei 2006 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 288 van 27 mei 2006.
De inwerkingtreding van onderdelen van de wet is opgenomen in Staatsblad 690 van 20 december 2006.
De inwerkingtreding van artikelen en onderdelen van de wet is opgenomen in Staatsblad 341 van 27 september 2007.
ingediend
9 december 2005titel
Wijziging van diverse wetten in verband met enkele aanpassingen met betrekking tot persoonsgebonden nummers in het onderwijsschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
inwerkingtreding
-
1.Artikel I, onderdeel A, onderdeel B, punten 1 en 2 en punt 5 voor wat betreft de vernummering van het zevende lid tot negende lid en invoeging van een achtste lid in artikel 178a, en onderdeel D, artikel II, onderdeel A, onderdeel B, punten 1 tot en met 3 en punt 6 voor wat betreft de vernummering van het achtste lid tot tiende lid en de invoeging van een negende lid in artikel 164a, en onderdelen D en E, artikel V, onderdelen A tot en met D, onderdeel E, punten 1 en 2, en punt 5 voor wat betreft de vernummering van het vijfde lid tot achtste lid en invoeging van een zesde en zevende lid in artikel 7.52, en onderdelen G en H, en artikel VIII treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet is geplaatst. Artikel VIII, onderdeel D, werkt terug tot en met 1 februari 2006;
-
2.Artikel III, onderdeel A, onderdeel B, punt 1, onder a, punt 2 en punt 5 voor wat betreft de vernummering van het achtste lid tot tiende lid en invoeging van een negende lid in artikel 103b, en onderdelen D en E, artikel IV, onderdeel A, punten 1 en 2 en punt 4 voor wat betreft de vernummering van het zesde en zevende lid tot achtste en negende lid en invoeging van een zevende lid in artikel 2.3.6a, onderdelen C en D, onderdeel E, punten 1 en 2 en punt 5 voor wat betreft de vernummering van het zevende en achtste lid tot negende en tiende lid en invoeging van een achtste lid in artikel 2.5.5a, en onderdelen G, H en I, artikel VI, onderdeel B, punten 1 tot en met 6 en 8 tot en met 11, en onderdelen C en D, en artikel VII treden in werking met ingang van 1 augustus 2006. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 juli 2006, treden deze artikelen en onderdelen van artikelen in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werken zij terug tot en met 1 augustus 2006;
-
3.Artikel III, onderdeel B, punten 3 en 4 en punt 5 voor wat betreft de invoeging van een achtste lid in artikel 103b, en onderdeel C en artikel IV, onderdeel A, punt 3 en punt 4 voor wat betreft de invoeging van een zesde lid in artikel 2.3.6a, onderdeel B, onderdeel E, punten 3 en 4 en punt 5 voor wat betreft de invoeging van een zevende lid in artikel 2.5.5a, en onderdeel F, treden in werking met ingang van 1 augustus 2007;
-
4.Artikel I, onderdeel B, punten 3 en 4 en punt 5 voor wat betreft invoeging van een zevende lid in artikel 178a, en onderdeel C, artikel II, onderdeel B, punten 4 en 5 en punt 6 voor wat betreft invoeging van een achtste lid in artikel 164a, en onderdeel C, artikel III, onderdeel B, punt 1, onder b, artikel V, onderdeel E, punten 3 en 4 en punt 5 voor wat betreft invoeging van een vijfde lid in artikel 7.52, en onderdeel F, en artikel VI, onderdelen A, B, punt 7, en C, treden in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen van artikelen verschillend kan worden vastgesteld.
Er zijn drie soorten wijzigingen:
-
-aanpassingen die nodig zijn in verband met wijzigingen van onderwijswetten die ná de WON tot stand zijn gekomen (wijzigingen van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de leerlinggebonden financiering);
-
-aanpassingen waarvan de wenselijkheid is gebleken bij de toepassing van de regeling van het persoonsgebonden nummer in het voortgezet onderwijs en die nu zowel in de Wet op het voortgezet onderwijs als in de andere onderwijswetten worden aangebracht;
-
-aanpassingen waarvan de noodzaak of de wenselijkheid op andere wijze na de totstandkoming van de WON is gebleken (bijvoorbeeld het door de Informatie Beheer Groep beschikbaar stellen van gegevens aan gemeenten ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten).
3