Dit wetsvoorstel past een aantal artikelen uit de Wet op het onderwijstoezicht (WOT) aan. Met dit voorstel krijgen vertrouwensinspecteurs, die de Inspectie van het onderwijs kent, de bevoegdheid toegekend bijzondere persoonsgegevens (denk aan strafrechtelijke gegevens, gegevens betreffende iemands gezondheid en gegevens met betrekking tot iemands seksuele leven) te verwerken in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). Ook wordt de taak van de vertrouwensinspecteur uitgebreid ten behoeve van personen die in het onderwijs te maken krijgen met discriminatie of radicalisering.
Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan het Convenant inpassing Inspectie Landbouwonderwijs en Kennisprogramma's (LOK), worden de wettelijk geregelde tijdstippen voor aanbieding van het onderwijsverslag en vaststelling van het jaarwerkplan van de inspectie aangepast en wordt de mogelijkheid gecreëerd om meer dan drie leden te benoemen in de klachtadviescommissie voor de Inspectie van het onderwijs.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 15 juni 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 3 juli 2006 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 335 van 18 juli 2006.
ingediend
16 februari 2006titel
Wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht onder meer in verband met de bevoegdheid van de vertrouwensinspecteurs om bijzondere persoonsgegevens te verwerkenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
2
-
-
15 juni 2006
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2005/2006, nr. 91, blz: 5537