T00167

Toezegging bij gemeenten 3



Minister Dekker hoopt nog deze maand aan de Tweede Kamer een nota van wijziging te zenden, waarbij een regeling voor het projectbesluit in het wetsvoorstel Wro wordt ingevoegd. Daarmee wordt voor de gemeenten en initiatiefnemers een extra mogelijkheid gecreëerd om (bouw)projecten snel tot uitvoering te brengen, vooruitlopend op een wijziging van het bestemmingsplan. Verder bevat het wetsvoorstel een vérgaande mogelijkheid om uiteenlopende procedures te coördineren en samen te voegen. De toepassing van die regeling zal tot een aanmerkelijke procedureverkorting en een stroomlijning leiden.


Kerngegevens

Nummer T00167
Oorspronkelijke nummer tr_VRO_2004_20
Status voldaan
Datum toezegging 27 april 2004
Deadline 30 april 2004
Verantwoordelijke(n) Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Commissie commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Kamerstukken Begrotingsstaat Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 2004 (29.200 XI)


Uit de stukken

Handelingen EK 2003-2004, 26-1416

[…]

Antwoord van de minister

Ruimte

[…]

De heer Van Oosten heeft gewezen op veelal te lange procedures waaronder bezwaarprocedures. De heer Van Oosten vraagt tegen deze achtergrond of de nieuwe WRO in samenhang met andere wet- en regelgeving, deze bezwaren zal wegnemen?

Met de heer Van Oosten ben ik van mening dat verkorting van procedures een buitengewoon belangrijk punt is. De noodzaak tot verkorting van procedures wordt door het kabinet erkend en ook omgezet in concrete acties. Het voorstel voor de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, dat op 23 mei 2003 bij de Tweede Kamer is ingediend, bevat heel concrete voorstellen voor een aanzienlijke verkorting van de wettelijke procedures voor de ruimtelijke besluitvorming. Duurt de proceduretijd voor de totstandkoming van een bestemmingsplan onder de huidige WRO tussen de 41 en 60 weken, de nieuwe procedure duurt maximaal 22-26 weken. Ik hoop nog deze maand aan de Tweede Kamer een nota van wijziging te zenden, waarbij een regeling voor het projectbesluit in het wetsvoorstel Wro wordt ingevoegd. Daarmee wordt voor de gemeenten en initiatiefnemers een extra mogelijkheid gecreëerd om (bouw)projecten snel tot uitvoering te brengen, vooruitlopend op een wijziging van het bestemmingsplan. Verder bevat het wetsvoorstel een vérgaande mogelijkheid om uiteenlopende procedures te coördineren en samen te voegen. De toepassing van die regeling zal tot een aanmerkelijke procedureverkorting en een stroomlijning leiden.

Bij de gedachtevorming over fatale termijnen moet onderscheid worden gemaakt naar de soort van beslissing. De besluitvorming over bijvoorbeeld een vergunningaanvraag, waarbij reeds een vooraf gegeven toetsingskader voor handen is of soms zelfs sprake is van een gebonden besluit (bijv. de bouwvergunning), is van een andere orde dan bijv. een verzoek tot de wijziging van een bestemmingsplan. Juist dan is sprake van een open en menigmaal complexe afweging van soms zeer tegenstrijdige betrokken belangen. Een fatale termijn zou dan kunnen leiden tot een sterke eenzijdige bevoordeling van de initiërende burger ten nadele van het algemeen belang. Daarom heb ik in het wetsvoorstel voor een nieuwe Wro niet voor fatale termijnen gekozen.

[…]



Historie

  • 28 april 2004
    Voortgang:
    documenten:
    • -   
      2e Nota van Wijziging, 28916 nr.9
  • 27 april 2004
    toezegging gedaan