Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2011 van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Het voorstel (TK 32.500 III, nr. 1) is op 16 december 2010 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 25 januari 2011 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamercommissie voor Financiën heeft op 17 mei 2011 de brief van de minister-president, minister van Algemene Zaken, van 10 mei 2011 over onder andere toezegging T00947 (Gecoördineerd optreden bij crises), besproken en besloten deze toezegging als voldaan te beschouwen. De brief van de minister-president is opgenomen in het verslag van een schriftelijk overleg dat de Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ op 12 mei 2011 (EK 32.500 III, C) heeft uitgebracht.
De commissie voor Financiën heeft op 9 september 2011 nog een verslag van een schriftelijk overleg (EK 32.500, Y) met de minister-president, minister van Algemene Zaken, over deze toezegging uitgebracht. De commissie heeft dit verslag op 27 september 2011 voor kennisgeving aangenomen.
De Kamer heeft de minister-president, minister van Algemene Zaken, bij brief van 3 februari 2011 (EK 32.500 III, B) geïnformeerd over de door de Eerste Kamer gevoerde procedure na ontvangst van een lijst met spoedeisende wetsvoorstellen die voor het zomerreces afgewikkeld zouden moeten worden .
ingediend
21 september 2010titel
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken en van het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2011schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.
2