Met dit wetsvoorstel wordt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) aangepast.
Het planologisch regime van gronden en opstallen, en niet langer het feitelijke gebruik daarvan, wordt bepalend voor de mate van bescherming tegen hinder van geluid, geur en fijn stof. Verder heeft het wetsvoorstel specifiek betrekking op zogenaamde plattelandswoningen. Dat zijn (voormalige) agrarische bedrijfswoningen die (tevens) door derden mogen worden bewoond. Dit wetsvoorstel regelt dat deze woningen niet worden beschermd tegen milieugevolgen van het bijbehorende bedrijf.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 33.078, nr. 2) is op 14 juni 2012 aangenomen door in de Tweede Kamer. SP, PvdA, D66, VVD, SGP, ChristenUnie, CDA, PVV en het lid Brinkman stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 juli 2012 als hamerstuk afgedaan. De fractie van GroenLinks is daarbij aantekening verleend.
ingediend
7 november 2011titel
Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en enkele andere wetten om de planologische status van gronden en opstallen bepalend te laten zijn voor de mate van milieubescherming alsmede om de positie van agrarische bedrijfswoningen aan te passen (plattelandswoningen)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Infrastructuur en Milieu
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
13