Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet op het financieel toezicht en een aantal andere wetten. Het voorstel implementeert in de Nederlandse wetgeving de richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) Nr. 1060/2009 en (EU) Nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174).
De richtlijn voorziet in een geharmoniseerd kader voor de vergunningverlening aan en het toezicht op beheerders van beleggingsinstellingen en beoogt de desbetreffende risico's en de gevolgen ervan voor de beleggers en markten in de Europese Unie op samenhangende wijze aan te pakken. De richtlijn biedt een regelgevend kader voor beheerders van beleggingsinstellingen, niet zijnde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) die tot dusver niet onder een Europees kader vielen. Een deel van deze beheerders viel in Nederland wel onder het «nationale regime» voor beleggingsinstellingen. Beheerders van icbe’s vallen buiten het toepassingsbereik van deze richtlijn omdat deze beheerders reeds onder het toepassingsbereik van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten (nr. 2009/65/EG) vallen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.235, A met nota van verbetering EK 33.235, C) is op 2 oktober 2012 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 juni 2013 als hamerstuk afgedaan.
De afhandeling door de Eerste Kamer van het voorstel als hamerstuk was oorspronkelijk voorzien voor 23 oktober 2012. Het voorstel is toen echter op verzoek van de CDA-fractie die dag van de plenaire agenda afgevoerd.
De Eerste Kamercommissie voor Financiën heeft op 5 februari 2013 het verslag van het schriftelijk overleg met de minister van Financiën van 25 januari 2013 (EK 33.235, E) naar aanleiding van het verslag van het schriftelijk overleg met de minister van 6 december 2012 (EK 33.235, D met bijlage) over dit wetsvoorstel, voor kennisgeving aangenomen. De commissie besloot de behandeling van dit wetsvoorstel aan te houden en de novelle Implementatie richtlijn Europese Unie inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (33.589) af te wachten.
ingediend
19 april 2012titel
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek, de Wet op de economische delicten en enige fiscale wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) Nr. 1060/2009 en (EU) Nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Deze wet, met uitzondering van artikel I, onderdelen AJ, AO, AP, AT en BB, treedt in werking met ingang van 22 juli 2013. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 21 juli 2013, treedt zij, met uitzondering van artikel I, onderdelen AJ, AO, AP, AT en BB, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
-
2.Artikel I, onderdelen AJ, AO, AP, AT en BB, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.