Dit wetsvoorstel implementeert de herziene Procedurerichtlijn (2013/32/EU) en de herziene Opvangrichtlijn (2013/33/EU) in de Vreemdelingenwet 2000.
Met dit voorstel wordt het mogelijk asielzoekers af te wijzen wegens het niet-ontvankelijk verklaren, (kennelijk) ongegrond verklaren of het niet in behandeling nemen van de aanvraag. Ook komt er een nieuwe manier van rechterlijke toetsing van asielaanvragen. Daarnaast worden de gronden waarop schorsende werking bij beroep in eerste aanleg kan worden onthouden, aangepast.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 34.088, A) is op 21 april 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. De SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66, Van Vliet, 50PLUS, de Groep Kuzu/Öztürk, Klein, Houwers, de VVD, de SGP, de ChristenUnie en het CDA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft op 7 juli 2015 het voorstel zonder stemming aangenomen. De fractie van de PVV is daarbij aantekening verleend.
De tijdens het debat ingediende motie-Van Weerdenburg (PVV) c.s. inzake een asielstop en het investeren van daaruit voortvloeiende besparingen in ouderenzorg (EK 34.088, F) is na stemming bij zitten en opstaan verworpen. De fractie van de PVV stemde voor.
ingediend
24 november 2014titel
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PbEU 2013, L 180) en Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PbEU 2013, L 180)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
23