T02159

Toezegging Informeren over nadere afspraken (34.285/34.286)



De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Atsma (CDA), Nooren (PvdA), Gerkens (SP) en Bikker (ChristenUnie) toe haar te informeren over alle nadere afspraken rond de verwerving van de twee schilderijen, in het bijzonder over de consequenties van al dan niet gedeelde eigendom.


Kerngegevens

Nummer T02159
Status voldaan
Datum toezegging 6 oktober 2015
Deadline 1 juli 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden J.J. Atsma (CDA)
Mr. M.H. Bikker (ChristenUnie)
A.M.V. Gerkens (SP)
Drs. J.E.A.M. Nooren (PvdA)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Maerten Soolmans
Oopjen Coppit
Rembrandt van Rijn
Kamerstukken Incidentele suppletoire begroting Maerten Soolmans en Oopjen Coppit (34.286)
Incidentele suppletoire begroting inzake verwerving kunstwerk (34.285)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 3, item 4 - blz. 17

De heer Atsma (CDA): De minister geeft aan dat in het reguliere budget van het Rijksmuseum is voorzien in restauratie en onderhoud. Dat is helder. Dat is dan in elk geval minder dan 35 miljoen, want er zal ook voor andere kunstwerken het nodige over moeten blijven. De minister heeft nog niet gezegd hoe dat is geregeld met het Franse aandeel. Want ik mag aannemen dat dat op 50/50-basis gebeurt. Verder ben ik benieuwd welk tijdsbestek er is gemoeid met de restauratie en het eerste onderhoud, ook in relatie tot de tour. We weten allemaal wat een tour is, maar ik wil wel weten wat een tour door Nederland is. Wat betekent dat in de praktijk?

Minister Bussemaker: Ik ben heel graag bereid, de Kamer over alle afspraken die we gaan maken nader te informeren. Daar wil ik niet op vooruitlopen. Het gaat hier namelijk om heel specifieke deskundigheid. Ik ben zeer onder de indruk van de deskundigheid die we in het Rijksmuseum hebben. Daar heeft men een hele onderzoeksafdeling op dit terrein. We moeten daar de conclusies over wat verantwoord is laten. Vervolgens informeer ik de Kamer daar graag over. Vanzelfsprekend is het wenselijk dat beide musea die restauratie op zich nemen. Maar het is ook denkbaar dat, als beide schilderijen hier gerestaureerd worden, wij dat uit ons budget betalen, waarna de Fransen wat anders betalen. We moeten dat een beetje als een vereniging van eigenaren zien, zoals de heer De Graaf dat noemde. We moeten dat niet vanuit wantrouwen regelen, waarbij we elkaar gaan beconcurreren. Ik denk niet dat dat bijdraagt aan grote betrokkenheid en professionaliteit.

Tegelijkertijd moet het juridisch natuurlijk goed in elkaar steken. Ik ben zoals gezegd graag bereid om de Kamer over alle afspraken te informeren. Dat doe ik ook over een mogelijke tour.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 3, item 4 - blz. 21

De heer Atsma (CDA): Ik ben zeer benieuwd naar de verdere uitwerking en houd de minister aan haar toezegging dat de Kamer hierover nader wordt geïnformeerd.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 3, item 4 - blz. 22

Mevrouw Nooren (PvdA): Een punt dat ons blijft puzzelen is het gedeelde eigendomsrecht en het gedeelde vervreemdingsrecht. Ik begrijp dat de minister niet vooruit wil lopen op eventuele afspraken die daarover in Frankrijk zullen worden gemaakt, maar wij zouden het erg op prijs stellen als het huwelijk in de komende jaren niet gescheiden wordt, en de schilderijen dus bij elkaar blijven. Wil de minister zich daarvoor inspannen bij de juridische vormgeving? Het belangrijkste doel van alles wat wij doen, is het bij elkaar houden van de unieke werken en het voor het publiek beschikbaar houden ervan. Wij vinden het mooi dat de minister zich ervoor wil inspannen om te bekijken of de werken in heel Nederland te zien kunnen zijn. Dat zal misschien het draagvlak vergroten onder de mensen die twijfelen aan de meerwaarde van deze aankoop. Wat ons betreft mag de tour door Nederland plaatsvinden als dat veilig en verantwoord is.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 3, item 4 - blz. 23

Mevrouw Gerkens (SP): Ik wil nog wel kijken naar de voorwaarden van koop, net als andere sprekers. Ook dit is een proces van een broedende kip. Die moeten we dus ook vooral laten broeden, maar we kunnen de kip wel wat hooi meegeven. Dan wordt het lekker warm. Een van de strootjes die ik wil meegeven is het recht van koop voor beide partijen — ik kan me voorstellen dat dit vice versa zo gaat gelden — zodat het huwelijk in stand blijft. Dat is op zich al een bijzonderheid vandaag de dag. Dat wil ik graag nog aan de minister meegeven.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 3, item 4 - blz. 23-24

Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Op één punt heeft mijn fractie nog wel zorgen. Dat is het gedeelde eigendom. Mijn fractie vindt een noodzakelijke voorwaarde voor het sluiten van een koopcontract, dat je weet waarover het gaat. In ieder geval moet geborgd zijn dat de ene staat niet over zijn deel kan beschikken zonder toestemming van de andere. Ik hoor de minister daar toch graag nader over. De minister heeft gezegd: dat ligt voor de hand en dat geldt ook voor een eerste optie tot koop. Collega Gerkens vroeg daarnaar. Maar als alles zou gebeuren wat voor de hand ligt, hadden de Staten-Generaal een erg rustig bestaan. Ik vind dat dus net te weinig. In juridische zin is het al helemaal niet hard. Ik heb begrip voor het vertrouwen van de minister. Ik heb er begrip voor

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 3, item 4 - blz. 24-25

Minister Bussemaker: Dan de vraag van mevrouw Bikker, mevrouw Nooren en de heer De Graaf over de consequenties van al dan niet gedeeld eigendom. Er ontstaat gezamenlijke verantwoordelijkheid voor twee huwelijksportretten. Ik probeer niet al te zeer in juridisch jargon te vervallen, om aan te geven waar wij nu staan: gezamenlijke verantwoordelijkheid, niet alleen voor een jaar, maar voor onbepaalde tijd. Bij de verdere uitwerking zal ik in het bijzonder ingaan op het aspect van de aparte verkoop, zeg ik tegen mevrouw Bikker en mevrouw Nooren. Die gezamenlijke verantwoordelijkheid en dat gezamenlijk bezit betekenen dat we heel veel randvoorwaarden moeten uitwerken, zoals de vorm van de overdracht en van eigendom, beheer en onderhoud, termijnen voor de uitwisseling en ook wat de juridische positie is van beide landen, mocht een van beide landen willen verkopen. Al die juridische aspecten zijn een kwestie van nadere uitwerking. Het recht op eerste koop is hierbij zeker ook een optie, zeg ik richting mevrouw Gerkens. Dat gebeurt in samenwerking met de Franse overheid, beide musea en de verkoper.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 3, item 4 - blz. 25

Minister Bussemaker: Ik ben graag bereid om de Kamer over de uitwerking van de verantwoordelijkheden achteraf nader te informeren. We gaan dit nu op professioneel niveau uitwerken. Ik vind dat we de professionals daarin moeten vertrouwen. Ik vraag hiervoor vertrouwen, maar vanzelfsprekend ben ik graag bereid om over de financiële, juridische en culturele aspecten achteraf verantwoording af te leggen.


Brondocumenten


Historie