In deze motie wordt de regering verzocht om een evaluatie van het Statuut voor het Koninkrijk met het oog op eventuele modernisering te bevorderen en daarover in overleg te treden met de andere landen binnen het Koninkrijk en de eilandbesturen in Caraibisch Nederland.
nummer | 34.300 IV / CXIX, P |
---|---|
ingediend | 21 juni 2016 |
behandelstatus | aangenomen |
toelichting behandelstatus | Op 28 juni 2016 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PvdA en PVV stemden tegen. |
indiener(s) | Th.C. de Graaf (D66) |
mede ondertekend door | S.C. van Bijsterveld (CDA) D.J.H. van Dijk (SGP) P. Ester (ChristenUnie) R.R. Ganzevoort (GroenLinks) H. ten Hoeve (OSF) F.E. van Kappen (VVD) M.P. Meijer (SP) J.G. Nagel (50PLUS) C. Teunissen (PvdD) |
dossier(s) | Werkbezoek Caribisch deel Koninkrijk april 2016 (CXIX) Begrotingsstaten Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2016 (34.300 IV) |
behandelende commissie(s) | commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL) |
De commissie heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij brief van 30 juni 2016 gevraagd naar de uitvoering van de aanvaarde moties. De minister heeft bij brief van 5 oktober 2016 gereageerd. Beide brieven zijn opgenomen in een verslag van een schriftelijk overleg dat de commissie op 7 oktober 2016 heeft vastgesteld (EK 34.550 IV / CXIX, A).
De Eerste Kamercommisie voor Koninkrijksrelaties (KOREL) heeft op 15 oktober 2019 de brief (EK 35.300 IV / CXIX, C) van de staatssecretaris van BZK inzake de uitvoering van motie-Van Raak c.s. (TK 35.099 (R2114), 23) en de motie-De Graaf c.s. (EK 34.300 IV / CXIX, P) besproken en is van oordeel dat de strekking van de Eerste Kamermotie-De Graaf c.s. ruimer is dan die van de Tweede Kamermotie-Van Raak c.s. en verzoekt de regering hiermee rekening te houden.