Dit wetsvoorstel wijzigt de Aanpassingswet studiefinanciering BES (34.331) als gevolg van het aangenomen subamendement van het Tweede Kamerlid Van Meenen (TK 34.331, nr. 20) en het nader gewijzigde amendement van de Tweede Kamerleden Rog/Duistenberg (TK 34.331, nr. 19) en de aangenomen moties.
Als gevolg van de aangenomen amendementen wordt in dit wetsvoorstel geregeld dat het bedrag voor onterecht bezit van het reisproduct wordt gestaffeld. Dit betekent een verlaging van het bedrag naar 75 euro per halve kalendermaand voor de eerste twee halve kalendermaanden, en een verhoging van de boete naar 150 euro per halve kalendermaand voor de daaropvolgende halve kalendermaanden.
Ook wordt in het wetsvoorstel geregeld dat het bedrag voor het ten onrechte beschikken over het studentenreisproduct (op gestaffelde wijze) slechts kan worden opgelegd indien het reisproduct ook daadwerkelijk wordt gebruikt.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 27 september 2018 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 16 oktober 2018 als hamerstuk afgedaan.
De behandeling van deze novelle vond gezamelijk plaats met het wetsvoorstel Aanpassingswet studiefinanciering BES (34.331).
ingediend
15 juni 2018titel
Wijziging van de Aanpassingswet studiefinanciering BESschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
4