Dit wetsvoorstel strekt tot implemenatie van richtlijn 2018/1808 (Pb EU L 3030/69), waarmee de richtlijn audiovisuele mediadiensten 2010/13/EU (Pb EU L 95/1) wordt gewijzigd.
Door het samenvloeien van verschillende typen media is een gemoderniseerd rechtskader nodig om recht te doen aan de huidige marktsituatie en tot een evenwicht te komen tussen toegankelijkheid van online aanbieders van media- en videoplatformdiensten, consumentenbescherming en concurrentievermogen.
Een belangrijke wijziging in de herzieningsrichtlijn is de uitbreiding van de reikwijdte naar zogenoemde videoplatformdiensten. Aanbieders van een videoplatform zijn anders dan aanbieders van audiovisuele mediadiensten niet redactioneel verantwoordelijk voor het audiovisueel media-aanbod en de door gebruikers gegenereerde video’s die via hun dienst worden aangeboden. Zij bieden enkel een platform waarop dit aanbod kan worden geplaatst. De aanbieder van een videoplatform speelt wel een rol in de organisatie van media-aanbod op zijn platform, onder andere door automatische middelen en algoritmen.
Naast de uitbereiding van de reikwijdte, wordt in de herzieningsrichtlijn de regelgeving voor mediadiensten op aanvraag zoveel mogelijk gelijkgetrokken met regelgeving voor lineaire mediadiensten.
Tot slot bevat de herzieningsrichtlijn overige wijzigingen, onder andere op het gebied van Europese werken, signaalintegriteit en de onafhankelijkheid van toezichthouders.
Het voorstel (EK, A) is op 9 juni 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, Krol/Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie en Van Haga.
Tegen: FVD en PVV.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 september 2020 als hamerstuk afgedaan. PVV en FVD is daarbij aantekening verleend.
ingediend
17 december 2019titel
Wijzing van de Mediawet 2008 in verband met de implementatie van Richtlijn 2018/1808 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) in het licht van een veranderende marktsituatieschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
inwerkingtreding
Met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
4