Deze incidentele suppletoire begroting wijzigt de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds 2020. Het kabinet komt met een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer. Hiermee moet het tijdens de coronacrisis mogelijk worden om een volwaardige dienstregeling aan te bieden aan reizigers van het openbaar vervoer.
De vergoeding is bestemd voor al het openbaar vervoer onder een concessie (gebiedsconcessies, lijnconcessies en lijnovereenkomsten) in Nederland en beoogt te komen tot een kostendekkingsgraad van 93% voor de periode 1 maart - 31 december 2020 bij de vervoerders. Een vervoerder kan verzoeken om een verhoging van maximaal 2%-punt als overtuigend kan worden aangetoond dat er bedrijfseconomisch geen andere mogelijkheid is dan de dienstverlening af te schalen om continuïteit te borgen. De regeling kost naar verwachting circa 1,5 miljard euro en loopt tot het einde van 2020.
Tegelijkertijd met deze incidentele begroting is ook de incidentele begroting Infrastructuur en Waterstaat (35.491) over beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer ingediend.
Het voorstel (TK nr. 1) is op 2 juli 2020 met algemene aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 7 juli 2020 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
12 juni 2020titel
Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 (Eerste incidentele suppletoire begroting inzake beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2020.
2