Kamer stemt in met opschorten IND-dwangsommen



De Eerste Kamer debatteerde maandagavond 6 juli met staatssecretaris Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid (J&V) over het wetsvoorstel Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND. Een dag later, dinsdagavond 7 juli stemde de Kamer in met het wetsvoorstel. De fracties van SGP, CDA, FVD, VVD, Fractie-Otten, 50PLUS, PVV, ChristenUnie en D66 (met uitzondering van de leden Backer, Dittrich en Stienen) stemden voor, de fracties van GroenLinks, SP, PvdA, OSF en PvdD stemden tegen het wetsvoorstel. Ook stemde Kamer over een tijdens het debat ingediende motie van senator Vos over een recht op een cursus binnen een maand na aankomst van een asielzoeker in Nederland. De motie werd verworpen. De fracties van GroenLinks, SP, PvdA, OSF en PvdD stemden voor, de fracties van SGP, CDA, FVD, VVD, Fractie-Otten, 50PLUS, D66, PVV en ChristenUnie stemden tegen de motie.

Impressie van het debat

GroenLinks-senator Karimi stelde dat een asielzoeker vaak een lange en uitputtende reis achter de rug heeft en niets liever wil dan een snelle beslissing over zijn of haar asielaanvraag. De IND faalt echter structureel binnen de gestelde termijn een beslissing te nemen, aldus Karimi. Zij vroeg de staatssecretaris wanneer zij komt met een structurele aanpak van de IND-organisatie. In plaats daarvan ligt nu dit wetsvoorstel voor. Het wetsvoorstel gaat volgens de GroenLinks-senator veel verder dan alleen de opschorting van de dwangsommen: 'Het wetsvoorstel schaft ook voor een jaar het recht van de asielzoekers af om naar de bestuursrechter te stappen als de beslistermijn is verstreken. Dit heet discriminatie door de staat.' Karimi adviseerde haar fractie tegen het wetsvoorstel te stemmen.

Ook PvdA-senator Vos was van mening dat dit wetsvoorstel discrimineert: 'Het ontneemt een groep burgers het recht om naar de bestuursrechter te kunnen en is niet tijdelijk' Vos vroeg de staatssecretaris of zij al een idee heeft voor het alternatief voor de dwangsom. Volgens Vos moet het alternatief bestaan uit iets dat het leed van de asielzoeker verzacht en tegelijk de regering prikkelt tot sneller beslissen. De PvdA-senator stelde het recht op een cursus (bijvoorbeeld een taal- of een ICT-cursus) voor dat zou kunnen ingaan zo snel mogelijk na aankomst in Nederland. Volgens Vos is de cursus ook een prikkel voor de regering omdat dit ook geld kost, maar in de ogen van de PvdA is hier sprake van een positieve prikkel. Daartoe diende zij ook een motie in waarin de regering wordt verzocht om binnen een maand na het asielverzoek de asielzoeker cursussen aan te bieden. De motie werd door de staatssecretaris ontraden. Tot besluit vroeg Vos de staatssecretaris hoe in andere lidstaten van de Europese Unie wordt omgegaan met tijdige beslissingen: 'Heeft vertraging daar ook gevolgen voor hun aanspraak op verblijf?'

SP-senator Janssen noemde het geen opschorten van de dwangsom maar afschaffen vanwege het permanente karakter. Volgens Janssen moet het wetsvoorstel niet gaan over dwangsommen maar over mensen. Hij vroeg de staatssecretaris of zij erkent dat de IND een structureel probleem heeft. Volgens de SP-senator is de omvang van dwangsommen nu zichtbaar, maar is het onderliggende probleem de slechte organisatie bij de IND: 'De stelligheid van de staatssecretaris dat dwangsommen niet werken, wordt niet door de SP gesteund.' Volgens Janssen werken dwangsommen wel, als ze maar hoog genoeg zijn. De SP-senator is verbaasd dat de staatsecretaris wil afschaffen zonder dat zij inzicht wil geven in het alternatief. Janssen noemde het wetsvoorstel 'symptoombestrijding.' Hij adviseerde zijn fractie tegen het wetsvoorstel te stemmen.

PVV-senator Van Hattem riep de staatssecretaris op om toe te zeggen dat het deze wet na aanvaarding met de 'grootst mogelijke spoed wordt ondertekend en in het Staatsblad wordt geplaatst zodat het nog eind deze werking kan treden.' De PVV in de Tweede Kamer diende hier in maart 2020 al een initiatiefwet over in, zo herinnerde Van Hattem de Kamer. Hij verbaasde zich dat het nog tot dit jaar heeft geduurd voordat de staatssecretaris ingreep. Van Hattem vroeg: 'Hoe lang gaat de staatssecretaris door met het vergoelijken van de inhaligheid van de asielindustrie.' Hij wees er verder op dat IND-medewerkers in het buitenland aan het werk zijn om hervestiging van asielzoekers vanuit bijvoorbeeld Turkije naar Nederland mogelijk te maken. Van Hattem vroeg de staatssecretaris hoe deze inzet zich verhoudt tot het personeelstekort bij de IND in Nederland. De PVV-senator adviseerde zijn fractie voor het wetsvoorstel te stemmen.

D66-senator Stienen haalde de onderzoeken aan die naar de problemen zijn gedaan door Significant en KPMG. Zij vroeg of de staatssecretaris uiteen wilde zetten hoe zij de IND wil gaan organiseren en of zij de Kamer daarvan op de hoogte wil houden. Stienen vroeg de staatssecretaris tevens of er geen sprake is van rechtsongelijkheid in het geval van het opschorten van de mogelijkheid voor de asielzoeker naar de bestuursrechter te stappen wanneer de termijn verstreken is. De D66-senator was verder benieuwd naar het onderzoek dat de staatssecretaris heeft toegezegd aan de Tweede Kamer hoe andere EU-lidstaten de tijdelijke verlenging van de beslistermijn hebben ingericht. De beslistermijn is in overeenstemming met de andere EU-lidstaten in verband met de coronacrisis verlengd. Ze vroeg daarom tenslotte wanneer de staatssecretaris de beslistermijn weer zal terugbrengen naar zes maanden.

ChristenUnie-senator Huizinga liet weten dat haar fractie met de tijdelijkheid van het wetsvoorstel kan instemmen. Volgens Huizinga kan de IND zo tijdelijk op adem komen om orde op zaken te stellen. Met de dwangsommen is niets mis, wel met de organisatie, aldus Huizinga. Zij vroeg of de staatssecretaris de Kamer periodiek kan informeren over de voortgang van de taskforce die de op 14.000 op dit moment in behandeling zijnde asielaanvragen voor het einde van 2020 moet afdoen. De ChristenUnie-fractie deelt de analyse van de staatssecretaris niet dat de dwangsommen de oorzaak zijn van de wachttijden. Volgens Huizinga zijn de dwangsommen een gevolg: 'De dwangsommen zijn de alarmbel, en die zijn tot nu toe genegeerd.' Huizinga riep de staatssecretaris op om erop in te zetten dat asielzoekers niet langer wachten dan noodzakelijk.

Staatssecretaris Broekers (Justitie en Veiligheid) stelde dat aan het einde van dit jaar de 14.000 nog voorliggende aanvragen afgehandeld moeten zijn. Volgens Broekers is de afgelopen tijd gebleken dat de dwangsomverplichtingen zo zijn opgelopen dat het voor de IND een barrière is. Het wetsvoorstel moet de dwangsomverplichtingen zo snel mogelijk stoppen, aldus Broekers. Ze zei binnenkort met een alternatief wetsvoorstel te komen. Het streven is binnen een jaar.

Broekers stelde dat alle mensen die bij de IND werken dat met grote toewijding en inzet doen. Desalniettemin denkt zij dat verbeteringen mogelijk zijn. Uit onderzoek blijkt dat de operationele sturing tekortschiet. Een verbetertraject van deze omvang heeft veel impact, aldus de staatssecretaris. Per 1 mei 2020 is de leiding van de IND uitgebreid met een plaatsvervangend hoofddirecteur die de opdracht heeft gekregen de aanbevelingen van een onderzoeksbureau te implementeren. Een taskforce moet tegelijk de 14.000 nog voorliggende aanvragen afdoen.

De verlenging van de beslistermijn met zes maanden geldt voor een afgebakende termijn en voor een afgebakende groep en duurt tot 1 november. De staatssecretaris zegde toe te inventariseren welke maatregelen de EU-lidstaten hebben genomen en welke effecten de verlenging van de beslistermijn bij hen heeft gehad.


Deel dit item: