35.786

Opnemen van een algemene bepaling in de Grondwet



Met dit voorstel beoogt de regering aan het begin van de Grondwet een algemene bepaling toe te voegen die aangeeft dat de Grondwet de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten garandeert. Met de toevoeging van deze bepaling doet het voorstel recht aan de gedachte dat het bij deze kernbeginselen niet alleen om een abstract begrip gaat dat uit de Grondwet kan worden gedestilleerd, maar om de kernbeginselen waarop de Nederlandse democratische rechtsstaat is gebaseerd. Daarom zijn deze het waard om expliciet vast te leggen.

Op 14 februari 2012 nam de Eerste Kamer de motie-Engels (D66) c.s. (EK 31.570, B) aan over een algemene bepaling in de Grondwet waarin wordt uitgedrukt dat Nederland een democratische rechtsstaat is. Dit wetsvoorstel vormt de uitvoering van deze motie.

Hoewel begrippen de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten in brede kring worden gezien als kernbeginselen waarop onze staat gevestigd is, worden deze beginselen niet expliciet genoemd in onze Grondwet. Ook de waarborgfunctie die de Grondwet heeft voor deze kernbeginselen, wordt niet genoemd.

De democratie, de rechtsstaat en de naleving van grondrechten vragen voortdurend onderhoud en moeten in concrete situaties gewaarborgd worden om ook echt gestalte te krijgen. De voorgestelde algemene bepaling geeft de waarborgfunctie van de Grondwet aan en brengt daarmee het belang van deze functie van de Grondwet voor de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten duidelijk tot uitdrukking. Met het vastleggen hiervan krijgt de genoemde waarborgfunctie ook uitdrukkelijk normatieve kracht en wordt duidelijk dat de kernbeginselen die aan onze Grondwet ten grondslag liggen ook als zodanig in de Grondwet horen te worden vastgelegd.

Met de bekendmaking van de wet van 9 maart 2018, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een algemene bepaling (zie dossier 34.516) is de eerste lezing van dit Grondwetsvoorstel afgerond. Het onderhavige voorstel bevat de tweede lezing voor het wijzigen van de Grondwet.


Stand van zaken

De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 5 april 2022 aangenomen.

Voor: SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, PvdA, PvdD, D66, Lid Omtzigt, ChristenUnie, VVD, CDA, BBB, JA21 en Groep Van Haga.

Tegen: SGP, PVV en FVD.

BIJ1 en Lid Gündoğan waren niet aanwezig bij de stemming.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 juli 2022 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.

Voor: OSF, Fractie-Nanninga, PvdA, GroenLinks, D66, SP, PvdD, Fractie-Otten, ChristenUnie, CDA, VVD en 50PLUS,

Tegen: PVV, SGP, FVD en Fractie-Frentrop.

De plenaire behandeling van het voorstel door de Eerste Kamer, gezamenlijk met vijf andere voorstellen voor Grondwetswijzigingen, vond plaats op 28 juni 2022.

De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) heeft op 17 januari 2023 kennisgenomen van de brief van de minister van BZK van 23 december 2022 over de beperkingssystematiek van de Grondwet (EK, C met bijlage). De commissie besloot de brief in de toekomst desgewenst te betrekken bij behandeling van dossiers en voorstellen met betrekking tot de Grondwet.


Kerngegevens

ingediend

31 maart 2021

titel

Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een algemene bepaling

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister voor Rechtsbescherming

inwerkingtreding

Procedure grondwetsherziening


Documenten

4