Dit voorstel voorziet in een tijdelijke solidariteitsbijdrage voor fossiele bedrijven met activiteiten in de ruwe olie, aardgas, kolen en de raffinage van aardolie. Door middel van deze solidariteitsbijdrage wordt het surplus aan winsten als gevolg van onvoorziene omstandigheden – die met name zijn veroorzaakt door verstoringen op de markt in de aanloop naar en als gevolg van de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne – additioneel belast.
De oorsprong van dit wetsvoorstel ligt in de op 6 oktober 2022 door de Raad van de Europese Unie aangenomen verordening betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen (Verordening 2022/1854). Onderdeel van de verordening is de verplichte introductie van een tijdelijke solidariteitsbijdrage, waar met dit wetsvoorstel in wordt voorzien. De hiermee verworven middelen moeten de lidstaten aanwenden voor specifiek in de verordening opgenomen doeleinden. Dit betreft onder meer gerichte financiële steunmaatregelen voor eindafnemers van energie, en in het bijzonder kwetsbare huishoudens, om de gevolgen van de hoge energieprijzen te verzachten.
De tijdelijke solidariteitsbijdrage is conform de verordening vormgegeven als een heffing over de overwinst in 2022. Ook de wijze waarop de overwinst berekend wordt sluit aan bij de verordening. Die overwinst wordt belast tegen een percentage van 33%. De opbrengst van de belasting zal worden ingezet voor het via energieleveranciers voor de maanden november en december 2022 aan kleinverbruikers verlenen van een tegemoetkoming (korting) op de energierekening van € 190 per maand.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 24 november 2022 aangenomen.
Voor: SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, PvdA, PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, ChristenUnie, VVD, SGP, CDA, JA21, PVV en FVD.
Tegen: BBB en Groep Van Haga.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 december 2022 na stemming bij zitten en opstaan met algmene stemmen aangenomen.
De stemmingen over de tijdens de plenaire behandeling ingediende moties vonden ook plaats op 20 december 2022.
De plenaire behandeling van dit wetsvoorstel, de wetsvoorstellen van het pakket Belastingplan 2023 en de wetsvoorstellen Fiscale verzamelwet 2023 (36.107), Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie (36.063), Wet excessief lenen bij eigen vennootschap (35.496) en Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten (35.929) door de Eerste Kamer vond plaats op 12 en 13 december 2022.
ingediend
31 oktober 2022titel
Invoering van een tijdelijke solidariteitsbijdrage (Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 januari 2022 en vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
-
2.In afwijking van het eerste lid treedt artikel 7.2 in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
-
3.In afwijking van het eerste lid treedt artikel 7.3 in werking met ingang van 1 januari 2023, dan wel indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2023, treedt artikel 7.3 in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2023. Artikel 7.3 vindt eerst toepassing nadat artikel 90 van de Wet belastingen op milieugrondslag bij het begin van het kalenderjaar 2023 is toegepast.