Dit wetsvoorstel wijzigt Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek zodat de drempel wordt verlaagd voor grootouders om tot omgang met hun kleinkinderen te kunnen verzoeken.
Met dit wetsvoorstel wordt tegemoetgekomen aan de knelpunten zoals die blijken uit het WODC-onderzoek 'Omgang tussen grootouders en kleinkinderen, een sociaalwetenschappelijke en rechtsvergelijkende studie'. Ook wordt invulling gegeven aan de motie van het Tweede Kamerlid Van Toorenburg c.s. over verlagen van de drempel voor grootouders om tot omgang te kunnen verzoeken. Momenteel moeten grootouders bij de rechter kunnen aantonen of er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking met hun kleinkind(eren) voordat het verzoek voor omgang in behandeling kan worden genomen. Onderhevig wetsvoorstel beoogd hier verandering in te brengen door een nauwe persoonlijke betrekking als vanzelfsprekend te zien.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 25 juni 2024 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: GroenLinks-PvdA, PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, ChristenUnie, CDA, BBB, JA21, FVD en PVV.
Tegen: SP, SGP en VVD.
De Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) heeft op 1 oktober 2024 het verslag (EK, B) uitgebracht en wacht op de nota naar aanleiding van het verslag.
ingediend
17 mei 2023titel
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek om de drempel te verlagen voor grootouders om tot omgang te kunnen verzoeken (Wet drempelverlaging omgang grootouders)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
4