De Eerste Kamer debatteerde maandag 15 en dinsdag 16 januari met demissionair staatssecretaris Van der Burg (Asiel en Migratie) over de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen, ook wel bekend als Spreidingswet. De Kamer stemt volgende week, 23 januari, over het wetsvoorstel. Hiervoor heeft de fractie van de PVV verzocht om een hoofdelijke stemming. Dan zal ook worden gestemd over de moties die zijn ingediend.
Tijdens het debat bleek een aantal fracties voorstander van de wet (GroenLinks-PvdA, CDA, D66, ChristenUnie, SP, OPNL en Volt). In tweede termijn gaf ook VVD aan voor het wetsvoorstel te zijn. Zij zijn van mening dat de wet een oplossing kan bieden voor de huidige crisis in de opvang van asielzoekers. Andere fracties (PVV, JA21 en FVD) zijn ronduit tegenstander. Volgens hen is de Spreidingswet het verkeerde instrument en kan alleen een daling van de instroom de opvangcrisis oplossen. Ook zijn er fracties (BBB, PvdD, SGP en 50PLUS) die nog twijfelen of de Spreidingswet voldoende soelaas zal bieden en of de wet voldoet aan de criteria waarop de Eerste Kamer wetsvoorstellen toetst (rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid). Zij beraden zich nog op hun standpunt.
Het wetsvoorstel geeft gemeenten naast het Rijk de wettelijke taak om asielopvangvoorzieningen te bieden, waarbij een verdeelsleutel moet leiden tot een evenwichtiger spreiding van asielzoekers over het land. Aan provinciale regietafels kunnen gemeenten onderling passen en meten om de opvangopgave in te vullen. Momenteel wordt er bij asielopvang uitgegaan van de solidariteit van gemeenten en het zoveel mogelijk vrijwillig ter beschikking stellen van opvangplaatsen. Het voorkomen van crisisnoodopvang is daarbij een belangrijk streven. Dit model levert onvoldoende opvangplekken op.
Met de Spreidingswet, formeel de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen, introduceert het demissionaire kabinet een nieuw verdeelsysteem, met twee fasen. In de eerste fase krijgen gemeenten die vrijwillig duurzame opvangplaatsen aanhouden of creëren een zogeheten specifieke uitkering van het Rijk. Als er nog meer plekken nodig zijn, dan zullen in fase twee deze overige plekken worden verdeeld over de gemeenten naar rato van het inwonertal en de sociaaleconomische status.
Er zijn 2 moties ingediend.
De motie Dittrich c.s. overweegt dat de IND met de Bespoediging Afdoening Asiel het doel nastreeft de doorlooptijden minder snel te laten oplopen en verzoekt de regering de IND de mogelijkheid te bieden kansrijke asielzoekers schriftelijk te horen. De staatssecretaris ontraadde deze motie, vanwege een eerder aangenomen tegengestelde motie in de Tweede Kamer.
De motie Perin-Gopie c.s. verzoekt de regering om ook duurzame kleinschalige opvang actief te stimuleren en belemmeringen - in nog uit te werken lagere regelgeving - weg te nemen. De staatssecretaris gaf deze motie het oordeel Kamer.
BBB: Creëer doorstroomlocaties, dan geen spreiding nodig
Senator Griffioen begon het debat met de kernvraag voor de BBB, namelijk of de Spreidingswet voldoende uitvoerbaar en vooral doelmatig is. Bovendien zijn er volgens hem alternatieven. Als de instroom niet beperkt wordt, blijft het dweilen met de kraan open, aldus Griffioen. Hij sprak zijn zorgen uit dat de gemeenteraad door de minister buitenspel wordt gezet als de Spreidingswet wordt aangenomen. Hoe verhoudt dit zich tot de lokale autonomie zoals vastgelegd in Grondwet, vroeg hij.
Het draagvlak onder inwoners neemt af als de overlast van kansarme asielzoekers verspreid wordt over het land, zei hij verder. Ook wees hij op de druk op het onderwijs bij spreiding, zeker op die plekken waar al een lerarentekort is. Een andere zorg van de BBB is dat pas twee jaar na inwerkingtreding de cyclus een eerste keer is doorlopen. De wet biedt daarmee geen oplossing op de korte termijn. De BBB-fractie constateert daarom dat er met de Spreidingswet op de middellange termijn geen oplossing is voor de problemen die nu bestaan.
Een alternatief zouden de voorgestelde doorstroomlocaties kunnen zijn waar statushouders naartoe kunnen in afwachting van een woning. Dat creëert plek in de asielzoekerscentra (azc’s), aldus Griffioen. Hij vroeg of de staatssecretaris kon toezeggen dat het budget dat de gemeenten krijgen voor doorstroomlocaties even groot zal zijn als het budget voor de opvang van Oekraïners en dat de financiering structureel geregeld is. Het is belangrijk dat statushouders perspectief wordt geboden. Deze mensen blijven de staat heel veel geld kosten. Als zij succesvol integreren kan veel aan draagvlak worden gewonnen, zei Griffioen.
Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) voert met kunst en vliegwerk haar taak uit. Opvang en noodopvang kosten inmiddels miljarden. Zorg ervoor dat de keten zodanig georganiseerd wordt door het COA dat er geen statushouders meer door het COA opgevangen hoeven te worden, zei Griffioen tegen het demissionaire kabinet. Als het lukt de huisvesting van statushouders buiten het COA om te regelen, dan is de Spreidingswet niet nodig, volgens de BBB.
VVD: Behandeling wet is enorme worsteling
Senator Kaljouw hield haar maidenspeech. Dit betekende dat zij voor het eerst aan een plenair debat deelnam en niet kon worden geïnterrumpeerd door de andere Kamerleden. Kaljouw zei dat vluchtelingen zullen blijven komen en dat Nederland hen zal moeten blijven opvangen. Maar er is geen blanco cheque. Daarom is het goed dat op Europees niveau onlangs een migratieakkoord is gesloten. Dat is echter niet genoeg volgens de VVD.
Het moet beter en het moet sneller, zei Kaljouw. Ze vroeg of de staatssecretaris procedures van asielzoekers die geen kans hebben, kan versnellen. Het is een onhoudbare situatie in Ter Apel, stelde zij vast. Steeds meer kinderen en jongeren worden vooruitgestuurd. Sommige gemeenten die geen asielzoekers opvangen, vangen juist wel veel Oekraïners op. Kaljouw wilde weten waarop de staatssecretaris zijn aanname baseert dat provincies een andere houding zullen aannemen bij inwerkingtreding van de Spreidingswet. Ook had zij vragen over amendementen die in de Tweede Kamer zijn aangenomen. Ze wilde weten of de verlenging van de vrijwillige fase, de verdeling gebaseerd op de sociaaleconomische status – welvaart, opleiding en arbeidsscore (SES-WOA-score) en het amendement over het interbestuurlijk toezicht volgens de staatssecretaris voldoende zijn.
De Spreidingswet lost volgens bestuurders niet alle problemen op, maar helpt volgens hen wel, zo zei Kaljouw. De wet is een reparatie aan de achterkant. De VVD-fractie wil juist werk maken van reparatie aan de voorkant: strengere toelatingseisen, een directe aanpak voor asielzoekers die heel weinig kans maken op een verblijfsvergunning, en een versobering van de mogelijkheid tot gezinshereniging. Ook wil de VVD inzetten op het vergroten van de uitvoeringskracht van het COA en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Daarnaast moet er zo snel mogelijk woonruimte komen voor statushouders.
De VVD-fractie is niet over één nacht ijs gegaan. De leden hebben gesproken met betrokkenen en experts. Zij hebben een steuntje in de rug nodig en zien deze wet als dat steuntje in de rug. Behandeling van de Spreidingswet is een enorme worsteling voor de VVD-fractie. Maar er mag niet voorbij worden gegaan aan instroombeperking en mensen die geen kans maken, moeten zo snel mogelijk worden teruggestuurd, besloot Kaljouw.
De VVD geeft in tweede termijn aan dat provincies en gemeentes die al veel doen, ontlast moeten worden. De wet is niet perfect, maar wel een eerste stap. Alles afwegende benoemde Kaljouw dat de VVD-fractie de wet zal steunen.
GroenLinks-PvdA: Spreidingswet is essentieel instrument
Senator Karimi wees erop dat achter de getallen mensen schuilen. De combinatie van moeizame huisvesting van statushouders, lange procedures bij de IND en een structureel gebrek aan opvanglocaties hebben bijgedragen aan de asielcrisis. Een excuus aan de inwoners van Ter Apel is volgens Karimi op zijn plaats. De inwoners ervaren ook weinig solidariteit van gemeenten elders in het land, uitgezonderd de gemeenten in hun regio.
GroenLinks-PvdA is van mening dat alles moet worden gedaan om de oorzaken voor vluchten weg te nemen, maar dat is nu niet het geval. De noodopvang leidt tot aanzienlijk hogere kosten. De rekening wordt bovendien bij de allerarmsten gelegd omdat het geld voor het eerste jaar opvang wordt betaald uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Deze situatie is desastreus voor het draagvlak. Voor stabiele en duurzame opvang zijn voorspelbaarheid, betrouwbare planning en betrokkenheid van gemeenten essentieel om zowel bestuurlijk als maatschappelijk draagvlak in buurten en gemeenten te versterken.
Cruciaal is volgens Karimi dat er geen tijdverlies komt. Haar fractie neemt daarom verantwoordelijkheid en zal dit voorstel steunen. Zij vroeg aan de staatssecretaris hoe deze wet helpt bij het inrichten van meer aanmeldcentra. Dat blijft volgens haar onduidelijk. Meer aanmeldcentra zouden helpen. Waarom kan dit niet worden meegegeven als opdracht aan provincies, vroeg Karimi. Ook wilde zij weten of de wet een einde kan maken aan doelgroepbeperking door de gemeente.
Het is volgens Karimi een humanitaire plicht om alles te doen om te voorkomen dat mensen slachtoffer zijn van conflict. Afschrikkingsmaatregelen pakken de vluchtoorzaken niet aan en tasten de fundamenten van medemenselijkheid aan, betoogde zij. De Spreidingswet is een essentieel instrument om een duurzame, solidaire en stabiele opvangcapaciteit te realiseren.
Ook heeft GroenLinks-PvdA geluisterd naar burgemeesters en naar de oproep om voor de wet te stemmen. Karimi gaf aan deze aansporing niet nodig te hebben en voor de wet te zullen stemmen.
D66: Spreidingswet past in traditie van polderen
Ook senator Dittrich wees op het aanmeldcentrum in Ter Apel dat dagelijks in het nieuws is vanwege gebrek aan opvangplekken. Gelukkig gaat het in veel azc’s goed, voegde hij eraan toe, maar over het algemeen spreken lokale en provinciale bestuurders van een opvangcrisis. D66 wil dat er twee aanmeldcentra bij komen. Hoe staat het daarmee, vroeg Dittrich aan de staatssecretaris.
Het COA heeft dringend hulp nodig. De noodsituatie in Ter Apel wordt nog enigszins gecamoufleerd doordat gemeenten in de omgeving van Ter Apel te hulp schieten en crisisnoodopvang bieden, zei Dittrich. De huidige situatie is volgens hem onacceptabel. De Spreidingswet is een uitweg uit de crisis, aldus Dittrich, maar wel onderdeel van een heel politiek debat geworden. Als we in Nederland met de Spreidingswet de spreiding goed hebben geregeld, in kwalitatief goede opvang, dan is er geen sprake van aanzuigende werking blijkt uit onderzoek. Dittrich vroeg of de staatssecretaris dat kan bevestigen.
Tegen de fracties van BBB, VVD en PVV zei hij dat D66 blij is dat zij hun oren niet hebben laten hangen naar hun Tweede Kamerfracties. De Spreidingswet maakt volgens D66 een einde aan het hapsnapbeleid zoals dat er nu is en creëert voorspelbaarheid. Duikgedrag van gemeenten wordt dan vrijwel onmogelijk.
De wet past in de oer-Hollandse traditie van polderen, aldus Dittrich. Het grote voordeel is dat alle regio’s hun verantwoordelijkheid gaan nemen en niet meer kunnen afwentelen op het noorden. Alleen in het uiterste geval, als al het overleg echt niet lukt, kan de staatssecretaris opvang afdwingen. Het is ook democratisch ingebed omdat het in het parlement wordt besproken. Voordeel is dat er niet langer met mensen wordt gesleept: asielzoekers kunnen ook werken aan een netwerk, kinderen hoeven niet steeds opnieuw op een nieuwe school te beginnen.
Een ander voordeel is dat crisisnoodopvang niet meer nodig is en dit geld bespaart uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Dittrich vroeg de staatssecretaris hoeveel precies? Hij wilde verder een toezegging dat het kwaliteitskader wordt vergezeld van efficiënt toezicht. Ook vroeg hij of alle belanghebbende organisaties betrokken worden bij het tot stand komen van de kwaliteitsnormen. Tot slot vroeg hij hoe de staatssecretaris zorgt voor snelle invoering, als de wet wordt aangenomen.
PVV: Geen spreidingswet, maar asieldwangwet
Senator Van Hattem zei dat er bij de Spreidingswet sprake is van dwang en dat er binnenskamers, aan provinciale regietafels, ook over dwang wordt gesproken. Dat blijkt volgens hem uit de verslagen van regietafels. Volgens de PVV gaat het om het opdringen van azc’s aan gemeenten. Dat gaat in tegen het principe van lokale autonomie.
De 'asieldwangwet' is louter een expansievat om massa-immigratie onverkort in stand te houden en van Nederland één groot azc te maken, aldus Van Hattem. Ter Apel en Budel schieten er niets mee op en meer gemeenten krijgen te maken met overlast. Budel wordt een zogeheten preprocesbeschikbaarheidslocatie (PBL) voor asielzoekers met een kansarme asielaanvraag en voor overlast gevende asielzoekers. Van Hattem vroeg of overlast gevende asielzoekers alsnog het terrein kunnen verlaten, zoals dat ook in Ter Apel gebeurde. Het blijft volgens hem dweilen met de kraan open.
De enige oplossing is een halt toeroepen aan de instroom, aldus de PVV-senator. De genomen maatregelen zijn niet voldoende om achterstand bij IND in te halen, terwijl dat nodig is om procedures te verkorten. Gestapelde gezinshereniging is binnen huidige beleid toegestaan. Aanpassing ervan laat de staatssecretaris over aan het volgende kabinet. Waarom maakt hij van al deze punten geen werk, en gaat hij wel door met de Spreidingswet, vroeg Van Hattem.
De PVV heeft veel vragen over de ingreep door het interbestuurlijk toezicht wanneer gemeenten niet vrijwillig opvangplekken creëren. In hoeverre denkt de staatssecretaris hiervan gebruik te gaan maken, vraagt de PVV zich af. Over de doelgroepenbeperking wilde Van Hattem weten of de staatssecretaris kan uitsluiten dat deals worden uitgesloten. Van Hattem ging in op de oproep om solidair te zijn en vroeg of er ook solidariteit kan worden betracht met de inwoners van al die gemeenten.
Wat zegt de verkiezingsuitslag de staatssecretaris over het door hem veronderstelde draagvlak, vroeg Van Hattem? Ook wilde hij weten wanneer overlastplegers niet alleen op een lijst worden gezet, maar ook daadwerkelijk het land uitgezet. Tot vroeg hij welke boodschap het demissionaire kabinet nog heeft aan de democratie en aan de volksvertegenwoordiging, na de in de Tweede Kamer aangenomen motie-Yeşilgöz c.s.
De PVV geeft aan tegen dit wetsvoorstel te stemmen en verzoekt om een hoofdelijke stemming.
PvdD: Zorgen over rechtszekerheid gemeenten
Senator Nicolaï zei dat een aantal partijen het wetsvoorstel heeft aangegrepen om de inperking van de instroom te bespreken, terwijl de Spreidingswet daar niet over gaat. Wel goed dat ze ook daarover willen nadenken, zei Nicolaï. Klimaatverandering gaat zorgen voor grote vluchtelingenstromen blijkt uit cijfers van de Verenigde Naties en de Wereldbank.
Hij vroeg aan de staatssecretaris waarom het kabinet wel kilmaatdoelen in beeld heeft, maar er geen zicht op wat er gebeurt als de klimaatdoelen niet worden gehaald. Dit is volgens hem een fundamenteel probleem dat om een fundamentele oplossing vraagt. Als we hierover niet gaan nadenken, staan ons rampzalige ontwikkelingen te wachten, zowel voor de vluchtelingen als voor de vluchtoorden, betoogde Nicolaï. Migratie vraagt dus om een serieuze discussie. Is de staatssecretaris bereid om met een stuk te komen waarin hij ingaat op wat Nederland gaat doen als klimaatdoelen niet worden gehaald, vroeg Nicolaï.
Vervolgens kwam hij toe aan zijn zorgen over het wetsvoorstel. Het kan niet zo kan zijn dat de PvdD-fractie meewerkt aan een wet die wetstechnisch onder de maat is, zei hij. De PvdD hecht zeer aan de rechtszekerheid. Blijkens de tekst van de wet stelt de minister vast aan hoeveel opvangplaatsen voor asielzoekers "naar verwachting behoefte zal zijn". Die formulering is onduidelijk. Gebeurt dit op basis van een keuze die afhankelijk is van belangen, die volgens de minister bepalen wat als een aanvaardbare capaciteit kan worden aangemerkt, vroeg Nicolaï.
In de wettekst staat dat de wijze waarop de raming tot stand komt, bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) wordt geregeld. Maar in die AMvB ontbreken de wettelijke criteria die bepalen hóé de minister moet afwegen. Verder vroeg Nicolaï of de staatssecretaris de mening van de PvdD deelt dat het uitgangspunt dient te zijn dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dienen te dragen.
Volt: Nationaal probleem nationaal oplossen
Senator Perin-Gopie begon haar bijdrage met nog eens vaststellen waar het debat niet over gaat. Het gaat niet over het vaststellen of iemand een vluchteling is of niet. Waar het debat over gaat, is dat je terecht komt in een crisisnoodopvang, nadat je thuis alles al hebt achtergelaten. Het is een nationaal probleem dat nationaal moet worden opgelost, aldus Perin-Gopie. Op dit moment rust de last om het vlot te trekken op een kleine groep gemeenten en hulporganisaties. Opnieuw is een nationaal probleem een probleem van de Groningers gemaakt, verwees zij naar de problemen met de gaswinning in dezelfde provincie.
Met de Spreidingswet komt volgens Volt vast te staan dat gemeenten voldoen aan de verplichting om een plek te bieden aan mensen die huis en haard hebben achtergelaten. Perin-Gopie vroeg wat de staatssecretaris gaat doen om de komende anderhalf jaar te overbruggen, tot het moment waarop de wet effect heeft. Ook wilde ze weten hoe hij voorkomt dat er opnieuw een opvangcrisis ontstaat en hoe hij gaat zorgen voor verbetering van de situatie van kwetsbare groepen, zoals kinderen. Nog steeds zijn er kinderen die geen onderwijs krijgen terwijl dat wel zou moeten. Dat geldt ook voor het constant verhuizen. Hoe kan met invoering van deze wet de verhuizingen afnemen, vroeg Perin-Gopie.
Een andere zorg van Volt gaat over kleinschalige opvang. Waarom blijft de staatssecretaris vasthouden aan minstens 100 plekken terwijl ook wordt uitgegaan van kleinschalige opvang, vroeg zij. Waarom kunnen gemeenten niet kiezen voor minder? Perin-Gopie vindt het ook belangrijk dat inwoners inspraak hebben en goed geïnformeerd worden. Hoe wordt dit geregeld, wilde ze weten. Tot slot ging zij in op het onlangs gesloten Europese migratiepact. Perin-Gopie wilde weten hoe worden mensen- en kinderrechten worden gewaarborgd als zij bij binnenkomst in EU worden opgesloten, zoals opgenomen in het pact. Dit is inhumane asielopvang aan de grenzen van Europa, aldus Volt.
JA21: Slecht idee vervat in slechter wetsvoorstel
Volgens senator Nanninga is de Spreidingswet een slecht idee, vervat in een nog slechter wetsvoorstel. De Kamer moet de dwangwet wegstemmen, zei zij. Het werkelijke probleem is de instroom van asielzoekers, niet zozeer het gebrek aan opvang. Deze wet brengt alleen maar vergroting van het probleem, door open grenzen in stand te houden. Vrijwel alle asielverzoeken worden beloond met een verblijfsvergunning. Nederland hoort bij de landen met het hoogste inwilligingspercentage van Europa, aldus Nanninga. Het Nederlandse asielbeleid zet onze veiligheid en cultuur onder druk, zei zij.
JA21 is een fervent verdediger van het subsidiariteitsbeginsel: wat lokaal geregeld kan worden, moet je lokaal regelen. Dit kan juist zo goed geregeld worden op lokaal niveau, betoogde Nanninga. Gemeenten en hun inwoners willen of kunnen het niet meer aan. Bij weigering door een gemeente is zogeheten indeplaatsstelling door de minister de consequentie, oftewel: de laatste halte van een dwangwettraject is ingrijpen door de minister. Nanninga raadde die gemeenten aan de rug recht te houden en de poot stijf als uw gemeente niet wil, dan is er verkiezingswinst voor de gemeenten die dit aandurven.
Verder verwachtte Nanninga een toestroom van veilige landers als zij weten dat ze er vanaf 2026 niet meer in komen. Dat geeft enorme druk op de azc’s die dan in alle gemeenten staan. Er zijn nu gemeenten die veilige landers uitsluiten en wel asielzoekers opvangen. Wat vindt de staatssecretaris daarvan, vroeg Nanninga. Hij zet namelijk een streep door die doelgroepbeperking. Het procedurele gekonkel om deze wet met stoom en water door deze Kamer te jagen is bovendien niet fraai, besloot zij haar bijdrage. JA21 zal uit volle overtuiging tegen dit wetsvoorstel stemmen.
ChristenUnie: Vertrouwen in de wet
Senator Huizinga-Heringa liet weten dat haar fractie de wet steunt. Met de Spreidingswet komt er een aantal belangrijke verbeteringen in de opvang van asielzoekers. De zoektocht naar opvangplekken zal niet meer nodig zijn, en onrust voor asielzoekers van continue verhuizen wordt voorkomen. Ook de maatschappelijke onrust wordt volgens Huizinga weggenomen.
Met deze nieuwe wet is vrijwilligheid nog steeds het uitgangspunt, alleen niet op landelijke, maar op regionale schaal. Zo kunnen asielzoekers worden ondergebracht in een regio waar zij gezien hun achtergrond bijvoorbeeld aansluiting vinden qua werk, of bij familie. Dit is ook goed voor asielgezinnen, in het bijzonder asielkinderen, zei Huizinga. Een vaste voorraad en duurzame opvang maken het mogelijk om de kwaliteit van de opvang te verbeteren. De provincies en de gemeenten moeten met deze wet aan de slag. Hun oproep is daarom belangrijk voor de ChristenUnie.
Huizinga vroeg de staatssecretaris welke mogelijkheden hij heeft om aanmeldcentra te realiseren als de veronderstelde vrijwilligheid van gemeenten er niet blijkt te zijn. Ook wilde zij weten of de staatssecretaris al iets kon zeggen over de bevindingen met de PBL in Ter Apel. Hoe zouden gemeenten de niet gebruikte duurzame opvangplekken flexibel kunnen inzetten? Heeft de staatssecretaris een noodscenario wanneer er onverhoopt een vluchtelingenstroom op gang komt door een conflict, vroeg Huizinga. Over het toezicht op de naleving van het kwaliteitskader, zei zij dat dat wat haar fractie betreft gebeurt door een onafhankelijke toezichthouder. De organisaties die de wet moeten uitvoeren hebben er vertrouwen in, en de ChristenUnie ook, aldus Huizinga.
SP: Goed dat kleinschalige opvang mogelijk is
Senator Janssen zei dat zijn partij zich inzet voor de waardigheid van ieder mens. Vanuit dat principe heeft hij naar deze wet gekeken. Dit wetsvoorstel is wat de SP betreft een toonbeeld van onmacht. Bestuurlijke onwil heeft dit wetsvoorstel nodig gemaakt. Het probleem moet worden opgelost omdat Nederland ook aan verdragsrechtelijke verplichtingen moet voldoen, zei Janssen. Maar dat kan volgens hem niet alleen van deze wet komen.
Het is voor de SP belangrijk dat er een basisvoorziening wordt bewerkstelligd waarop kan worden teruggevallen, bijvoorbeeld om te gebruiken als daklozenopvang als het COA de locatie niet nodig heeft. Hetzelfde geldt voor het aannemen van voldoende gekwalificeerde medewerkers bij COA en IND. In 2016 en2017 is dat misgegaan, volgens Janssen. De SP pleit bij de verdeling dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Er mag geen misverstand zijn dat er ook bij vaststelling door de minister gebruik wordt gemaakt van sociaaleconomische status (welvaart, opleiding en arbeidsscore (SES-WOA-score)), zei Janssen.
Het wetsvoorstel kan niet op zichzelf staan. Wat wordt er nu al gedaan om de doorstroom en uitstroom te verbeteren? Als daar niets verandert, gaat de hele wet niets verbeteren, aldus Janssen. Als mensen in Nederland asiel aanvragen, hoort daar een goede procedure bij. De procedures duren nu te lang en het loopt verder op. En daarmee stokt ook de beoordeling, de instroom, doorstroom en uitstroom. Wat de SP betreft wordt de Spreidingswet ook zo snel mogelijk weer overbodig. Janssen vroeg de staatssecretaris hoe hij dat ziet.
Tot slot ging hij in op kleinschalige opvang. Grootschalige opvang is misschien makkelijker en efficiënter, maar kleinschaligheid is beter, ook voor draagvlak en binding, zei hij. Als gemeenten meer vrijheid krijgen, vertrouwt Janssen dat zij daarvan ook gebruik zullen maken, zeker nu ook kleinschaligheid tot de mogelijkheden behoort.
SGP: Funest voor vertrouwen
Senator Schalk zei dat we met deze wet op weg zouden moeten gaan naar een stelsel dat effectief en uitvoerbaar is. Gemeenten zullen volgens hem echter geconfronteerd worden met opvang waar beperkt middelen en ruimte voor zijn, waarover geen kennis van zaken is, waarbij de vraagstukken rond veiligheid van asielzoekers en burgers onvoldoende geadresseerd zijn, en waarbij vraagstukken rond onderwijs, zorg, werkgelegenheid en integratie nog moeten worden uitgedacht en uitgewerkt.
De Raad van State schreef dat het wetsvoorstel een stelselwijziging is en geen tijdelijke noodwet. Schalk vroeg de staatssecretaris hoe kleinschalige opvang wordt gefinancierd, wat kan wel en wat kan niet. De SGP meent dat op een zorgvuldige en solidaire manier moet worden gespreid, maar de vraag is of deze Spreidingswet het juiste instrument is. Volgens Schalk zou je moeten beginnen met instroombeperking om te voorkomen dat je aan de andere kant in de dwingende fase terecht komt. De structuurwijziging in deze wet gaat ver. De vergaande inbreuk op de lokale autonomie blijft bestaan, ondanks het amendement van de Tweede Kamer om de tijd te verlengen.
De SGP had ook vragen over de uitvoerbaarheid. De Raad van State adviseerde het kabinet om het wetsvoorstel te heroverwegen, in het bijzonder om de financiële prikkel te herzien. Gemeenten zullen zich volgens Schalk afwachtend opstellen of kiezen voor de makkelijke opvang. Wantrouwen in de politiek komt onder meer doordat politici bij problemen steeds vaker moeten zeggen: daar gaan we niet over. Dit probleem wordt nu ook losgelaten op lokale bestuurders, zei Schalk. Er is geen lokaal draagvlak voor een azc. De burgers beklagen zich bij lokale politici. Die laatsten kunnen vervolgens alleen maar zeggen: het moet van Den Haag. Dat is funest voor het vertrouwen en het ondermijnt de lokale economie.
OPNL: Spreidingswet is niet moeders mooiste
Senator Van der Goot zei dat het een merkwaardige gedachte is dat de OPNL-fractie de handen vrij heeft omdat de partij niet vertegenwoordigd is in de TK, zoals verschillende media suggereerden. De partij wordt echter gedragen door acht regionale partijen in verschillende provincies in het noorden en zuiden van Nederland. In Ter Apel staat het water aan de lippen, vervolgde Van der Goot. Hij noemde het huidige beleid falend beleid. Groningen mist solidariteit. Ter Apel en de gaswinning maken dat de Groningers zich in de steek gelaten voelen. Groningen en Drenthe doen veel, maar het is niet goed om de andere gemeenten in Nederland over een kam te scheren alsof zij niets zouden doen, zei Van der Goot.
Een van de kritiekpunten op het COA is volgens hem dat gemeenten de afgelopen jaren geen kleinschalige opvang konden aandragen. In de Spreidingswet maakt het kabinet kleinschalige opvang niet alleen mogelijk, maar financiert die ook. Dat is op zich goed nieuws voor plattelandsgemeenten en de regio’s waarin de OPNL-partijen zijn vertegenwoordigd, aldus Van der Goot. Hij gaf wel een winstwaarschuwing. De staatssecretaris zegt dat de wet uitvoerbaar moet zijn voor de ketenpartners. Van der Goot vroeg hoe de staatssecretaris ervoor denkt te kunnen zorgen dat de ketenpartners geen belemmering gaan vormen voor de realisatie van kleinschalige opvanglocaties.
Verder viel het hem op dat het interbestuurlijk toezicht is ondergebracht bij het Rijk, maar dat dit bij huisvesting van statushouders bij de provincies is ondergebracht. Vanwaar dit verschil en deze keuze, vroeg hij aan de staatssecretaris. De wet is volgens Van der Goot niet moeders mooiste. Net als de Raad van State is OPNL niet enthousiast, omdat het op korte termijn geen oplossing biedt voor Ter Apel. Bovendien heeft de Spreidingswet geen antwoord op zorgen van veel mensen, zoals jongeren in Friesland die een woning zoeken, besloot Van der Goot. Hij gaf aan het wetsvoorstel te zullen steunen.
CDA: Stabiel en evenwichtig opvanglandschap nodig
Volgens senator Van Toorenburg ontbreekt het aan een stabiel en evenwichtig opvanglandschap. Er moet iets gebeuren. Aan de Eerste Kamer de taak om de Spreidingswet te toetsen aan rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. De CDA-fractie ziet de Spreidingswet niet los van de instroom. Van Toorenburg betreurt het nog steeds dat het kabinet over dit onderwerp is gevallen. Ze vroeg de staatssecretaris wanneer het wetsvoorstel effect sorteren.
Parallel zal ook meer moeten worden gedaan aan de overlast. Het CDA is bezorgd over de verspreiding van de overlastgevers. Wordt er serieus gewerkt aan een regeling waardoor uitgeprocedeerde asielzoekers die weigeren mee te werken aan hun vertrek vast kunnen worden gezet, op welke titel dan ook, vroeg Van Toorenburg. Ook wilde ze weten of er wat wordt gedaan aan de glijdende schaal, zodat iemand sneller kan worden uitgezet naarmate hij een ernstiger delict pleegt. Verder vroeg zij of de staatssecretaris al weet hoeveel plekken hij nodig heeft als de Spreidingswet wordt aangenomen.
Het COA zegt ervaring te hebben met het werken met een gemeente die niet wil, maar dat is toch wel iets anders dan een azc plaatsen in een gemeente die niet wil. Hoe gaat de staatssecretaris dat doen, vroeg van Toorenburg. Ze wees erop dat het bestuursrecht een stevige rechtsbescherming kent. Hoe denkt de staatssecretaris die route te lopen? Wie kan er in bezwaar en in beroep? Hoe groot is dat risico? Kan iedereen dat of alleen de gemeente? Wat antwoordt de staatssecretaris aan een grote gemeente die liever kleinschalige opvang wil, vroeg Van Toorenburg. We zijn in het bijzonder tegenover Ter Apel, Stadskanaal en Budel verplicht om hen nu eindelijk serieus te ontlasten. Zij staan met de rug tegen de muur en vangen alle klappen op. Het kan niet zo zijn dat een gemeente bezwijkt en dat 111 gemeenten wegkijken, besloot zij.
50PLUS: Politieke realiteit vraagt om iets anders
Volgens senator Van Rooijen is het de afgelopen 25 jaar niet gelukt om de problematiek van de asielopvang op te lossen. Hij wees erop dat relatief weinig van het bruto binnenlands product (bbp) wordt uitgegeven aan asielopvang, maar dat het onderwerp heel groot is geworden. Is er sprake van zeer slecht management, vroeg hij. Wat hem betreft wel, onder andere door het jojoën met de opvangcapaciteit in de afgelopen 8 jaar.
In hoeverre wordt de draagkracht van onze samenleving daadwerkelijk overschreden als er elk jaar een stad ter grootte van Gouda instroomt als asielzoeker, exclusief nareizigers, vroeg Van Rooijen. Een eerlijke verdeelsystematiek is op zichzelf vanzelfsprekend, zoals wij ook verwachten dat Europese samenwerking centraal staat, aldus Van Rooijen. Hij vroeg om een nationaal debat over de instroom. Er moet beperking komen. Ten aanzien van de Europese dimensie zei hij dat daar iets gebeurt wat de kiezer niet begrijpt, zoals Dublin-claimanten die niet worden teruggestuurd.
De Spreidingswet doet niets aan de instroom, en gezien de uitslag van de verkiezingen begrijpt 50PLUS dat de wet niet gewenst is. Eerst afspraken over de instroom en dan over eerlijke verdeling: dat standpunt begrijpt Van Rooijen ook, maar de politieke realiteit vraagt om iets anders. Het beperken van de instroom staat hoog op de agenda van de formatie. Maar daar gaat de Spreidingswet niet over, wel over de opvang van de migranten. De geschatte daling van de kosten van de asielketen is volgens Van Rooijen veel te optimistisch. Er moet juist geld bij om doelstellingen te halen, zei hij.
De Spreidingswet maakt de wettelijke taak van het COA om de asielopvang te reguleren volgens 50PLUS diffuus en complex en is onnodig als er zou worden gekomen tot ontschotting van de rijksbudgetten. Het gaat om de inzet van miljarden die nu aan noodopvang worden besteed ten behoeve van het inrichten van gemeentelijke tussenvoorzieningen. Van Rooijen vroeg de staatssecretaris om uitleg waarom dit niet is gebeurd en of hij structurele en volledige financiering kan toezeggen.
FVD: Spreidingswet geen oplossing
Senator Van den Oetelaar had vragen bij de oorzaken van migratie. Hoe erg is de situatie als de mannen hun vrouwen en kinderen durven achter te laten in hun thuisland. Jonge mannen zorgen voor overlast bij azc’s. De gemoedelijkheid in dorpen rondom het azc in Cranendonck is weg, zeggen de bewoners. Van den Oetelaar gaf voorbeelden van overlast. Hij vroeg de staatssecretaris is of hij bekend is met time out-regel, waarbij een overlast gever vier uur buiten de hekken van het azc wordt geplaatst. De problemen zijn groot in een gemeenschap die er niet om heeft gevraagd. Spreiden heeft volgens hem juist een aanzuigwerkend effect.
De Spreidingswet betekent ook een enorme aanslag op de lokale democratie. Iets wat zo’n impact heeft, daar zouden de gemeenschappen zelf over moeten gaan, aldus FVD. Statushouders zitten vast in azc’s. Daarvoor is de Spreidingswet ook geen oplosing. De arbeidsparticipatie van statushouders is na vijf jaar nog maar 45%. Van den Oetelaar noemde het ongepast dat een demissionair kabinet zo’n vergaand wetsvoorstel nog aan de Eerste Kamer probeert te slijten terwijl in de Tweede Kamer en samenleving geen draagvlak is. FVD is voor opvang in de regio. Daarmee kunnen we veel meer mensen helpen, besloot Van den Oetelaar.
Beantwoording staatssecretaris
Staatssecretaris Van der Burg van Asiel en Migratie zei dat hij de wet liever niet nodig had gehad. Op het moment dat we afspreken dat we willen voldoen aan de internationale verplichtingen waaraan Nederland zich heeft verbonden, zouden we toch solidair moeten zijn met de vluchtelingen of tenminste met Ter Apel, zei hij. We zijn met elkaar verantwoordelijk dat we dit op een nette manier oplossen. Op dit moment dragen vooral het noorden en het oosten van Nederland de opvang.
De staatssecretaris stond stil bij overlastgevende veiligelanders. Hiervoor zijn Procesbeschikbaarheidlocaties (PBL) op zes locaties in Nederland, die volgens hem een afschrikwekkende werking hebben. Ook had hij aandacht voor kinderen; die moet je volgens hem juist niet uitsluiten van de grensprocedure, want het kan een prikkel worden om kinderen vooruit te sturen, zogenoemde alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’ers) zijn de meest kwetsbare groep tussen vertrek en aankomst.
Van der Burg noemde het wetsvoorstel nadrukkelijk geen dwangwet maar een Spreidingswet. Dat er nieuwe opvangplekken bij zouden komen, noemde hij feitelijk onjuist. Hij schetste wel het beeld dat als er niets wordt gedaan, het aantal statushouders dat niet vanuit een azc's naar een woning kan doorstromen van 16.000 zal groeien naar 20.000. Mensen die in Nederland mogen blijven, de statushouders, krijgen we niet voor het eind van dit jaar in tussen- of doorstroomlocaties.
De staatssecretaris benoemde dat Ter Apel overlast ervaart maar niet van het azc af wil. Het is een belangrijke bron van werkgelegenheid en in Budel loopt een bestuursovereenkomst tot 2028, waarna een nieuwe overeenkomst wordt afgesloten. Als gemeenten zowel iets kunnen doen voor jongeren als voor statushouders, is er een win-win situatie. Flexwoningen kunnen hiervoor bijvoorbeeld worden aangewend.
Grofweg heeft Nederland 96.000 plekken nodig, waarvan 20.000 voor statushouders zijn. Als er minder plekken nodig zijn, dan kan eerst de crisisnoodopvang worden afgeschaald. Nederland subsidieert de asielopvang al vanaf aanvang. Zo krijgt iedereen in Nederland een advocaat. Gevraagd naar ramingen zei Van der Burg dat hij verwacht dat er 30.000 noodopvangplekken nodig zullen zijn. Het zal even duren voordat er een structurele oplossing komt waarmee Nederland de komende jaren voort kan. Ideaal is een combinatie van klein- en grootschalige opvang.
De Spreidingswet garandeert volgens de staatssecretaris dat iedereen een dak boven zijn hoofd krijgt. Hij zegde toe dat hij de belangenafweging die hij zal maken wanneer er sprake is van verplichting aan een gemeente, aan de Kamer zal toesturen.
Deel dit item: