Plenair Panman bij behandeling Afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers



Verslag van de vergadering van 6 februari 2024 (2023/2024 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.05 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Panman i (BBB):

Voorzitter, dank u wel, en welkom aan alle mensen op de tribune en thuis. Tijdens de voorbereiding van mijn inbreng realiseerde ik mij dat je niet altijd zessen kunt gooien. De BBB-fractie ziet dat de minister veel tijd, passie en energie stopt in de energietransitie, maar vandaag is misschien niet het juiste moment noch de juiste situatie voor deze wet voor de afbouw van de saldering voor kleinverbruikers.

Sinds ruim een halfjaar mag ik me als BBB-senator en -woordvoerder verdiepen in het klimaatbeleid en de daaruit voortvloeiende energietransitie. Ik krijg dus steeds beter zicht op wat er zich eigenlijk afspeelt, en dat is verontrustend. In de afgelopen jaren zijn er in hoog tempo overal grote zonneweides en enorm hoge windmolens verrezen, met als keerzijde dat het stroomnet steeds vaker uitvalt en dat nieuwe bedrijven en hele woonwijken vaak niet kunnen worden aangesloten op het net.

De stroomprijzen zijn nog nooit zo dynamisch geweest. "Dynamisch" heeft over het algemeen een positieve lading, omdat het flexibiliteit en beweging uitstraalt. Dat is ook wat het doet. Dynamische prijzen voor elektriciteit zorgen er nu voor dat gedurende vele uren, dagen en opgeteld soms weken van het jaar windmolens en zonnevelden worden afgeschakeld, en niet alleen in de zomer. Uit een rapportage van afgelopen december blijkt dat zon en wind ook toen gedeeltelijk afgeschakeld zijn geweest. De productie van wind en zon ligt veel lager dan de capaciteit van deze installaties, waarmee dit geen efficiënte, duurzame energiebronnen zijn, maar daarnaast zorgen deze installaties ook voor horizonvervuiling. Aan de ene kant wil de regering door middel van Natura 2000-gebieden en stikstofbeleid het land naar een soort authentieke staat van lang geleden terugbrengen; aan de andere kant zet diezelfde overheid het landschap vol met zonnevelden en windmolens. 's Avonds waan je je door alle rode knipperende lampjes eerder in een stad dan in het landelijk buitengebied van Nederland.

Ook sterven er nu door de Nederlandse windmolens jaarlijks meer dan 5.000 vogels, vogels die de overheid graag in het Natura 2000-gebied zou zien, maar het plaatsen van deze windmolens heeft een negatieve impact op de zogenoemde stand van onze biodiversiteit, wat deze overheid overigens weer ... Nou ja, goed, zo raken we in een andere discussie.

Terug naar de energietransitie. We hebben momenteel met de elektrificatie van onze samenleving een grote disbalans tussen vraag en aanbod op het elektriciteitsnet. Dat noemen we wiebelstroom. Dit komt door zowel een grotere vraag — we zijn van het gas af, we gaan elektrisch koken in de avond, we gooien onze auto aan de stekker — als het aanbod: er zijn meer piekmomenten door wind en zon. Inmiddels hebben we te maken met een elektriciteitsnet dat volloopt, ook wel netcongestie genoemd. Onlangs was er uitval in Amsterdam en Utrecht. Ook zijn er meer en meer problemen met het niet kunnen aansluiten van nieuwe woonwijken. Er kan ook niet gestuurd worden in de aansluiting, want volgens de huidige wet mag de netbeheerder niet discrimineren in de aansluitingen op dit net. Het laaghangend fruit van de klimaattransitie hebben we nu wel gehad. Het gaat nu echt lastig worden. Als je achteromkijkt, zie je langzaam de gevolgen van het beleid en mensen die moeite hebben om aangehaakt te blijven. Mensen haken zelfs af. Voor de BBB is elektriciteit een basisvoorziening die voor iedereen stabiel en beschikbaar zou moeten zijn.

Voorzitter. Voor ons ligt nu het wetsvoorstel tot afbouw van de saldering voor kleinverbruikers, hetgeen we al doen sinds 2004. Staat u mij toe om daar iets dieper op in te zoomen. Waarom deze wet? Wat is de urgentie? En welk probleem gaat deze wet oplossen? Bij deze wet hebben we drie belanghebbenden: de burger, de energieleverancier en de overheid. Ik begin bij de burger. In een schrijven van de overheid — ik heb hier een brief van de staatssecretaris van Financiën, Marnix van Rij — komt de overheid met de volgende motivatie: de kosten van zonnepanelen zouden dan eerlijker verdeeld worden. De gedachte is dat vooral mensen met hoge inkomens kunnen investeren in zonnepanelen en profiteren van de regeling. Deze opmerking neigt naar inkomenspolitiek. Zou de minister nader kunnen specificeren wat en hoe hoog deze kosten zijn? Ik hoor graag een onderbouwing. Nu de prijs voor zonnepanelen is gezakt tot een vierde van de prijs in 2007, is de aanschaf van zonnepanelen in combinatie met saldering ook binnen bereik voor de lagere inkomens. Juist nu de gewone burger kan meedoen aan de energietransitie en kan bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelstellingen, juist nu wil het kabinet met een wet van oud-VVD-minister Wiebes en de huidige D66-minister Jetten ermee stoppen. Ditzelfde beeld zie ik bij de elektrische auto's: eerst duur voor de happy few met belastingvoordelen in de motorrijtuigenbelasting, en nu de auto's goedkoper worden en via de tweedehandsmarkt binnen bereik van een bredere laag van onze bevolking komen, wordt het beëindigd.

De leveranciers rekenen de kosten die samenhangen met zonnepanelen door aan alle klanten, zegt de staatssecretaris. Omdat de kosten maar heel beperkt zijn, is dat ook onderdeel van ons collectieve stelsel. Mensen die geen gebruik maken van het openbaar vervoer, betalen er via de belastingen toch aan mee. Zo betaal ik ook al vele jaren via de belasting mee aan de langdurige zorg, waar ik gelukkig nog geen gebruik van heb hoeven maken, hoewel mijn vrouw daar binnen ons huishouden thuis weleens anders over denkt. Nog erger, ik betaal al jaren voor een uitvaartverzekering, maar ik sta hier nog steeds. Politie, brandweer, zorg, onderwijs, kinderopvang, het zijn allemaal onderwerpen van ons collectieve stelsel.

Mensen die panelen hebben, hebben daarvoor een offer gebracht. Ze hebben een risico genomen en spaarcentjes gebruikt. Deze mensen zorgen ervoor dat er meer aanbod van stroom is en dat het goedkoper is geworden, ook voor niet-bezitters van zonnepanelen. Ook dragen ze bij aan het realiseren van klimaatdoelstellingen, een beter klimaat, dat ook gunstig is voor de niet-zonnepaneelbezitters. Mensen die geen zonnepanelen hebben aangeschaft, zijn met hun spaarcenten in een vliegtuig gestapt en de halve wereld overgevlogen.

Dan de leveranciers. Zij vinden het ongemakkelijk dat ze geen controle hebben over de panelen op de daken. Zij willen hun eigen marktpositie behouden en willen er met het oog op de winstgevendheid voor zorgen dat de prijs niet te ver zakt. Veel leveranciers maken gebruik van de SDE-regeling. De leveranciers krijgen daarmee een garantieprijs. Zolang de prijs zakt, past de overheid bij tot een bepaald moment, namelijk het moment dat de prijs door de nul heen zakt en negatief wordt. Dan krijgen zij niks. Wat doen de leveranciers dan? Die schakelen dan de windmolens en de zonnepanelen af, maar dat kunnen ze niet bij de zonnepanelen op het dak. Het heeft dus ook met de winstgevendheid voor de leveranciers te maken.

Dit raakt ook het belang van de overheid, want ook de overheid heeft er belang bij dat de prijs van energie zo hoog mogelijk is en boven die garantieprijs ligt. Als die prijs onder de garantieprijs komt, moet de overheid namelijk bijlappen. Een hogere energieprijs is dus in het belang van de overheid. Overigens is 80% van de markt van energieleveranciers in handen van buitenlandse eigenaren. Vattenfall is Zweeds, Essent is Duits, Eneco is Japans en dan hou je nog 20% over. Leveranciers grijpen in door de kosten van burgers met zonnepanelen door te berekenen. Dat is hun argument. Het gaat dan om die terugleverkosten. Het zou in ieder geval goed zijn als de overheid hierin verantwoordelijkheid pakt en door middel van spelregels beter sturing geeft aan de markt. De 80% terugleververgoeding is via een amendement van de heer Erkens in de Tweede Kamer geregeld, maar dat is slechts voor de komende twee jaar. Het zou fijn zijn als dat voor een langere periode zou zijn. Zou de minister kunnen toezeggen dat het uitgangspunt van de terugleververgoeding in de AMvB ook voor een langere periode kan gelden?

Dan als laatste de overheid. De overheid geeft aan dat er met het uitblijven van het afbouwpad een belastingderving is van 2,8 miljard in de periode 2025 tot 2031 en van 717 miljoen per jaar vanaf 2031. Afgezien van het feit dat een kabinet er in beginsel maximaal vier jaar zit — dan hebben we het over 1,2 miljard en niet 2,8 — is het wel een hele bijzondere manier van communiceren. Als je voor de communicatie een langer tijdpad kiest, dan wordt het bedrag ook groter. Het is 2 miljard tot en met het einde van het afbouwpad en daarna dus 700 miljoen per jaar. Je neemt een voorschot op wat nog niet is. De BBB-fractie vindt dat een bijzondere manier van communicatie. Regionaal zijn er bedrijven en burgers die vanuit een sympathieke gedachte van verduurzaming en om een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelen de door hen opgewekte stroom rechtstreeks willen leveren aan buren of dochterbedrijven. Dat dit niet mag, lijkt voort te komen uit de wens van de overheid om zo veel mogelijk belastingen te heffen. Maar hoe mooi zou het zijn als alle huishoudens en bedrijven zelfvoorzienend zijn? Tja, dan zijn de belastinginkomsten lager, maar dat is wel duurzamer. Moeten we daar niet naartoe werken?

Dan wil ik kijken naar de problemen met de invoering van deze wet. In dit huis toetsen wij de wetten op rechtmatigheid, handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid. Het debat over de uitvoerbaarheid heeft het met name betrekking op maatschappelijk draagvlak. Zo heeft de BBB-fractie een probleem met het wetsvoorstel dat raakt aan de betrouwbaarheid van de rechtvaardige overheid, door juist nu, nu mensen bijdragen aan de klimaatdoelstellingen en de energietransitie, deze wet in te voeren en de spelregels tijdens de wedstrijd te veranderen. Vanuit het oogpunt van rechtvaardigheid moet iedereen in principe mee kunnen doen. Iedereen die wil bijdragen aan de klimaatdoelstellingen zou dat moeten kunnen doen. Het is niet alleen het feestje van de grote bedrijven en van de vermogende burgers.

Een veel harder probleem dat we hebben met deze invoering heeft betrekking op de slimme meters. Voor de invoering van het wetsvoorstel is het nodig dat huishoudens beschikken over slimme meters om de saldering volgens het schema te kunnen afbouwen. Nu bleek in het programma Kassa van BNNVARA afgelopen zaterdag dat er in Nederland nog vele huizen zijn waar zonnepanelen liggen in combinatie met oudere elektriciteitsmeters, de draaischijfmeters die teruglopen. Volgens Netbeheer Nederland hebben 650.000 adressen in Nederland nog zo'n oude meter. De helft van deze mensen zou ook zonnepanelen hebben. Dat betekent dat ruim 300.000 adressen nog om moeten van een oude meter naar een nieuwe meter. Gezien de hoeveelheid werk aan het net en het ombouwen van de meterkasten verwacht Netbeheer Nederland dat niet te kunnen realiseren voor het einde van 2026. De wet zou echter al begin volgend jaar moeten ingaan. Dat loopt dus niet synchroon. Zou de minister hierop kunnen reflecteren in verband met de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel?

De BBB-fractie heeft een oproep aan het kabinet: zorg voor een visie op de energietransitie. Zorg ervoor dat er een integrale en samenhangende langetermijnstrategie is met betrekking tot de energietransitie, waarbij eerst de randvoorwaarden, zoals een solide elektriciteitsnet en eventueel batterijen, aanwezig zijn. En kijk naar regionale oplossingen. Kijk daarbij naar mensen en bedrijven die aan elkaar kunnen leveren en gezamenlijk duurzame energie kunnen opwekken. Denk aan buurtbatterijen. En ten derde: een betrouwbare en rechtvaardige overheid. Daar ben ik net al op ingegaan.

Tot slot, voorzitter. Het is inmiddels wel duidelijk dat de BBB-fractie haar wenkbrauwen fronst bij dit wetsvoorstel en neigt naar behoud van de volledige saldering voor kleinverbruikers. Als de minister de BBB-fractie op andere gedachten wil brengen aangaande dit wetsvoorstel, dan moet hij met echte maatregelen komen voor de aanpak van de geschetste huidige energietransitieproblemen, die aanvullend en in samenhang zijn met dit wetsvoorstel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Panman.

De heer Panman (BBB):

Nou ja, ik wilde nog even mijn laatste zin uitspreken. Je kunt niet altijd zessen gooien. Het is niet het juiste moment en de juiste situatie van de energietransitie om deze wet nu uit te voeren.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Panman. Mevrouw Aerdts namens D66.

Mevrouw Aerdts i (D66):

Nu u bij het einde van uw betoog bent gekomen, is een aantal dingen mij niet helemaal duidelijk. Wat zijn nu precies de prioriteiten van de BBB? U heeft al een keer tegen de afschaffing van fossiele subsidies gestemd. We hebben eerder over de energietransitie in brede zin gesproken. Bent u het niet met mij eens dat de afbouw van deze regeling juist ongelijkheid zou tegengaan? We hebben het net ook gehad over het laaghangende fruit dat al geplukt zou zijn. Dit zou toch juist een mooie impuls kunnen zijn voor nieuwe innovaties op het gebied van duurzame energie, zoals thuisbatterijen of andere vormen van opslag van de energie?

De heer Panman (BBB):

Het is wel een goed punt dat mevrouw Aerdts noemt. Het is echter zo dat wij ons zorgen maken over de energielevering in Nederland. Als je van de fossiele brandstoffen af wilt en de subsidies daarop wilt beëindigen, dan is het noodzakelijk dat het elektriciteitsnet stabiel is. Eerst moeten de randvoorwaarden op orde zijn. Dit wetsvoorstel gaat niet bijdragen aan het garanderen en verbeteren van de energiezekerheid. Dit is een ordinaire belastingmaatregel.

Mevrouw Aerdts (D66):

Maar daar gaat deze wet ook niet over. Volgens mij worden er allerlei initiatieven ontplooid, onder andere in de Tweede Kamer, waarbij daar specifiek naar wordt gekeken. Dit voorstel gaat over de afbouw van de salderingsregeling.

De heer Panman (BBB):

Dit is geen afbouw van subsidies. Wij salderen al sinds 2004. Dat is juist mogelijk gemaakt voor heel veel mensen in Nederland. We willen eigenlijk ook de klimaatdoelstellingen halen. Als u graag een rem wilt op het bereiken van de klimaatdoelstellingen, dan hoor ik dat graag van D66.

Mevrouw Aerdts (D66):

Voorzitter, het is …

De voorzitter:

Nee, nee, nee. De heer Panman is nog niet helemaal klaar. Gaat uw gang, meneer Panman. Daarna geef ik u het woord, mevrouw Aerdts, en dan mag u weer iets zeggen.

De heer Panman (BBB):

De BBB-fractie kiest daar niet voor. Wij hebben graag eerst het huis op orde, voordat wij de volgende stap zetten en echt weer aan de slag gaan.

De voorzitter:

Mevrouw Aerdts, tot slot.

Mevrouw Aerdts (D66):

U zult ons er nooit op kunnen betrappen dat wij minder maatregelen willen om de klimaatdoelstellingen te bereiken. Maar "eerst het huis op orde", "afwachten tot …", et cetera: ik denk dat het juist belangrijk is om het hand in hand te laten gaan. Vandaag staat de afbouw van de salderingsregeling bij ons op het programma.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Aerdts. Uh, meneer Panman met name.

De heer Panman (BBB):

Ja, voorzitter, ik wachtte even op mijn beurt!

De voorzitter:

Heel goed, heel goed.

De heer Panman (BBB):

Goed. Kijk, het heeft er wel mee te maken, in die zin, dat als je nu zegt "we gaan de saldering afbouwen", dan gaan er minder mensen zonnepanelen nemen, en warmtepompen. Voor de energie voor warmtepompen worden ook vaak zonnepanelen gebruikt; het is vaak een combinatie. Dus het heeft er wel degelijk mee te maken. Je zet een enorme rem op het bereiken van je klimaatdoelstellingen en de energietransitie als je dit afschaft. Maar goed, als D66 daarvoor kiest, dan is dat de keuze aan D66.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Crone namens GroenLinks-Partij van de Arbeid.