Helpt u mee onze website te verbeteren?

Dinsdag 7 oktober 2025, commissie Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO)




Agenda

1.Vaststellen agenda


2.Commissieagenda onderdeel VRO

3.29435 / 34682, K

Brief van de minister van VRO ter aanbieding van de Ontwerp-Nota Ruimte; Nota Ruimte

Beslispunten

  • Wenst de commissie naar aanleiding van de Ontwerp-Nota Ruimte met de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in overleg te treden?
  • Hoe wenst de commissie te oordelen over de status van de motie-Koffeman c.s.?

Toelichting

Bij brief van 26 september 2025 heeft de minister van VRO de Kamers de Ontwerp-Nota Ruimte aangeboden, "de integrale visie op de ruimtelijke ordening van Nederland, met als planhorizon 2050 en een doorkijk naar 2100". De Nota Ruimte is een nationale omgevingsvisie als bedoeld in artikel 3.1, derde lid, van de Omgevingswet. Deze vervangt de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) uit 2020, die nog onder de Wet ruimtelijke ordening tot stand kwam. Ten aanzien van de vervolgstappen meldt de minister:

Ik ga, op basis van deze Ontwerp-Nota Ruimte, graag in gesprek met uw Kamer over de voorgestelde keuzes en richtingen. Vanaf 6 oktober ligt de Ontwerp-Nota Ruimte daarnaast gedurende tien weken (tot en met 15 december) ter inzage. Dat betekent dat iedereen de komende maanden in de gelegenheid wordt gesteld om te reageren op de visie en ruimtelijke keuzes, door een zienswijze in te dienen. Ook ga ik de komende maanden actief het gesprek aan met de medeoverheden, met maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en met andere betrokkenen, en jongeren in het bijzonder.

Op basis van de uitkomsten van deze gesprekken en ingediende zienswijzen zal het kabinet toewerken naar de definitieve Nota Ruimte. Die zal het kabinet, inclusief een Uitvoeringsagenda, ook weer aan uw Kamer aanbieden.

De minister acht met de aanbieding verschillende moties van Tweede en Eerste Kamer uitgevoerd:

Met het publiceren van de Ontwerp-Nota Ruimte beschouw ik de door uw Kamer aangenomen moties gerelateerd aan de Nota Ruimte dan ook als afgedaan.

Voor wat betreft de Eerste Kamer gaat het om:

De commissie heeft op 4 februari van dit jaar besloten deze motie als niet uitgevoerd te blijven beschouwen en de deadline te verplaatsen naar 1 januari 2026.


Bespreking



4.34682, AD

Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van VRO over de kabinetsreactie op de Monitor van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) 2024; Nationale Omgevingsvisie

Beslispunt

Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 19 september 2025 met de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in nader schriftelijk overleg te treden?

Toelichting

Bij brief van 25 september 2024 heeft de minister van VRO de Kamer de tweede vervolgmeting aangeboden van de Monitor Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Het betreft een meting van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in samenwerking met het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Rijksinstituut voor Cultureel Erfgoed (RCE) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In de monitor reflecteert het PBL op de doelen uit de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) uit 2020 en in hoeverre deze volgens het PBL in bereik zijn, aldus de minister. Zij was voornemens voor het einde van het jaar met een inhoudelijke reactie te komen en heeft vervolgens bij brief van 20 december 2024 de beide Kamers de kabinetsreactie gestuurd.

Over de kabinetsreactie op de monitor heeft nu tweemaal schriftelijk overleg plaatsgevonden. De laatste antwoordbrief van de minister van VRO, van 19 september 2025, staat heden ter bespreking geagendeerd. Diverse vragen en antwoorden betreffen de Nota Ruimte. Zie daarvoor het vorige agendapunt.


Bespreking verslag van een nader schriftelijk overleg





5.33118/34986, GO, GQ en GP

Brief van de minister van VRO over stand van zaken uitvoering Omgevingswet, tweede kwartaal 2025; Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van VRO over de uitvoering van de Omgevingswet; Brief van de minister van VRO ter aanbieding van de eerste Monitor Werking Omgevingswet - Rapportage 2024; Omgevingsrecht

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

In de commissievergadering van 23 september jl. is besloten heden een gebundelde inbreng te leveren inzake de volgende stukken die met de Omgevingswet samenhangen:

  • de brief van de minister van VRO ter aanbieding van de eerste Monitor Werking Omgevingswet (33118 / 34986, GO);
  • het verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van VRO over de uitvoering van de Omgevingswet (33118 / 34986, GQ) en
  • de brief van de minister van VRO over stand van zaken uitvoering Omgevingswet, tweede kwartaal 2025 (33118 / 34986, GP).

Technische briefing van de Evaluatiecommissie Omgevingswet over het rapport 'In werking maar onderbenut’

Op 16 april 2025 ontving de Kamer de kwartaalbrief Omgevingswet, met daarbij onder meer het eerste reflectierapport van de Evaluatiecommissie Omgevingswet ‘In werking, maar onderbenut’. Op verzoek van de commissie heeft de Evaluatiecommissie dit rapport toegelicht tijdens een technische briefing op 9 september jl.:


Inbreng voor schriftelijk overleg




6.33118 / 34986, GO

Brief van de minister van VRO ter aanbieding van de eerste Monitor Werking Omgevingswet - Rapportage 2024; Omgevingsrecht

Beslispunt

Hoe wenst de commissie te oordelen over de status van de toezeggingen T02887, T02857, T02862 en T02863?

Toelichting

Bij brief van 14 juli 2025 (EK 33.118 / 34.986, GO) heeft de minister van VRO de Kamer de Rapportage 2024 aangeboden, zijnde de eerste rapportage vanuit de Monitor Werking Omgevingswet. Met de toezending van de rapportage geeft de minister naar eigen zeggen invulling aan vier toezeggingen aan de Eerste Kamer (zie voetnoot 1). De commissie heeft de bespreking van deze toezeggingen op 9 en 23 september 2025 aangehouden en besloten de status ervan in de eerstvolgende vergadering te beoordelen. Het betreft:

Toezegging In de voortgangsbrief aandacht besteden aan wijze van evaluatie en monitoring (34.864) (T02887)

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat in de voortgangsbrief uiteengezet wordt hoe de onafhankelijke evaluatie na vijf jaar en de jaarlijkse monitoring vorm worden gegeven. (huidige status: deels voldaan)

Ambtelijk voorstel: oordeel commissie. Uit de brief wordt duidelijk hoe de jaarlijkse monitoring eruit komt te zien. De commissie heeft in februari van dit jaar besloten de toezegging als deels voldaan te blijven beschouwen, omdat de Kamer ook heeft gevraagd om een jaarlijkse onafhankelijke evaluatie. De commissie verwees naar de Kamerbreed aangenomen motie-Rietkerk (34985, K), waarin de regering werd verzocht om een onafhankelijke evaluatiecommissie in te stellen die gedurende vijf jaar jaarlijks rapporteert aan de Staten-Generaal over de uitvoering.

Toezegging De Kamer informeren over inrichting systematische monitoring (34.986) (T02857)

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe de Kamer een integraal inzicht aan te bieden met betrekking tot de systematische aanpak van de monitoring. Jaarlijks komt er een brief over de monitoringsresultaten. (huidige status: deels voldaan)

Ambtelijk voorstel: met de toezending van de Rapportage 2024 kan de toezegging als voldaan worden aangemerkt of als doorlopende toezegging (legisprudentie).

Toezegging Monitoren ontwikkelingen op het gebied van participatie (34.986) (T02862)

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer toe dat zij zal bevorderen dat overheden expliciet aandacht besteden aan het betrekken van doelgroepen die normaal gesproken ondervertegenwoordigd zijn bij participatie, zal monitoren hoe participatie zich ontwikkelt en vervolgens bij de evaluatie van de Omgevingswet zal bepalen of andere of nadere eisen alsnog noodzakelijk zouden zijn. (huidige status: openstaand)

Ambtelijk voorstel: participatie komt in de Rapportage 2024 verschillende malen aan de orde, bijvoorbeeld in paragraaf 3.15 (Participatie van en samenwerking met de samenleving). Er is onderzocht of bevoegde gezagen informele of formele processen hebben ingericht om participatie te organiseren bij de inzet van het instrumentarium. Vragen als "Voelen burgers, bedrijven en maatschappelijke partners zich gehoord in het participatieproces bij beleidsontwikkeling?", "In hoeverre worden burgers door initiatiefnemers betrokken in participatieprocessen over initiatieven in de leefomgeving?" en "In hoeverre vinden burgers dat zij hun belang kunnen inbrengen in participatieprocessen en daarmee invloed hebben op het beleid of besluiten?" worden echter pas gemeten vanaf 2025. De toezegging kan als openstaand worden aangemerkt met als nieuwe deadline 1 juli 2026.

Toezegging Bij de evaluatie kwaliteit participatieve proces bezien (34.986) (T02863)

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe bij de evaluatie van de Omgevingswet de kwaliteit van het participatieve proces te bezien en eventuele best practices die uit de evaluatie naar voren komen, te delen. (huidige status: openstaand)

Ambtelijk voorstel: participatie komt in de Rapportage 2024 verschillende malen aan de orde, bijvoorbeeld in paragraaf 3.15 (Participatie van en samenwerking met de samenleving). Er is onderzocht of bevoegde gezagen informele of formele processen hebben ingericht om participatie te organiseren bij de inzet van het instrumentarium. Vragen als "Voelen burgers, bedrijven en maatschappelijke partners zich gehoord in het participatieproces bij beleidsontwikkeling?", "In hoeverre worden burgers door initiatiefnemers betrokken in participatieprocessen over initiatieven in de leefomgeving?" en "In hoeverre vinden burgers dat zij hun belang kunnen inbrengen in participatieprocessen en daarmee invloed hebben op het beleid of besluiten?" worden echter pas gemeten vanaf 2025. De toezegging kan als openstaand worden aangemerkt. De deadline was reeds 1 januari 2027.


Bespreking status toezeggingen

7.33118/34986, GP

Brief van de minister van VRO over stand van zaken uitvoering Omgevingswet, tweede kwartaal 2025; Omgevingsrecht

Beslispunt

Kan de commissie ermee instemmen de status van de toezeggingen T02855, T03558 en T03747 ongewijzigd te laten?

Toelichting

Op 20 augustus 2025 heeft de Eerste Kamer de voortgangsbrief Omgevingswet tweede kwartaal 2025 ontvangen. In de brief komen drie toezeggingen aan de Kamer aan de orde. Twee toezeggingen hangen met elkaar samen. De commissie heeft de bespreking van deze toezeggingen op 9 en 23 september 2025 aangehouden en besloten de status ervan in de eerstvolgende vergadering te beoordelen. Het betreft:

Toezegging Invoeringsondersteuning vijf jaar laten doorlopen vanaf 2021 (34.986) (T02855)

De minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Dessing (FVD), Nooren (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe de invoeringsondersteuning nog vijf jaar te laten doorlopen vanaf 2021. In dat kader zal minimaal één jaar voldoende ondersteuning met regioteams plaatsvinden, op kosten van de Rijksoverheid. Nadat vijf jaar zijn verstreken zal bezien worden met decentrale overheden welke ondersteuning nog nodig is. (status: openstaand)

Toezegging Voortzetting ondersteuning omgevingsdiensten (33.118 / 34.986) (T03558)

De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Klip-Martin (VVD), toe dat in ieder geval vijf jaar wordt doorgegaan met de ondersteuning aan de omgevingsdiensten op verschillende manieren bij de invoering van de Omgevingswet, waaronder dat het programma Aan de slag met de Omgevingswet in ieder geval anderhalf jaar blijft voortbestaan, maar mogelijk langer als daar de wens toe of vraag naar bestaat. (status: deels voldaan)

De minister schrijft hierover: "Het einde van het programma AdS betekent niet dat de ondersteuning aan bevoegde gezagen stopt. Er is duidelijk nog behoefte aan ondersteuning bij de bevoegde gezagen, waardoor ik een te snelle of volledige afbouw van de ondersteuning niet verantwoord acht. Per 1 juli jl. heb ik de uitvoeringsondersteuning dan ook binnen de lijnorganisatie van mijn Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening geborgd. Dit is tevens in overeenstemming met meerdere toezeggingen aan uw Kamer om de uitvoeringsondersteuning in ieder geval vijf jaar te laten doorlopen."

Ambtelijk voorstel: omdat de toezeggingen einddata in respectievelijk 2027 en 2029 hebben, is er geen aanleiding de status van de toezeggingen te wijzigen.

Een derde toezegging is:

Toezegging Invulling geven aan principes invoeringstoets Omgevingswet (33.118/34.986) (T03747)

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Langen-Visbeek (BBB) en Kluit (GroenLinks-PvdA), toe invulling te geven aan de principes van een invoeringstoets door:

  • • 
    bij de 2e en 4e voortgangsbrief in 2024, horende bij het tweede en vierde kwartaal, de onafhankelijke evaluatiecommissie te vragen om nadere duiding van de voortgang.
  • • 
    na dit eerste jaar te bezien of een onafhankelijke duiding van de evaluatiecommissie ook na 18 maanden (2e kwartaal 2025) nog noodzakelijk is.
  • • 
    met de minister voor Rechtsbescherming in contact te treden om de Omgevingswet op te laten nemen in het overzicht van invoeringstoetsen.
  • • 
    de thematische opzet van de invoeringstoets ook herkenbaar in de voortgangsbrieven te borgen, waaronder signalen over de werking van de Omgevingswet vanuit het burgerperspectief. (status: deels voldaan)

De minister schrijft hierover: "Het komende jaar wordt verder gewerkt aan de uitvoering van de toegezegde invoeringstoets. Via mijn voortgangsbrieven of separaat blijf ik uw Kamer de komende jaren informeren over de uitkomsten van de diverse monitors en de werkzaamheden van de evaluatiecommissie en de regeringscommissaris."

Ambtelijk voorstel: de status van de toezegging niet te wijzigen.


Bespreking status toezeggingen

8.T03907

Toezegging Onderzoek permanente bewoning van vakantiewoningen en recreatievaartuigen (36.410 VII); Brief van de minister van VRO ter aanbieding van de voorhang Instructieregel permanente bewoning recreatiewoningen en uitvoeringslast Toeslagen; Integrale visie op de woningmarkt

Beslispunten

  • wenst de commissie naar aanleiding van het ontwerpbesluit permanente bewoning recreatiewoningen met de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in overleg te treden?
  • hoe wenst de commissie te oordelen over de status van toezegging T03907?

Toelichting

Bij brief van 2 oktober 2025 heeft de minister van VRO het ontwerpbesluit permanente bewoning recreatiewoningen bij beide Kamers voorgehangen. Ingevolge artikel 23.5 van de Omgevingswet bedraagt de voorhangtermijn vier weken. In de aanbiedingsbrief verwijst de minister naar een toezegging aan de Eerste Kamer, te weten Toezegging Onderzoek permanente bewoning van vakantiewoningen en recreatievaartuigen (36.410 VII) (T03907). Deze toezegging luidt voluit:

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Kemperman (BBB) en het lid Van Hattem (PVV), toe dat hij in een brief aan de Kamer over de aanpak van vakantieparken een onderzoek zal toevoegen naar het potentieel van permanent gebruikmaken van vakantiewoningen en recreatievaartuigen.

Het ontwerpbesluit ziet op het tijdelijk legaliseren van bestaande permanente bewoning van recreatiewoningen. "Met een nieuwe instructieregel zal reeds bestaande permanente bewoning van recreatiewoningen gedurende tien jaar onder bepaalde voorwaarden worden toegestaan, als deze woningen vóór of op 16 mei 2024 bewoond werden door de bewoners", aldus de toelichting. Over recreatievaartuigen is, voor zover kon worden nagegaan, in het ontwerpbesluit niets te vinden.

Bij het ontwerpbesluit is een uitvoeringstoets van de Dienst Toeslagen gevoegd. Hierin oordeelt de Dienst dat het besluit onuitvoerbaar is. De minister geeft aan dit oordeel heel serieus te nemen, maar tevens dat de gevolgen voor de uitvoering nog niet exact te bepalen zijn.

Indien de commissie met de minister in overleg wenst te treden, is het gebruikelijk haar te vragen geen onomkeerbare stappen te zetten zolang het overleg loopt.


Bespreking



9.Commissieagenda onderdeel I&W

10.36647 (R2204)

Opleggen verplichtingen aan scheepseigenaar en invoegen mogelijkheid tot ongevallenonderzoek

Beslispunt

Welke procedure wenst de commissie te volgen:

  • een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een verslag;
  • te volstaan met een blanco verslag (geen vragen of opmerkingen, afdoen als hamerstuk of na stemming);
  • te volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling (geen schriftelijke behandeling, wel een mondelinge behandeling plenair)?

Internetconsultatie en uitvoeringstoetsen

Conform de Kamernotitie Uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen burgers treft u hieronder een overzicht met link naar de internetconsultatie en uitvoeringstoetsen:


Procedure

11.36766

Implementatie onderdelen richtlijn hernieuwbare energie (RED III) die betrekking hebben op de vervoerssector

Beslispunt

Welke procedure wenst de commissie te volgen:-

  • een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een verslag;-
  • te volstaan met een blanco verslag (geen vragen of opmerkingen, afdoen als hamerstuk of na stemming);-
  • te volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling (geen schriftelijke behandeling, wel een mondelinge behandeling plenair)?

internetconsultatie en uitvoeringstoetsen

Conform de Kamernotitie Uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen burgers treft u hieronder een overzicht met link naar de internetconsultatie en uitvoeringstoetsen:


Procedure


12.36569

Initiatiefvoorstel-De Hoop en Olger van Dijk Wet provinciale inbesteding vervoerconcessies

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor het verslag te leveren?

Toelichting

In de vergadering van 23 september 2025 is de procedure van het wetsvoorstel besproken. Een aantal fracties heeft aangedrongen op spoedige behandeling, bij voorkeur voor de Tweede Kamerverkiezingen, mede in verband met het vertrek van een van de initiatiefnemers. Enkele data die bij de planning van de verdere behandeling mogelijk relevant zijn:

  • 3 oktober 2025: Tweede Kamer gaat met verkiezingsreces
  • 15 oktober t/m maandag 27 oktober 2025: herfstreces Eerste Kamer
  • 29 oktober 2025: Tweede Kamerverkiezingen
  • 4 november 2025: Algemene Europese Beschouwingen in de Eerste Kamer
  • 12 november 2025: eerste samenkomst nieuwe Tweede Kamer

Indien de commissie een snelle behandeling wenst, zijn bijvoorbeeld de volgende tijdpaden denkbaar:

  • heden inbreng voor het verslag, beantwoording door initiatiefnemers en regering uiterlijk woensdag 22 oktober 2025, plenaire behandeling 28 oktober 2025 (onder voorbehoud van tijdige beantwoording), stemming 4 november 2025.
  • hetzelfde als boven, maar dan met stemming op 28 oktober 2025, direct na het debat.

Inbreng voor het verslag

13.31936, BS

Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van I&W en de staatssecretaris van LVVN over besluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB); Luchtvaartbeleid

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

De commissie heeft driemaal schriftelijk overleg gevoerd over het bij de Kamer voorgehangen ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht. Het definitieve besluit is op 6 mei 2025 vastgesteld en op 7 mei 2025 gepubliceerd in het Staatsblad. Ook over het definitieve besluit is schriftelijk overleg gevoerd. Bij uitgaande brief van 28 juli 2025 zijn aan de bewindslieden van I&W vragen gesteld, gebaseerd op de inbreng van GroenLinks-PvdA. Op 9 september 2025 is de beantwoording van de nadere vragen ontvangen (31936, BS). Daarvoor heeft de staatssecretaris van LVVN getekend. De commissie besloot in haar vergadering van 23 september jl. heden gelegenheid te willen bieden voor een volgende schriftelijke ronde.


Inbreng voor nader schriftelijk overleg

14.21501-33

Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van I&W en de staatssecretaris van I&W - Openbaar Vervoer en Milieu naar aanleiding van het verslag van de Transportraad van 5 december; Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

Op 16 december 2024 heeft de Kamer van de minister van I&W het verslag ontvangen van de Transportraad van 5 december 2024. Het verslag was bij de mededelingen en informatie van de commissievergadering I&W/VRO van 14 januari 2025 gevoegd. De commissie besloot op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) het stuk voor inbreng voor schriftelijk overleg te agenderen. Inmiddels heeft de commissie driemaal schriftelijk overleg gevoerd met de bewindslieden van I&W. In haar vergadering van 23 september jl. besloot zij heden gelegenheid te geven voor een vierde schriftelijke ronde.


Inbreng voor nader schriftelijk overleg

15.Mededelingen en informatie

Ontwerpbesluit procedurele versnellingen elektriciteitsprojecten

Op de gebruikelijke lijst gedelegeerde regelgeving is opgenomen het Ontwerpbesluit procedurele versnellingen elektriciteitsprojecten. De wettelijke grondslag van het Besluit is artikel 16.87a van de Omgevingswet. Dit artikel bestaat nu nog niet, maar wordt ingevoerd door de Wet versterking regie volkshuisvesting (36.512). Het voorstel voor deze wet is momenteel in behandeling bij de commissie I&W/VRO. Het Ontwerpbesluit ligt, gelet op het onderwerp, echter op het terrein van de commissie EZ/KGG en de minister van Klimaat en Groene Groei is de eerstverantwoordelijke bewindspersoon.

Uitstelbrief

Bij brief van 15 juli 2025 zijn vanuit de commissie vragen gesteld over de stand van zaken van het Sociaal Klimaatplan. In de gebruikelijke lijst ingekomen brieven is een brief van de staatssecretaris Participatie en Integratie opgenomen met het bericht dat de beantwoording meer tijd vergt.

Termijnbrief

Let op! Op de termijnbrief zijn vier wetsvoorstellen opgenomen die relevant zijn voor de commissie I&W/VRO. Het betreft de wetsvoorstellen


16.Rondvraag