Dit voorstel voert een stelsel van pluimveerechten in om de mestproblematiek te kunnen beheersen. Er wordt een nieuw maximum gesteld aan het aantal kippen en kalkoenen dat op een bedrijf mag worden gehouden.
De toenemende mestproductie is een bedreiging voor de realisatie van de nationale doelstellingen in het kader van het mestbeleid. Ook is zij een bedreiging voor de effectuering van de doelstellingen van richtlijn nr. 91/676/EEG inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PbEG L 375).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 29 juni 2000 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 december 2000 zonder stemming aangenomen.
Het wetsvoorstel werd gezamenlijk met wetsvoorstel 26.840 behandeld.
ingediend
10 april 1999titel
Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van pluimveerechtenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
inwerkingtreding
De artikelen treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
4