27.818 (R1692)

Goedkeuring Verdrag van Nice



Dit voorstel van rijkswet keurt het Verdrag van Nice goed voor het hele Koninkrijk. Het verdrag is een herziening van het Verdrag van Amsterdam van 1997. Het verdrag is opgenomen in de Tractatenbladen 2001, nr. 47PDF-document en 2001, nr. 74PDF-document. Een geconsolideerde versie is gepubliceerd in het Publicatieblad van de EG, 2001/C80/01PDF-document.

Het Verdrag van Nice bereidt de Europese Unie voor op de uitbreiding conform de besluiten van de Europese Raad van Helsinki. De hervormingen hebben onder meer betrekking op de besluitvorming in de Unie, de nauwere samenwerking, de Commissie, de stemmenweging in de Raad, het Hof van Justitie en het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid. Met de hervormingen zal de Europese Unie voor eind 2002 klaar zijn voor de toetreding van nieuwe lidstaten.

Het verdrag behoeft de goedkeuring van de Staten-Generaal ingevolge artikel 91.1 van de Grondwet.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Tweede Kamer
Plenair
 
Afkondiging
Staatsblad(en)

Het voorstel is op 22 november 2001 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van de SP stemde tegen.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 december 2001 zonder stemming aangenomen. De fractie van de SP is daarbij aantekening verleend.


Kerngegevens

ingediend

18 juni 2001

titel

Goedkeuring van het op 26 februari 2001 te Nice totstandgekomen Verdrag van Nice houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, met Protocollen (Trb. 2001, 47)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst


Documenten

  • 22 november 2001
    stemming (aangenomen, tegen: SP) Handelingen TK 2001/2002, nr. 27: blz. 1945-1946
  • 21 november 2001
    behandeling Handelingen TK 2001/2002, nr. 26: blz. 1862-1891