Dit wetsvoorstel wijzigt de bestuurlijke structuur van de landelijke publieke omroep. De wijzigingen komen voort uit de aanbevelingen die zijn gedaan in het rapport 'Omzien naar de omroep' van de visitatiecommissie Rinnooy Kan. Uit het rapport blijkt dat de omroepen ieder voor zich redelijk functioneren, maar dat door gebrekkige onderlinge samenwerking en het ontbreken van een gezamenlijke strategie het programma-aanbod en het publieksbereik tekort schieten.
De voorgestelde wijzigingen van de Mediawet tasten de grondslagen van het huidige bestel - waarin de individuele omroepen zelfstandige rechten op zendtijd en financiële middelen hebben - niet aan, maar zorgen ervoor dat de landelijke omroep op korte termijn binnen de huidige kaders beter kan functioneren. De maatregelen hebben betrekking op de totstandkoming van een gezamenlijke strategie en afspraken over algemeen programmabeleid, een duidelijke regie van de programmering op de televisienetten en radiozenders en een heldere scheiding tussen bestuur en toezicht.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 7 juni 2005 aangenomen door de Tweede Kamer. D66, Groep Wilders, VVD, CDA en LPF stemden voor. De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 4 en 5 juli 2005. Het voorstel is op 5 juli 2005 zonder stemming aangenomen. ChristenUnie, SGP, PvdA en SP is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 426 van 31 augustus 2005.
De inwerkingtreding van een onderdeel is opgenomen in Staatsblad 447 van 5 oktober 2006.
ingediend
7 februari 2005titel
Wijziging van de Mediawet in verband met het bevorderen van een gezamenlijke strategie en duidelijke regie met betrekking tot de programmering van de landelijke publieke omroep, alsmede het aanbrengen van een helderder afbakening tussen toezicht, bestuur en professionele werkprocessen binnen de organisatie van de landelijke publieke omroepschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel Qa, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Artikel I, onderdeel X, werkt terug tot en met 31 december 2003.
-
-Er worden prestatieafspraken (met de overheid en onderling) gemaakt, die de totstandkoming van een gezamenlijke strategie moeten bevorderen;
-
-De regierol van de raad van bestuur (en in mandaat de netcoördinatoren) wordt versterkt. Dit is nodig voor duidelijke regie van de programmering op de radiozenders en de televisienetten;
-
-De bestuurlijke organisatie wordt hervormd, zodat een (van de uitvoerende omroepen) onafhankelijke raad van toezicht ontstaat en omroepvoorzitters inbreng kunnen leveren via een nieuw op te richten 'college van omroepen'.
1
-
7 juni 2005
stemming (aangenomen, voor: D66, Groep Wilders, VVD, CDA en LPF) Handelingen TK 2004/2005, nr. 87, blz: 5194-5195