De Eerste Kamer heeft dinsdag 26 september 2006 voorkomen dat artsen die niet meer de bevoegdheid hebben om een praktijk uit te oefenen daarmee ook hun artsentitel kwijtraken. De behandeling van een wetsvoorstel over de periodieke registratie van beroepen in de individuele gezondheidszorg werd geschorst, nadat minister Hoogervorst (VVD, volksgezondheid) een compromis had voorgesteld. De minister wil artsen die hun registratie verliezen hun titel van arts eventueel laten behouden als zij daaraan voluit toevoegen 'niet praktiserend'. Hoogervorst vindt dat het voor elke patiënt duidelijk moet zijn of hij of zij met een bevoegde arts te maken heeft of niet. De minister zal hierover een voorstel ontwikkelen.
Openbaar Ministerie
Op verzoek van CDA-senator Van de Beeten zal hij daarin ook een optie opnemen om in deze zaak een rol toe te bedelen aan het Openbaar Ministerie. Het gaat erom te bepalen welke artsen die niet meer geregistreerd staan, om strafrechtelijke redenen uit het register zijn verdwenen. Daarover wil hij overleg plegen met de nieuwe minister van Justitie, Hirsch Ballin (CDA). Over het resultaat van het overleg zal minister Hoogervorst de Eerste Kamer een brief sturen. Na ontvangst van deze brief beslist de Kamer wanneer en hoe hij het betreffende wetsvoorstel zal afhandelen.
Zonder stemming
De senaat ging zonder stemming akkoord met twee andere wetsvoorstellen. Het ene heeft betrekking op het specialistenregister en het andere herformuleert eisen betreffende hernieuwde erkenning als specialist.
Body of knowledge
Namens de fracties van VVD en D66 had mevrouw Dupuis (VVD) opgemerkt dat het beroep arts meer inhoudt dan alleen het praktisch handelen met patiënten. Er is volgens haar een grote 'body of knowledge' waarover artsen per definitie beschikken. De titel arts verwijst ook naar die kennis. Zoals de titel jurist verwijst naar juridische kennis, en titels als ingenieur, advocaat, rechter of notaris eveneens verwijzen naar specifieke kennis, betoogde mevrouw Dupuis.
Verzet tegen verbod
Mevrouw Slagter-Roukema van de SP-fractie, zelf praktiserend huisarts, verzette zich ook namens de fracties van GroenLinks, ChristenUnie, SGP en de Onafhankelijke Senaatsfractie tegen het aangekondigde verbod de titel van arts te blijven dragen als men niet meer in het artsenregister staat. Als ik nu zou stoppen met werken als huisarts, geen deskundigheidsbevordering meer zou plegen, en alleen nog senator zou zijn, mag ik (als deze wet al zou zijn ingevoerd) over ongeveer vijf jaar niet meer de titel van arts voeren. Ik vind dat ontkenning van een heel stuk van mijn leven, zei mevrouw Slagter.
Artsentitel
PvdA-senator Hamel zei: De artsentitel zegt weinig over de deskundigheid van de arts. Zelfs het specialisme waarvoor een arts staat ingeschreven komt niet altijd overeen met zijn bekwaamheid. De PvdA-senator suggereerde betrokkenen die aan de titel hechten het recht te geven de titel arts 'np' te gebruiken. Minister Hoogervorst zei 'np' een te vage aanduiding te vinden. Dit zou voluit 'niet praktiserend' moeten worden.
Deel dit item: