Dit wetsvoorstel voorziet in het creëren van een grondslag voor het treffen van bestuurlijke preventieve maatregelen met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid.
Met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid kan het noodzakelijk zijn om van betrokkene (n) vrijheidsbeperkende maatregelen op te leggen nog vóór er in strafrechelijke zin actie kan worden ondernomen. Deze maatregelen kunnen ook na vrijspraak toegepast worden. Het voorstel kent een drietal beperkingen: 1) een verbod om zich te bevinden in de omgeving van bepaalde objecten of in bepaalde delen van Nederland (gebiedsverbod); 2) een verbod om zich te bevinden in de nabijheid van bepaalde personen (persoonsverbod); 3) een verplichting zich periodiek te melden bij de politie (meldingsplicht).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 30.566 A) is op 20 maart 2007 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, SGP en CDA stemden voor.
Bij brief van 10 juni 2011 heeft de minister van Veiligheid en Justitie het wetsvoorstel ingetrokken. (EK 30.566, E)
ingediend
19 mei 2006titel
Regels inzake het opleggen van beperkende maatregelen aan personen met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid en inzake het weigeren of intrekken van beschikkingen met het oog op de bescherming van de nationale veiligheidschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
15
-
-
-
31 augustus 2009
brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met het verzoek tot aanhouden van het wetsvoorstel EK, niet als Kamerstuk gepubliceerd
op 8 september 2009 voor kennisgeving aangenomen -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-