31.241

Verplichte medewerking aan een bloedtest in strafzaken



Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk dat een verdachte of een derde wordt verplicht mee te werken aan onderzoek, aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of hij drager is van een virus dat bij het plegen van een strafbaar feit kan zijn overgedragen op het slachtoffer.

Het onderzoek is nodig in verband met de vaststelling of ter gelegenheid van een strafbaar feit besmetting van het slachtoffer met een ernstige ziekte heeft kunnen plaatsvinden. Ingeval de verdachte of de derde medewerking aan het onderzoek weigert, kan de officier van justitie na verkregen machtiging van de rechter-commissaris in het belang van het onderzoek het bevel geven tot afname van lichaamsmateriaal bij de verdachte of de derde.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 31.241, A) is op 18 september 2008 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 november 2009 als hamerstuk afgedaan. 

Op 3 november 2009 heeft de commissie besloten niet langer vast te houden aan de gezamenlijke behandeling met de wetsvoorstellen Versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (30.143) en de Partiële wijziging Wetboek van Strafrecht inzake rechtsontwikkelingen, internationale verplichtingen en geconstateerde wetstechnische gebreken en leemten (31.391).


Kerngegevens

ingediend

11 oktober 2007

titel

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering inzake de regeling van onderzoek naar de mogelijkheid van overbrenging van een ernstige besmettelijke ziekte bij gelegenheid van een strafbaar feit (verplichte medewerking aan een bloedtest in strafzaken)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Documenten