Senaat bekrachtigt nieuwe status voor eilanden van de Nederlandse Antillen



Impressie van het debat

Het land Nederlandse Antillen binnen het Koninkrijk der Nederlanden verdwijnt. Daarvoor in de plaats komen twee nieuwe landen: Curaçao en Sint Maarten, naast het al sinds 1986 bestaande land Aruba. De eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden openbare lichamen binnen het land Nederland. De streefdatum is 10 oktober van dit jaar: 10-10-10.

Aan het slot van een historisch debat op dinsdag 6 juli heeft de Eerste Kamer in aanwezigheid van afgevaardigden van de Nederlandse Antillen en Aruba en van de minister-presidenten van deze landen de noodzakelijke wijzigingen van het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden (32.213 (R1903)) met algemene stemmen aanvaard.

Ook stemde de Eerste Kamer in met een reeks rijkswetten over openbaar ministeries (32.018 (R1885)), politie (32.019 (R1886)), de Raad voor de Rechtshandhaving (32.020 (R1887)), financieel toezicht (32.026 (R1888)) en de vaststelling van de zeegrens tussen Curaçao en Bonaire en tussen Sint Maarten en Saba (32.041 (R1890)). De senaat bekrachtigde eveneens een aantal nieuwe rijkswetten voor instelling van een Gemeenschappelijk Hof van Justitie (32.017 (R1884)), alsook de aanpassing van bestaande rijkswetten als gevolg van de oprichting van de nieuwe landen (32.186 (R1901)) De SP-fractie liet aantekenen tegen de Wet op het financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten te zijn.

De CDA-fractie verklaarde bij monde van woordvoerder Van Bijsterveld steun aan de staatkundige hervorming, die volgens haar 'een mijlpaal vormt in de geschiedenis van het Koninkrijk.' Toch is met de beoogde ingangsdatum van 10 oktober 2010 deze hervorming niet afgerond, aldus mevrouw Van Bijsterveld. 'Die datum zien wij eerder als een startpunt van een proces dat pas echt handen en voeten moet krijgen in de bestuurlijke, politieke en maatschappelijke praktijk van alledag. Goed doortimmerde wetgeving alléén is daarvoor niet voldoende. Essentieel is een gemeenschappelijke toekomstvisie, zoals die door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken in het vooruitzicht is gesteld.' In de tweede plaats moet aan beide zijden van de oceaan worden afgerekend met oude beelden en percepties die - aldus Van Bijsterveld - de verhoudingen binnen het Koninkrijk kunnen maken of breken. Als derde factor voor het welslagen van de staatkundige hervorming noemde de CDA-senator de aanwezigheid van 'checks and balances', waarmee tegemoet wordt gekomen aan de bestuurlijke realiteit zoals die bestaat op de kleine schaal van de afzonderlijke eilanden.

Van Bijsterveld vroeg de regering om na te denken over een alternatief voor de louter juridische sturing waarmee tot nu toe het hervormingsproces wordt begeleid. 'Gelet op de enorme omvang en complexiteit van de regelgeving, die is gebaseerd op het Nederlandse stelsel van wetgeving, rijst bij onze fractie de principiële vraag of een juridische sturing wel de meest vruchtbare is', aldus CDA-woordvoerder Van Bijsterveld, die er voor pleit om de grondstructuren van het Koninkrijk tegen het licht te houden en waar nodig te herijken.

Referendum

Namens de VVD-fractie sprak het Eerste Kamerlid Van Kappen zijn grote waardering voor de inspanningen die aan beide zijden van de oceaan zijn verricht om de nodige wetswijzigingen voor te bereiden. 'Dat neemt niet weg dat de VVD-fractie weinig enthousiast is over het proces zoals dit zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld. Onze zorg wordt versterkt door het feit dat de staatsregeling van Curaçao de vereiste tweederde meerderheid in de eilandsraad niet heeft gehaald, en het is nog maar de vraag of de straks nieuw gekozen eilandsraad de staatsregeling in tweede lezing alsnog goedkeurt.' Van Kappen voegde aan deze onzekerheid toe het uitblijven van de instemming van de eilandsraad van Sint-Maarten, en het aangekondigde referendum op Bonaire. Hij benadrukte dat zijn fractie in elk geval niet wil dat bij een afwijzing van de staatsregeling van Nederlandse zijde nog meer concessie worden gedaan. 'Wanneer blijkt dat het probleemoplossend vermogen van Curaçao en Sint-Maarten tekort schiet, dan springt bij ons het sein op rood', aldus Van Kappen.

Strategisch partnerschap

Meer in het algemeen stelde de VVD-senator dat 'het gebrek aan culturele, taalkundige en institutionele samenhang tussen de volkeren van het Koninkrijk, dat in het verleden de verhoudingen al regelmatig op scherp zette, met de wijziging van het Koninkrijksstatuut niet wordt opgelost.' Ondanks de grote zorgen van de VVD-fractie over onder meer de 'ongebreidelde instroom van jonge Caribische Nederlanders zonder startkwalificatie en zonder voldoende kennis van het Nederlands en de kennelijke onwil van de Caribische landen om deze stroom te reguleren', pleitte Van Kappen er voor om iets te creëren dat de trans-Atlantische band versterkt. Hij oppert een strategische partnerschap tussen Nederland en de Caribische landen op het terrein van doorvoerhandel, financiële dienstverlening en investeringen.

Rechtszekerheid en goed bestuur

Het Kamerlid Laurier (GroenLinks) benadrukte dat de nieuwe landen in het Koninkrijk levensvatbaar moeten zijn, en in hun nieuwe vorm de toekomst beter moeten kunnen doorstaan dan het land dat wordt opgeheven. 'Men dient de bevolking garanties te bieden op het punt van goed bestuur, rechtszekerheid, verantwoord financieel beleid en een goede kwaliteit van bestaan', aldus Laurier. 'Op dit punt heeft mijn fractie geworsteld met twijfels of daadwerkelijk aan de condities is voldaan om de nieuwe eilanden een goede start te laten maken. Gaandeweg het proces zijn de genoemde criteria losgelaten, en bleek het verkrijgen van de autonome status juist een voorwaarde geworden om deze condities te realiseren. GroenLinks had en heeft daar grote moeite mee.' Twijfels verwoordde Laurier ook over de wijze waarop Aruba een autonome status heeft verkregen, en over de uitvoering van de daarbij gemaakte afspraken. Als specifiek punt van zorg benoemde senator Laurier de kwaliteit van de rechtspraak in de nieuw te vormen landen van het Koninkrijk. 'Mijn fractie vraagt de regering of er extra waarborgen kunnen worden ingebouwd die burgers de garantie geven dat bij een behandeling van hun zaak in hoger beroep, zij kunnen rekenen op een nieuwe en onpartijdige beoordeling', aldus Laurier.

'Casco-oplevering'

Kamerlid Lagerwerf-Vergunst (ChristenUnie) concludeerde in haar bijdrage - mede namens de SGP-fractie - dat er onvoldoende vertrouwen is dat de landen Curaçao en Sint-Maarten vanaf dag één van hun nieuwe status ook daadwerkelijk als land kunnen functioneren. 'Onze fracties betreuren dit, mede omdat dit door ons tijdens het gehele proces nadrukkelijk als voorwaarde is gesteld.' Volgens Lagerwerf-Vergunst wordt op 10 oktober 2010, als het huis van staatkundige herziening gereed moet zijn, een casco opgeleverd. 'De fracties van de ChristenUnie en SGP zijn dan ook benieuwd hoe het huis er uiteindelijk uit zal komen te zien.'

Universele mensenrechten

Ook de fractie van D66 in de senaat onderstreepte de 'kernwaarden van deugdelijkheid van bestuur, recht en financiën, die binnen het Koninkrijk gewaarborgd moeten zijn.' Volgens senator Engels betekent dit dat de landen in het Caribisch gebied 'voluit hun verantwoordelijkheid moeten nemen voor de democratische en rechtstatelijke werking van het bestuur.' Behalve respect voor de minderheid en handhaving van universele mensenrechten moet deze gezindheid volgens de D66-woordvoerder ook zichtbaar worden in de bestrijding van corruptie, fraude en coöptatie. Senator Engels vroeg de regering naar concrete maatregelen in het geval dat de overheidstaken van de nieuwe landen op de transitiedatum niet voldoen aan het afgesproken niveau van deugdelijkheid.

Gemeenschappelijk paspoort

Senator Ten Hoeve van de eenmansfractie OSF benadrukte dat, ondanks de onvolkomenheden in de bestuurskracht van nieuw te vormen landen in de Caribische archipel, Nederland als grootste partner in het Koninkrijk terughoudend moet zijn. 'Van Nederland mag inschikkelijkheid worden verwacht, waarbij goede verhoudingen binnen het rijk belangrijker zijn dan formele regels. Het Koninkrijk moet door burgers van alle rijksdelen worden ervaren als gezamenlijk. Het gemeenschappelijk paspoort moet die boodschap uitdragen.'

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zei dat met het verdwijnen van het land Nederlandse Antillen er een ‘rubberen’ bestuurslaag wegvalt en er meer rechtstreeks zaken gedaan kunnen worden met de eilanden afzonderlijk. Voor de VVD-fractie was het verdwijnen van de dubbele bestuurslaag een van de belangrijkste redenen om voor te stemmen.

De staatssecretaris beloofde aanzetten te zullen geven voor een toekomstvisie op de rol van Nederland en de delen in het Caribische gebied binnen het Koninkrijk der Nederlanden.

Senator Quik-Schuijt van de SP verwoordde gevoelens van onzekerheid over de toekomst, maar zij hoopte toch op een positieve ontwikkeling. 'Het is zoiets als jongeren die praten over de zin van het geloof. Dat is een sprong in het duister. Dat doen wij nu ook een beetje. Maar een sprong in het duister kan ook veel goeds brengen als men er maar positief tegenaan kijkt.'

Waarborgfunctie

Senator Van Kappen van de VVD zag als positief punt in het debat dat de minister-presidenten van Aruba en de Nederlandse Antillen met een hoofdknik aangaven te begrijpen dat in Nederland zorgen leven over de toestroom van kansarme Antilliaanse jongeren die hier kansloos zijn en in het criminele circuit terecht komen. 'Deze hoofdknikken zeggen mij meer dan alle woorden die al aan dit onderwerp zijn gewijd', zei senator Van Kappen.

Senator Quik-Schuijt kreeg van de afgevaardigden Atacho en Marlin uit de Antillen de verzekering dat de landen Sint Maarten en Curaçao gaan werken aan het opnemen van de rechten van het kind in hun staatsregelingen.

Overigens moeten de staatsregelingen voor Curaçao en Sint Maarten nog worden vastgesteld. Voor Sint Maarten zal dat op 20 juli gebeuren, verzekerde afgevaardigde Marlin en voor Curaçao is eerst een verkiezing van een nieuwe Eilandsraad nodig. Deze verkiezing is eind augustus voorzien. In de huidige Eilandsraad ontbrak de tweederde meerderheid voor de voorgestelde staatregeling (12 stemmen voor en 9 tegen). In de nieuwe Eilandsraad is slechts een enkelvoudige meerderheid nodig. Staatssecretaris Bijleveld-Schouten verzekerde de Eerste Kamer dat opheffing van het land Nederlandse Antillen per 10 oktober niet doorgaat als de staatsregelingen voor Curaçao en Sint Maarten dan niet rond zouden zijn.

Senator Linthorst van de PvdA was kritisch over het volgens haar ontbreken van strijdbaarheid van de bewindslieden Bijleveld-Schouten en Hirsch Ballin op het punt van de waarborgfunctie van Nederland, bijvoorbeeld voor minimumregelingen op het gebied van armoede, onderwijs en zorg. Staatssecretaris Bijleveld-Schouten antwoordde op vragen over dit onderwerp dat het Statuut van het Koninkrijk er niet in voorziet dat Nederland bijspringt als de landen in het Caribisch gebied met begrotingstekorten te kampen krijgen. 'Het mag wel, maar het hoeft niet.'

Toekomstvisie

De PvdA-fractie betreurt het dat de wijziging van de staatkundige verhoudingen niet is aangegrepen om tot meer volwassen verhoudingen binnen het Koninkrijk te komen. 'Te vaak wordt de communicatie tussen de partners in het Koninkrijk overheerst door wantrouwen', oordeelde senator Linthorst. 'Na 56 jaar Statuut zou de vraag wat de PvdA betreft moeten zijn wat we nu eigenlijk van en met elkaar willen'. Het wachten is volgens haar fractie op de toekomstvisie die de regering in samenwerking met de partners gaat ontwikkelen. Positief oordeelde de PvdA-fractie het dat de regering zich wil inspannen de nieuwe landen op weg te helpen.

De PvdA-senator wees erop dat in het verleden nooit gebruik is gemaakt van de mogelijkheid die Nederland heeft om in te grijpen, bijvoorbeeld als het gaat om de georganiseerde criminaliteit op Sint Maarten. 'Is er bereidheid of politieke moed om in te grijpen?', vroeg senator Linthorst. De PvdA-fractie blijft net als andere fracties zorgen houden over Sint Maarten dat met een bevolking van 40.000 legale bewoners of 70 á 80.000 (inclusief illegalen) een volwaardige regering moet optuigen. De kleinschaligheid zou de lokale overheid wel eens teveel afhankelijk van grote bedrijven en organisaties, vreesde senator Linthorst. Afgevaardigde Marlin was optimistisch: 'We kunnen nu gaan bouwen aan onze toekomst. Tot dusverre waren we te afhankelijk van het land Nederlandse Antillen'.

Op eigen kracht

Voor de stemmingen spraken de beide minister-presidenten van de Nederlandse Antillen en Aruba, respectievelijk mevrouw De Jongh-Elhage en de heer Eman, de Leden van de Eerste Kamer toe. Ook Voorzitter Atacho van de Staten van de Nederlandse Antillen en Voorzitter Croes van de Staten van Aruba voerden in de Eerste Kamer het woord. Statenvoorzitter Croes zei dat Nederland en de eilanden in het Caribisch gebied elkaar voortaan moeten zien als ‘strategische partners’ die resultaat voor het Koninkrijk als geheel kunnen boeken. Minister-president De Jongh-Elhage herinnerde aan de banden met het huis van Oranje. Prins Hendrik de zeevaarder, zoon van Koning Willem II, wiens geschilderde evenbeeld prominent in de vergaderzaal hangt achter de stoel van de Voorzitter, zette in 1835 als eerste Oranje voet aan wal op alle bovenwindse en benedenwindse eilanden die later de Nederlandse Antillen zouden vormen.

Volgens de scheidende minister-president van de Nederlandse Antillen zijn ook de woorden van wijlen Koningin Wilhelmina uit het oorlogsjaar 1942 nog steeds van kracht en inspirerend voor degenen die zich bezighouden met de herstructurering van het hele Koninkrijk. Steunend op eigen kracht, doch met de wil om elkander bij te staan', was destijds het motto van de vorstin in Ballingschap. Volgens De Jongh-Elhage inspireren deze woorden ook vandaag nog tot samenwerking en respect tussen gelijkwaardige burgers binnen het Koninkrijk.

Minister-president Eman van Aruba zei dat zijn land een bijdrage wil leveren aan het ontwikkelen van het ‘concept Koninkrijk’. Hij herinnerde eraan dat Aruba in 1986 de status aparte heeft verkregen en aankoerste op volledige onafhankelijkheid in 1996. Het heeft volgens Eman veel moeite gekost om binnen het Koninkrijk der Nederlanden te mogen blijven, maar nu wil Aruba ook samen met de andere landen er iets moois van maken.



Deel dit item: