Dit voorstel regelt de implementatie van de EU-zeehavenverordening EU-Verordening 2017/352 in Nederlandse regelgeving.
De verordening bevat regels voor de voorwaarden met betrekking tot het verrichten van havendiensten en de toegang tot de markt voor deze diensten, en stelt regels over de transparantie van financiële relaties tussen overheden en havenbeheerders en havendienstverleners. Ook bevat de verordening een klachtenregeling.
De verordening is met ingang van 24 maart 2019 van toepassing.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, nr. 2) is op 3 november 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, 50PLUS, Van Kooten-Arissen, DENK, D66, VVD, SGP, CDA en ChristenUnie.
Tegen: PVV, FVD, Krol en Van Haga.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 19 januari 2021 als hamerstuk afgedaan. De fractie van PVV is daarbij aantekening verleend.
ingediend
19 mei 2020titel
Uitvoering van Verordening (EU) 2017/352 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiële transparantie van havens (PbEU 2017, L 57) (Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.