Dit wetsvoorstel wijzigt de begrotingsstaat van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Hiermee krijgen gemeenten de mogelijkheid om ten behoeve van toezicht en handhaving tijdelijke coronabanen creëren.
Hierbij kan gedacht worden aan straatcoaches in de openbare ruimte. Of aan de inzet van mensen voor bestuursrechtelijk handhaven van taken zoals het verwijderen van fietsen of huisvuilzakkencontrole. De toezichthouders nemen daarmee een deel van de taken van boa’s en politiemensen uit handen, waardoor die laatsten zich kunnen richten op hun taken rondom de bestuursrechtelijke handhaving en in het bijzonder handhaving van de coronamaatregelen.
Het voorstel (TK, 1) is op 11 februari 2021 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, Krol, GroenLinks, PvdD, 50PLUS, Van Kooten-Arissen, DENK, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie en de PVV.
Afwezig: FVD.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 2 maart 2021 als hamerstuk afgedeaan.
ingediend
21 december 2020titel
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake COVID-19 gerelateerde uitgaven)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Met ingang 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.
3