De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 4 oktober met minister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid over de Wet uitbreiding taakstrafverbod. Dit wetsvoorstel breidt het huidige taakstrafverbod voor ernstige geweld- en zedenmisdrijven uit naar elke vorm van fysiek geweld tegen publieke dienstverleners, zoals agenten en ambulancepersoneel. De Eerste Kamer stemt dinsdag 18 oktober met een hoofdelijke stemming over het wetsvoorstel.
Voorstanders van de wet, zoals VVD, CDA, Fractie-Nanninga, PVV en SGP, menen dat met dit wetsvoorstel recht wordt gedaan aan de zwaarte van het vergrijp, namelijk geweld tegen mensen die een publieke taak uitoefenen. Volgens hen past bij dergelijk geweld altijd een gevangenisstraf. Tegenstanders van de wet, zoals GroenLinks, D66, PvdA, ChristenUnie, SP en PvdD, veroordelen het geweld tegen hulpverleners evenzeer. Wel menen zij dat rechters met dit wetsvoorstel te zeer worden beperkt in de mogelijkheden voor bestraffen. Zij waarschuwen voor een herhaling van de toeslagenaffaire, waarbij er geen ruimte meer was voor de menselijke maat en een afweging op individuele basis.
Minister Yeşilgöz zei dat het om fysiek geweld gaat. Dat geweld leidt tot aantasting van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Omdat het gaat om mensen die voor de samenleving werken, is er niet alleen sprake van een misdrijf, maar ook van aantasting van het gezag, aldus de minister. Wat haar betreft zijn misdrijven waarbij het taakstrafverbod geldt zo zwaar dat alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is, en dus niet een voorwaardelijke zoals een taakstraf. Yeşilgöz is bovendien van mening dat er ook met dit wetsvoorstel nog steeds maatwerk mogelijk is.
Impressie van het debat
Geen ruimte voor maatwerk
Senator Veldhoen (GroenLinks), die mede namens de PvdD sprak, zei dat er geen noodzaak is voor de uitbreiding van het taakstrafverbod. In de praktijk blijkt volgens haar dat de gevallen die de minister voor ogen heeft al buiten de taakstraf vallen. De wet beperkt volgens Veldhoen de mogelijkheden van de rechter voor maatwerk. Er zijn altijd feiten en omstandigheden die moeten worden gewogen. We hebben gezien wat er gebeurt als wetgeving te knellend is geformuleerd en geen tot weinig ruimte laat voor maatwerk, als er geen hardheidclausule is, betoogde zij. Een taakstrafverbod miskent ook het effect dat na een taakstraf de terugval minder is dan na een gevangenisstraf. Tot slot wees ze erop dat een hardheidsclausule mist. Mét een hardheidsclausule zou de mogelijkheid voor uitzondering bestaan.
Vermenging trias politica
Senator Dittrich (D66) zei dat zijn fractie het niet eens is met de regering dat geweld tegen iemand die een publieke taak uitoefent zwaar moet worden veroordeeld zonder ruimte voor maatwerk door de rechter. Het wetsvoorstel betekent volgens Dittrich een vermenging van de scheiding van machten (wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht - de trias politica). Bovendien gaan tot taakstraf veroordeelden veel minder vaak opnieuw in de fout dan tot gevangenisstraf veroordeelden, zei hij. Het is de verantwoordelijkheid van de regering om te zorgen voor een soepele strafrechtketen. Waarom vertrouwt de minister de rechters niet, vroeg hij. Dittrich sloot zich aan bij de zorg van GroenLinks en PvdD dat er geen hardheidsclausule is opgenomen en vroeg de minister waarom dat zo is.
Wetsvoorstel is symptoombestrijding
Senator Janssen (SP) zei dat geweld tegen publieke dienstverleners moet worden bestraft. Maar dan moeten er volgens hem genoeg mensen zijn om misdadigers op te sporen en rechtszaken te voeren. Jarenlange bezuinigingen op de politie en de rechtspraak hebben geleid tot grote tekorten. Het kabinet vlucht in symptoombestrijding, aldus Janssen. Er wordt niet voor extra agenten gezorgd, nee, er komt dit taakstrafverbod. Zijn kritiek op dit wetsvoorstel betekent niet dat de SP geweld tegen personen met publieke taak niet scherp veroordeelt. Janssen vroeg de minister of zij een taakstraf wel als echte straf ziet. Hij noemt het absurd dat de minister de voorkeur geeft aan een volledig voorwaardelijke gevangenisstraf boven een taakstraf van een aantal uur.
Urgentie mist bij deel Kamer
Senator Meijer (VVD) zei dat er geen urgentie lijkt te zijn als er anderhalf jaar zit tussen de goedkeurig van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer en het debat van vandaag in de Eerste Kamer. Straalt niet de urgentie uit die de VVD-fractie voelt bij dit onderwerp. Volgens Meijer gaat het wetsvoorstel simpelweg om uitbreiding van het taakstrafverbod met geweld tegen mensen met een publieke taak. De taakstraf moet zowel door dader als door slachtoffer als door samenleving als passend worden ervaren, aldus Meijer. Dat is regelmatig niet het geval. Voor de VVD is de taakstraf er voor relatief lichte vergrijpen. Fysiek geweld valt volgens Meijer in dezelfde categorie als bijvoorbeeld zedenmisdrijven waarvoor al een taakstrafverbod geldt.
Beter laat dan nooit
Senator Bezaan (PVV) zei dat haar fractie positief kijkt naar het wetsvoorstel. Het is volgens haar glashelder: je blijft met je handen van hulpverleners af. Wat de PVV betreft volgt er voor daders een gevangenisstraf, zonder uitzonderingen. Het wetsvoorstel is een flinke verbetering ten opzichte van de huidige situatie. De PVV heeft zich hier al jaren hard voor gemaakt. Beter laat dan nooit, besloot Bezaan.
Geweld tegen publieke dienstverleners voorkomen
Senator Recourt (PvdA) sloot zich aan bij de kritiek van onder andere GroenLinks en D66. De rechter kent alle feiten en omstandigheden, met deze wet gaat de wetgever op de stoel van de rechter zitten. Het wetsvoorstel geeft blijk van een gebrek aan vertrouwen in de rechter, aldus Recourt. Er wordt zelden een taakstraf opgelegd in het geval van geweld tegen dienstverleners. De PvdA steunt het doel van het wetsvoorstel, maar niet de uitwerking. Recourt vroeg de minister een andere, passende oplossing te zoeken voor het beschermen van publieke dienstverleners. Volgens hem zijn de dader en zeker ook het slachtoffer soms gebaat bij andere maatregelen. Welke maatregelen heeft de regering nog meer genomen tegen geweld tegen publieke dienstverleners, vroeg hij aan de minister.
Twijfels over handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid
Ook senator Talsma (ChristenUnie) was kritisch. Hij zag een problematische hantering van de menselijke maat. Waarom heeft het kabinet er niet voor gekozen om een eenvoudige mishandeling buiten het uitgebreide taakstrafverbod te houden, vroeg hij. Talsma kon zich iets voorstellen bij politieagenten, brandweerlieden en ambulancemedewerkers omdat zij zich niet kunnen terugtrekken, maar hij vond het bij andere door de minister genoemde categorieën zoals personeel in het openbaar vervoer en de zorgsector en jeugdbeschermers, rechters, griffiers, officieren van justitie en advocaten, inspecteurs van de inspectiediensten, beveiligers en bewakers, verkeersregelaars, defensieambtenaren, deurwaarders en reddingzwemmers minder duidelijk. De ChristenUnie heeft sterkte twijfels op het punt van de handhaarbaarheid en uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel.
Rechter behoudt autonomie
Senator Rietkerk (CDA), die mede namens de SGP sprak, zei dat publieke dienstverleners potentiële slachtoffers zijn die bescherming verdienen. Hij vroeg de minister of zij ook keek naar het wegnemen van de hobbels voor het doen van aangifte. Volgens Rietkerk is de opsomming van de beroepsgroepen in het wetsvoorstel niet limitatief. Hij vroeg de minister te reageren. Ook wilde hij weten waar de grens ligt met betrekking tot de activiteiten van particuliere beveiligers. Geweld is en blijft onacceptabel en ondermijnt functioneren van de overheid. Het is volgens het CDA de taak voor de verschillende machten, dus ook de wetgever, om daaraan richting te geven. De rechter geeft daaraan vervolgens uitvoering. Het CDA vindt niet dat dit een inperking van de autonomie van de rechter betekent.
No brainer
Voor senator Nanninga (Fractie-Nanninga) is het wetsvoorstel een no brainer. Het antwoord is duidelijk, haar fractie steunt het wetsvoorstel. Het wetsvoorstel is juíst maatwerk, aldus Nanninga, omdat een gevangenisstraf precies past bij het type geweld. Haar fractie kiest de kant van de hoeders van de rechtsstaat, de mensen die elke dag onze veiligheid beschermen. Deze groepen verdienen onze morele steun. Nanninga vroeg de minister hoe het staat met de uitvoering van de motie-Van Wely van 20 april 2021 die de regering verzocht waar passend de opsporingsambtenaren in een handhavende rol te voorzien van bodycams . Tot slot wilde zij weten of de minister denkt dat minimumstraffen noodzakelijk zijn omdat rechters anders een lagere straf opleggen.
Beantwoording minister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid
Als er sprake is van mishandeling richting de politie is een taakstraf niet toereikend, zei de minister. De rechter legt niet altijd een gevangenisstraf op. Jaarlijks wordt meer dan honderd keer een taakstraf opgelegd, zelfs bij pogingen tot zware mishandeling van publieke dienstverleners. Volgens Yeşilgöz geldt anders straks voor het ene ernstige misdrijf wél een taakstrafverbod en voor het andere niet. Dat is volgens haar niet wenselijk.
Het gaat om fysiek geweld, vervolgde de minister. Dat geweld leidt tot aantasting van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Omdat het gaat om mensen die voor de samenleving werken is het een aanval op ons allen. Dan pleeg je niet alleen een misdrijf, maar tast je ook het gezag aan, aldus Yeşilgöz. Wat haar betreft zijn misdrijven waarbij het taakstrafverbod geldt zo zwaar dat het begin van denken van een rechter een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou moeten zijn, en dus niet een voorwaardelijke. De minister is tot slot van mening dat er ook met dit wetsvoorstel nog steeds maatwerk mogelijk is.
Deel dit item: