De Eerste Kamer sprak dinsdag 23 april over het beleid voor wonen en bouwen in Nederland met demissionair minister De Jonge van Binnenlandse Zaken. Er zijn drie moties ingediend, waarover de Kamer op 14 mei zal stemmen. Na afloop van het debat is gestemd over een wetsvoorstel dat samenhangt met het woonbeleid, namelijk over de verjaringstermijn voor huurverhogingen. De Eerste Kamer heeft de wet aangenomen, alleen de fracties van JA21 en FVD stemden tegen.
Het beleidsdebat werd gevoerd op voorstel van de commissie voor Binnenlandse Zaken en ging over de accenten die de verschillende fracties leggen bij het realiseren van meer woningen, het aanbod van betaalbare huurwoningen, zowel in de vrije sector als sociale huurwoningen, en meer of minder regie in het volkshuisvestingsbeleid. Ook was er aandacht voor de rol die wonen speelt in bestaanszekerheid en de grondwettelijke rol van de overheid om voldoende woongelegenheid te bevorderen. Voorafgaand aan het debat had de commissie advies ingewonnen bij verschillende experts. Ook de minister stuurde voorafgaand aan het debat een brief aan de Kamer waarin hij al vast inging op de wijze waarop hij de juiste balans probeert te vinden tussen de beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen.
Er zijn drie moties ingediend.
-
-De motie-Kemperman c.s. verzoekt de regering om de sector volkshuisvesting meer tijd en ruimte te gunnen voor de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad, zodat er meer ingezet kan worden op het bouwen van nieuwe duurzame woningen. Deze motie is ontraden door de minister.
-
-De motie-Kemperman verzoekt de regering om bij de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst aan te dringen dat de fiscale beperkingen op woningsplitsing en -deling ( de voordeurdelersregeling) wordt weggenomen. Ook deze motie is ontraden.
-
-De motie-Rietkerk c.s. verzoekt de regering na afstemming met de provincies met een uitwerking te komen van voor- en nadelen voor de verhoging van de woningbouwproductie van het (rode) contourenbeleid versus blauwe- en groene contourenbeleid. Met rode contouren wordt de grens om het landelijk gebied bedoeld waarachter niet gebouwd mag worden. Deze motie kreeg het advies 'Oordeel Kamer' van de minister.
BBB: Metselen in plaats van vergaderen
Senator Kemperman lichtte de reden voor het debat toe: er wordt te vaak te fragmentarisch over delen van het woonbeleid gesproken, vandaag kan dat in samenhang. Volgens hem heeft de minister dedain voor het parlementaire proces omdat hij momenteel een aantal wetten met spoed door de beide Kamers wil krijgen. BBB verschilt met de minister van mening over de maakbaarheid, juridische afdwingbaarheid en top-down beleid van de woningmarkt. Volgens Kemperman zaten de schattingen ernaast en zijn er meer woningen nodig dan eerder gedacht, waaronder voor opvang van asielzoekers. Hij vroeg de minister hoe het kan het dat er grote paviljoens op rijksgrond kunnen worden neergezet door de demissionair staatssecretaris van Asiel en Migratie, terwijl het de minister niet lukt.
Kemperman mist ook het benutten van tweede woningen, zoals recreatiewoningen die geschikt zijn voor permanente woning. De BBB wil een gedoogregeling waardoor per direct 35.000 woningen kunnen worden toegevoegd aan de woonvoorraad. De minister brengt centrale regie, aldus Kemperman, dus waarom hier niet. Het lukt gemeenten en provincies blijkbaar niet. 'We moeten metselen en niet vergaderen, vingers in de grond en niet op het toetsenbord. We moeten keuze maken tussen beschikbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid,' besloot Kemperman.
D66: Geen heilige huisjes
Volgens senator Van Meenen is adequate huisvesting als sociaal grondrecht sterk verankerd in de Grondwet en internationale verdragen. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid om hiervoor te zorgen. D66 maakt zich sterk voor huisvestingsbeleid dat is gericht op vrijheid, gelijkheid en zeggenschap. Die waarden komen voort uit de 19e eeuw waarin fatsoenlijk huisvesting tot stand kwam. De kern vormt solidariteit met degenen die niet over het kapitaal beschikken om een huis te komen waar hij wil. Het is wat D66 betreft nodig om een einde te maken aan de verheerlijking van de koopwoning en te kiezen voor gelijke behandeling van de woningeigenaar en de huurder.
Er is een mate van keuzevrijheid nodig voor iedereen, zei Van Meenen. Huisvesting moet weer onderdeel worden van democratische controle. De zeggenschap van burgers over huisvesting moet worden vergroot. Er zijn nog wel fundamentele maatregelen nodig voor een sociaalliberaal huisvestingsbeleid. D66 kent geen heilige huisjes, de partij wil bijvoorbeeld serieus kijken naar het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. Uitgangspunt vormen de starters op de woonmarkt. Wat D66 betreft praten we niet meer over sociale huurwoningen, maar over volkshuisvesting met daarbinnen een onderscheid tussen huren en kopen.
JA21: Sleutel is bouwen
Senator Nanninga had een paar harde noten te kraken over het woonbeleid van De Jonge. De woningmarkt is volgens haar sinds zijn aantreden niet verbeterd, en wordt door zijn regelgeving juist in een wurggreep gehouden. Hierdoor is sprake van een krimpende voorraad huurwoningen. We hebben een flexibele woningmarkt nodig en doorstroming, zei Nanninga, mensen zitten vastgeroest in een sociale huurwoning. De sleutel is volgens haar bouwen in plaats van reguleren.
Vooral jongeren en starters hebben het zwaar om een woning te vinden. Je kunt niet volwassen worden als je onder het dak van je ouders woont. Het heeft ook impact op hun levenspad, zoals bijvoorbeeld voor de keus om kinderen te krijgen. Nanninga: 'We laten een hele generatie jongeren in de steek. Dit beleid slaat de plank volledig mis. We moeten keuzes durven maken.' JA21 wil geen voorrang aan asielzoekers en biodiversiteit geven. De nood van Nederlanders moet voorop staan. Een sterke woningmarkt zorgt ook voor sterke economie, aldus Nanninga.
GroenLinks-PvdA: Woningzoekenden zijn niet demissionair
Senator Janssen-van Helvoort zei dat een debat over volkshuisvesting wat haar fractie betreft een debat is over bestaanszekerheid en welzijn. Een gezond thuis is cruciaal voor grip op het leven. Janssen keek vooral naar de regie van de overheid en de rol van de corporaties, en om daarna iets te zeggen over de nood en de tijdsdruk, en daarmee samenhangend het grondbeleid. Woningzoekenden zijn nooit demissionair en wachten op een nieuw kabinet is daarom geen oplossing. Gelukkig gedraagt de minister zich niet demissionair, zei Janssen. De neiging is groot om te kiezen voor kortetermijnoplossingen, maar juist hier is langetermijndenken nodig.
GroenLinks-PvdA pleit voor een combinatie van duurzaam en betaalbaar. Volkshuisvesting gaat niet alleen om woningen bouwen, maar ook om de leefbaarheid in wijken. Minder woningmarkt, meer volkshuisvesting. De concurrentie met de natuur, de landbouw en energietransitie is een gegeven. Janssen bepleitte ook een revival van de ruimtelijke ordening met een stevige rol voor de overheid. De huursector is minstens even belangrijk als de koopsector. GroenLinks-PvdA wil de kostendelersnorm aanpassen of afschaffen. Bij de kostendelersnorm telt het aantal huisgenoten mee voor de hoogte van de bijstandsuitkering. Ook moeten meer mogelijkheden krijgen om grondposities in te nemen en meer mogelijkheden voor onteigenen.
VVD: Stabiliteit en voorspelbaarheid
Senator Meijer vond het goed om de samenhang in een debat als dit met elkaar te bespreken. Het gaat ook om de kwaliteit van de woning, de woonomgeving, de bereikbaarheid, de voorzieningen en de zorgmogelijkheden. Wonen is meer dan een woning. Over de hypotheekrenteaftrek en grondpolitiek zei hij dat we moeten bedenken dat systeemwijzigingen pas op lange termijn gerealiseerd kunnen wordt. Hij riep de Kamer en het kabinet op om te zorgen voor stabiliteit en voorspelbaarheid in het beleid. Meijer vroeg ook meer aandacht voor de bestaande voorraad woningen. Bijvoorbeeld door woningsplitsing en de doorstroming te bevorderen, is meer mogelijk. Fiscale ingrepen zijn volgens Meijer ook noodzakelijk.
Over de regie vroeg hij of de minister extra wettelijke instrumenten nodig om heeft om alles wat hij al in werking heeft gesteld uit te kunnen voeren. Over huurwoningen zei hij dat de categorie midden huurwoningen van oudsher minder in de belangstelling stond in Nederland. Vooruitlopend op de behandeling van de Wet betaalbare huur, die nu nog door de Tweede Kamer wordt behandeld, zei Meijer dat hij veel ongeruste signalen van investeerders en beleggers ontvangen. Omdat het wetsvoorstel gaat om extra systeemwijziging, zal de Eerste Kamer de wet zorgvuldig behandelen, waarschuwde hij de minister.
SGP: Bouwen en bewaren
Senator De Vries hield zijn maidenspeech. Hij ging in op een redevoering die de filosoof Heidegger in 1951 hield over 'Bouwen, wonen, denken'. Volgens Heidegger heeft de mens het vermogen in zich om de omgeving aan te passen aan zijn wensen. De Vries vertaalde dit naar de mogelijkheid om bestaande woningen te herinrichten en hergebruiken. Door herinrichting van gebouwen kan de levensduur sterk worden verlengd. In het gunstigste geval wordt ook rekening gehouden met gebiedsontwikkeling en demografische ontwikkeling op de langere termijn. Bijvoorbeeld seniorenwoningen zo bouwen dat ze later kunnen worden omgebouwd naar gezinswoningen.
De Vries noemde dit levenscyclusbewust ontwerpen. Hij vroeg in hoeverre circulair bouwen in Nederland wordt toegepast en in hoeverre het mogelijk is om regels en wetten die circulair bouwen inperken aan te passen of af te schaffen. In navolging van de Bijbel bepleitte De Vries het bij elkaar brengen van bouwen en bewaren bij elkaar brengen. Als mogelijke financiële maatregel noemde hij het invoeren van een plafond voor het overbieden op een huis. Tot slot vroeg De Vries hoe de minister staat tegenover het verleggen van bepaalde woon- en bouwgerelateerde bevoegdheden naar provincies en gemeenten.
50PLUS: Extra inspanningen nodig
Volgens senatorVan Rooijen is de waarde van de corporatiesector voor Nederland de afgelopen jaren weer glashelder geworden. Woningbouw kost nu eenmaal veel tijd en er komen ook steeds weer nieuwe wachtenden bij. Door de verhuurderheffing hebben we niet alleen miljarden aan de sector onttrokken, ook is er daardoor onvoldoende gebouwd. 50PLUS was altijd al tegen de verhuurderheffing. De heffing is inmiddels afgeschaft en woningbouwcorporaties hebben weer meer geld en kunnen plannen. Extra inspanningen zijn nodig, aldus Van Rooijen.
Hij vroeg wat de stand van zaken is met betrekking tot het realiseren van het grote aantal tijdelijke woningen. In een markt met voldoende aanbod hoef je de prijzen niet te reguleren, vervolgde hij. Er wordt stevig gezaagd aan de stoelpoten van woningbezitters, ook degenen die als particuliere belegger verhuren. Volgens Van Rooijen geven we particuliere verhuurders reden om over hun bestaan na te denken (met het aannemen van de wet over de verjaringstermijn voor huurverhogingen en de nog te behandelen Wet betaalbare huur).
SP: Keuzes maken
Het debat bezorgde senator Janssen een ongemakkelijk gevoel. Is het wel het goede moment voor een beleidsdebat met de Eerste Kamer als het eigenlijk tijd is voor actie en de minister demissionair is. Begrip van het verleden is onmisbaar, zei hij. Hij ging in op de oorzaak van de huidige wooncrisis. Dertig jaar geleden zijn de subsidies voor woningcorporaties afgeschaft, waardoor zij direct minder gingen bouwen. Tegelijk moest eigen woningbezit worden gestimuleerd. Volgens Janssen moeten we leren van fouten uit het verleden en terug naar een overheid die verantwoordelijkheid neemt voor de volkshuisvesting.
Volkshuisvesting is bedoeld voor het creëren van buurten waar geleefd en gespeeld kan worden. Volkshuisvesting staat niet op zichzelf, is niet alleen wonen, maar verbonden met het geheel. We moeten gaan kijken wat we willen en daarin keuzes maken, zei Janssen. Hij riep de minister op om de huidige woningvoorraad op orde te brengen, waarbij hij ook aandacht vroeg voor de woningen die zowel door particuliere beleggers als door corporaties worden verhuurd en waar de huurders in schimmel en toch wonen. Het gaat niet alleen om boekwaarde die je kunt afboeken maar ook maatschappelijke meerwaarde die je kunt bijboeken, om leefbare buurten, besloot Janssen.
CDA: Gemeenschap centraal
Senator Rietkerk zei dat zijn fractie recht wil doen aan dorp en stad, aan wijk en buurt, aan jong en oud, waarbij de waarden van de christendemocratie centraal staan: gespreide verantwoordelijkheid, solidariteit en rentmeesterschap. De gemeenschap staat centraal, daar worden beslissingen genomen en daar liggen ook kansen, zei Rietkerk. Het CDA wil van woningmarkt naar volkshuisvesting, met oog voor diverse groepen. Een huis is meer dan een stapel stenen, het is een thuis. Bestaanszekerheid is een zaak van algemeen belang.
Als een veilig thuis ontbreekt, ontstaat onzekerheid over het bestaan, aldus Rietkerk. Ook hij zei dat corporatiewoningen moeten worden verbeterd, waarbij voorrang wordt gegeven aan de woningen in de meest kwetsbare wijken. Hij ging vervolgens in op drie thema's: wonen en ruimte, wonen en corporaties en wonen en regelzucht. Rietkerk riep de minister op de maatschappelijke betekenis van corporaties te herwaarderen, regelgeving zoals de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen te heroverwegen, bezwaarprocedures in te korten, uitvoeringsambtenaren aan te stellen in plaats van beleidsambtenaren. Hij vroeg de minister op deze punten te reageren door een Eerste Kamerbril van uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en rechtmatigheid.
PvdD: Overheidstaak
Senator Nicolaï zei dat volkshuisvesting een taak van de overheid is. De woning- en huurmarkt zogenaamd liberaliseren levert juist beperkingen op die door financiële belangen worden gecreëerd, tegen prijzen die niet in verhouding staan. We praten in dit huis vaak over recht en regulering, maar hebben we het wel genoeg over fatsoen, vroeg Nicolaï. Hoe vrij voelen wij ons nog als het marktdenken ons zo in zijn greep heeft. Politiek en recht kunnen niet zonder ethiek. Wij horen dragers van die gedachte te zijn. Dit kabinet, deze minister herneemt de regie op de woningmarkt.
Nicolaï vroeg hem hoe hij denkt over een woningbouwstimuleringsfaciliteit. Ook wilde hij weten welk bezwaar er tegen is dat het rijk risicodragend opereert. Hij wees verder op de leegstand en zei dat het verbouwen van bestaande gebouwen minder problemen oplevert: er is minder tot geen nieuwe grond nodig, en er zijn minder stikstofproblemen. Het marktdenken smoorde uiteindelijk ook de mogelijkheid voor gemeenten om "rechtstreeks van gemeentewege voorzieningen in het belang van volkshuisvesting te treffen". Enkele gemeenten bleven echter nog creatief en maakten gebruik van dit artikel in de Woningwet. Ondanks kritiek van toenmalig minister Blok ging de gemeente Assen door en werd het een groot succes. Nicolaï vroeg de minister of hij bereid is te onderzoeken hoe het Rijk meer van zulke initiatieven zou kunnen ondersteunen.
ChristenUnie: Anders denken
Ook senator Talsma ging in op de overheidstaak door de Grondwet aan te halen: 'Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid' (aldus artikel 22, lid 2). Dit klopt volgens Talsma ook in feitelijk opzicht: er zijn veel zorgen over de woningmarkt en is daarom voorwerp van zorg van de overheid. Hij ging in op drie thema's, allereerst de verdeling van woonruimte. Hij gaf als voorbeeld dat vijf van de acht miljoen woningen in Nederland eengezinswoningen zijn, maar dat de helft niet wordt bewoond door een gezin. Daar is sprake van een mismatch in levensfase en woningbehoeftes, zei Talsma. Hij vroeg de minister welke concrete mogelijkheden hij ziet om beschikbare ruimten te benutten.
Er is verandering van denken nodig. Ook vroeg hij welke mogelijkheden de minister ziet voor een woningaanbod dat zo goed mogelijk aansluit bij de veranderende demografische samenstelling. Ten tweede ging hij in op de noodzaak van bouwen. Er is een forse uitdaging, zei Talsma, onder meer in de ruimtelijke ordening. Lukt het om grip te krijgen op het probleem. Hij vroeg de minister welke maatregelen hij neemt om de doelstellingen te halen. Ten derde vroeg Talsma aandacht voor de dak- en thuislozen. Er zijn Buitenslapers zonder enige vierkante meter dan ook, tegen de 88 vierkante meter die in Nederland gemiddeld beschikbaar is voor alleenstaande. Wat kan de minister hieraan doen, vroeg hij tot besluit.
PVV: Sociale cohesie ontbreekt
Senator Van Hattem vroeg of de minister kon aangeven of zijn brief een volledig beeld geeft en wat hij nog op stapel heeft liggen aan beleid. Volgens de PVV komt het tekort aan woningen voor een groot deel door migratie (arbeidsmigratie en asielmigratie). Voor sociale huurwoningen zijn lange wachtlijsten, deels veroorzaakt door migratie. Van Hattem vroeg de minister hoeveel sociale huurwoningen vorig jaar zijn gegaan naar mensen zonder een Nederlands paspoort. Ook wilde hij weten waarom een vrouw die met haar baby in een auto in Amsterdam woont geen urgentieverklaring krijgt.
Volgens Van Hattem is er sprake van achterstelling van Nederlanders. Hij vroeg de minister daarom om de toekenning van sociale huurwoningen inzichtelijk te maken. Wil de minister dat inzicht realiseren, vroeg hij. Ook op vakantieparken wordt plaatsgemaakt voor asielzoekers en statushouders. Ook de inzet op flexwoningen is geen echte oplossing. Vaak ontbreken de locaties en zijn er evengoed lange bezwaarprocedures. Onderkent de minister deze nadelen? Sociale cohesie ontbreekt in het debat over de woningmarkt. Massa-immigratie ondermijnt de sociale cohesie, zei Van Hattem. De Nederlandse bevolking groeit te hard en er zijn te weinig woningen. De enige oplossing is migratie te stoppen, besloot hij.
OPNL: Herwaardeer burgerinitiatieven
Senator Van der Goot hield een pleidooi voor burgerinitiatieven op het gebied van de woningmarkt. Wonen is slechts een bouwsteen. Ook burgers helpen de overheid met het oplossen van woningprobleem, en ze doen nog meer dat zich niet laat uitdrukken in stenen alleen. Wat doet de overheid richting deze burgerinitiatieven, vroeg hij. Waar gemeenten een baken van steun willen vormen, worden zij beperkt door wet- en regelgeving volgens Van der Goot. Daarom is herwaardering van burgerinitiatieven nodig. Hij vroeg of de minister de oplossingskracht van burgerinitiatieven en de maatschappelijke meerwaarde van de grensoverstijgende initiatieven herkent. Ziet de minister mogelijkheden om concrete hindernissen voor burgercoöperaties, zoals bij het verwerven van grond, te adresseren in het lopende traject modernisering grondbeleid, vroeg Van der Goot.
Beantwoording door de minister
Minister De Jonge zei dat er veel werk te doen is. Hij wil rennend het stokje overgeven aan zijn opvolger. Gemeenten, provincies en woningzoekenden zijn niet demissionair. Het is heel belangrijk om wonen als grondrecht te zien. Veel jongeren leven in de pauzestand: de noodzaak is er dus. Meer regie is daarom onvermijdelijk. Maar, voegde De Jonge eraan toe, regie wordt minder gewaardeerd als je (deels) op de stoel van een ander gaat zitten. Zijn we niet heel veel tegelijk aan het doen, vroeg senator Meijer. Het eerlijke antwoord is 'ja'.
Nul migratie is niet vol te houden en ook niet migratie op het huidige niveau, zei de minister. De Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 heeft dat heel goed laten zien. We zullen toe moeten naar beheerste groei. Daarmee hangt samen een antwoord op de vraag wat voor samenleving je wilt zijn. Er was een gebrek aan regie op migratie, en ook een gebrek aan regie op volkshuisvesting. Die gaan we hernemen, zei De Jonge.
Om de lokale en provinciale behoefte om aanvullende eisen te stellen, gaat de lat in het bouwbesluit in heel Nederland omhoog. Als iedere gemeente eigen eisen gaat stellen is dat voor de bouw gekmakend. Dat gaat ook over eisen ten aanzien van milieu en duurzaamheid. Over de suggestie van senator Rietkerk om de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen te heroverwegen, zei de minister dat hij daarvan schrok omdat de wet net is ingevoerd. Er zal wel een invoeringstoets worden gedaan waarbij wordt gekeken naar de werking van nieuwe regelgeving in de praktijk.
Nederland is een fijn land om in te investeren, ook in vastgoed. We hebben die investeringen ook gewoon nodig. Je moet goed oppassen wat een hogere overdrachtsbelasting doet met het investeringsklimaat, waarschuwde De Jonge. Hij is geen voorstander van de hypotheekrenteaftrek op dit moment.
Ten aanzien van het bouwen zei hij dat Nederland alleen een veer kan laten op vierkante meters: een beetje kleiner bouwen kan echt geen kwaad. Over hospitaverhuur zei hij de potentie ervan te zien en dat dat gestimuleerd zou moeten worden. Volgens De Jonge kan een hypotheekverstrekker daar ook rekening mee houden, maar wel goed ingebed in de huurbescherming zoals we die nu kennen. Hij erkende verder dat woningen op vakantieparken in een mogelijkheid kunnen voorzien om het woningtekort op te lossen.
Deel dit item: