Begrotingsstaten Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2025

Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2025 van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Het voorstel (EK, C) is op 12 december 2024 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor: GroenLinks-PvdA, Volt, D66, NSC, ChristenUnie, SGP, CDA, VVD, BBB, JA21 en PVV.

Tegen: SP, PvdD, DENK en FVD.

De Eerste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bespreekt op dinsdag 1 april 2025, voorafgaand aan het plenaire debat, het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van VWS over vragen over invulling bezuinigingstaakstelling van 165 miljoen binnen begroting VWS (EK, O met bijlagen).

De Eerste Kamercommissie voor VWS heeft op 21 maart 2025 de nota naar aanleiding van het derde verslag (EK, N met bijlage) ontvangen. De plenaire behandeling vindt plaats op dinsdag 1 april 2025.

Tevens heeft de commissie voor VWS heeft de volgende voorkeuren uitgesproken ten aanzien van de behandeling van het wetsvoorstel:

-de stemming over dit voorstel vindt gelijktijdig plaats met de stemming over de OCW-begroting (36.600 VIII).

Deskundigenbijeenkomst Pandemische Paraatheid

Op 4 maart 2025 heeft de commissie voor VWS een deskundigenbijeenkomst georganiseerd over Pandemische Paraatheid.

Kennismakingsgesprek bewindspersonen

De Eerste Kamercommissie voor VWS heeft op 5 november 2024 een kennismakingsgesprek gevoerd met Fleur Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Vicky Maeijer, staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg en Vincent Karremans, staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport.

ingediend

17 september 2024

titel

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

• SP - R. van Aelst-den Uijl
• GroenLinks-PvdA - R. van Gurp
• VVD - M.J. Kaljouw
• CDA - G. Prins
• D66 - C.P.M. Moonen
• PvdD - N.K. Koffeman
• Volt - G.K. Perin-Gopie

ondertekening

inwerkingtreding

Met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.