E210030
  ruit icoon
Laatste revisie: 07-02-2023

E210030 - Voorstel voor een verordening betreffende transparantie en gerichte politieke reclame



Het CommissievoorstelPDF-document over transparantie en gerichte politieke reclame maakt deel uit van een maatregelenpakket waarmee de Commissie de integriteit van verkiezingen en het open democratisch debat wil beschermen.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in commissie Eerste Kamer.

nationaal

Op 15 februari 2022 besprak de commissie het verslag van een schriftelijk overleg (EK, B) en besloot op dit moment niet in schriftelijk overleg te treden. De meerderheid van de commissie wenst geen verzoek te doen voor een besloten technische briefing. De commissie wenst voorts op dezelfde wijze en op hetzelfde tijdstip te worden geïnformeerd als de Tweede Kamer over het verloop van de behandeling van deze voorstellen.

Europees

Op 2 februari 2023 heeft het Europees Parlement enkele amendementenPDF-document aangenomen over de voorstellen.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende transparantie en gerichte politieke reclame

document Europese Commissie

COM(2021)731PDF-document, d.d. 25 november 2021

rechtsgrondslag

Artikel 114 VWEU

commissie Eerste Kamer

verwant dossier


Behandeling Eerste Kamer

Op 15 februari 2022 besprak de commissie het verslag van een schriftelijk overleg (EK, B) en besloot op dit moment niet in schriftelijk overleg te treden. De meerderheid van de commissie wenst geen verzoek te doen voor een besloten technische briefing. De commissie wenst voorts op dezelfde wijze en op hetzelfde tijdstip te worden geïnformeerd als de Tweede Kamer over het verloop van de behandeling van deze voorstellen.

Op 11 februari 2022 stuurde de minister van BZK een antwoord (EK, B) op de schriftelijke vragen. Het verslag voor een schriftelijk overleg werd op dezelfde dag vastgesteld.

De commissies EUZA, BiZa/AZ en J&V voerden op 1 februari 2022 een videogesprek met Vicevoorzitter van de Europese Commissie, Vêra Jourová, over onder andere het voorstel betreffende transparantie en gerichte politieke reclame (zie videoverslag).

Op 1 februari 2022 besloot de commissie in nader schriftelijk overleg te treden, zodra de antwoorden zijn ontvangen op de nog openstaande vragen uit de brief van 27 december 2021. De commissie heeft daarnaast met instemming kennisgenomen van het parlementaire behandelvoorbehoud dat de Tweede Kamer heeft geplaatst bij het voorstel en wenst in dit dossier ten minste alle documenten te ontvangen die door de regering aan de Tweede Kamer in dat kader worden verstrekt.

Op 21 januari 2022 ontving de Kamer een BNC-fichePDF-document over het voorstel.

Op 27 december 2021 werd de brief met vragen en opmerkingen aan de minister van BuZa verstuurd. Een afschrift van deze brief werd aan de minister van BZK verzonden.

Op 21 december 2021 leverde de PvdA-fractie (Koole) inbreng voor schriftelijk overleg met de regering.

Op 7 december 2021 besloot de commissie de voorstellen inzake Europese democratie in behandeling te nemen en gelegenheid te bieden voor inbreng voor schriftelijk overleg bij een of meer van deze voorstellen op 21 december 2021. Met oog hierop zou de commissie graag zo snel mogelijk kennis willen nemen van het BNC-fiche. Tevens besluit zij de voorstellen te willen betrekken bij het themadebat over Rechtsstaat, democratie en fundamentele rechten in de EU op 8 februari 2022.


Behandeling Tweede Kamer

Op 22 februari 2022 werd het parlementaire behandelvoorbehoud met de gemaakte informatieafspraak formeel beëindigd.

Op 10 februari 2022 hielden de commissies voor Binnenlandse Zaken en Europese Zaken een commissiedebat met de minister van BZK over de EU-voorstellen ter versterking van democratie en integriteit van verkiezingen.

Op 25 januari 2022 stemde de Tweede Kamer plenair in met het voorstel van de commissie voor Europese Zaken voor het plaatsen van een parlementair behandelvoorbehoudPDF-document bij het voorstel.


Standpunt Nederlandse regering

Op 21 januari 2022 ontving de Kamer een BNC-fichePDF-document over het voorstel.

Het kabinet geeft aan het voorstel in basis te steunen, net als de meeste lidstaten. Hierbij geeft het kabinet aan dat voor de laatste Europese verkiezingen de Raad en de lidstaten hebben onderstreept dat de transparantie van betaalde politieke reclame en communicatie moet worden bevorderd. Ook het Europees Parlement heeft op het gebied van politieke reclame aanbevelingen gedaan voor het vergroten van transparantie.

Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De voorgestelde rechtsgrondslag is artikel 114 VWEU op grond waarvan de EU bevoegd is maatregelen vast te stellen over de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen. Daarnaast is de verordening ook gebaseerd op artikel 16 VWEU op grond waarvan de EU bevoegd is voorschriften vast te stellen betreffende de bescherming van natuurlijke personen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie, alsook door de lidstaten, bij de uitoefening van activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het recht van de Unie vallen, alsmede de voorschriften betreffende het vrij verkeer van die gegevens. Het kabinet geeft aan zich te kunnen vinden in de voorgestelde rechtsgrondslagen.

Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit ook als positief. De verordening heeft naar inziens van het kabinet tot doel om de interne markt op het gebied van politieke reclame te reguleren door in te zetten op geharmoniseerde regels over transparantie en gegevensbescherming. Daarbij geeft het kabinet aan dat aanbieders en uitgevers van politieke reclame vaak in meerdere landen actief zijn en dat daarmee politieke reclame ook niet aan landsgrenzen is gebonden, bijvoorbeeld tijdens de verkiezingen van het Europees Parlement. Verschillende lidstaten hebben al regelgeving rondom transparantie maar deze verschilt naar inziens van het kabinet sterk in reikwijdte, inhoud en effect wat volgens het kabinet resulteert in fragmentatie en soms beperkingen, onder meer voor grensoverschrijdende leveringen van politieke reclamediensten. Het kabinet is daarom van mening dat optreden op EU-niveau gerechtvaardigd is.

Het oordeel ten aanzien van de proportionaliteit van het kabinet is ook positief. De keuze voor het instrument van een verordening steunt het kabinet. Hierbij geeft het kabinet aan dat gezien de inhoud het van belang is dat er geen implementatieverschillen zijn tussen lidstaten. De verordening introduceert volgens het kabinet beperkte transparantieverplichtingen voor alle aanbieders van politieke reclamediensten die betrokken zijn bij de voorbereiding, plaatsing, promotie, publicatie en verspreiding van politieke reclame. Het kabinet is van mening dat hiermee een uniform wetgevend kader wordt gewaarborgd dat geschikt is om bij te dragen aan de bevordering van transparantie en daarmee aan de amplificatie van de democratie. Bovendien gaat het voorgestelde optreden volgens het kabinet niet verder dan noodzakelijk. Wel geeft het kabinet aan dat het van belang is dat bij de uitwerking van de transparantieverplichting aandacht is voor het minimaliseren van administratieve lasten en kosten, met name voor aanbieders en uitgevers. Daarom zal het kabinet vragen stellen over hoe de gemaakte kosten voor de uitvoering van deze verordening voor de aanbieders en uitgevers economische voordelen oplevert en reputatieverbetering op kan leveren.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Het CommissievoorstelPDF-document over transparantie en gerichte politieke reclame maakt deel uit van een maatregelenpakket waarmee de Commissie de integriteit van verkiezingen en het open democratisch debat wil beschermen. In het actieplan voor Europese democratie van december 2020 is reeds een eerste analyse van de uitdagingen op het gebied van politieke reclame gepresenteerd.

Het voorstel beoogt te realiseren dat politieke reclame duidelijk als zodanig herkenbaar is en bekend is wie ervoor heeft betaald en hoeveel. Ook het gebruik van technieken voor politieke targeting en amplificatie moeten duidelijk en precies worden aangeduid en het gebruik van gevoelige persoonsgegevens zonder de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene wordt verboden.

In het voorjaar van 2023 zouden deze regels in werking moeten treden, met het oog op de verkiezingen in 2024.


Behandeling Raad

Tijdens de Raad Algemene Zaken van 13 december 2022 werd de verordening besproken (21.501-02, EU). Het Tsjechische voorzitterschap benadrukte het belang van betere transparantievereisten en stelde dat de Raad vidnt dat er een verbod moet komen op het gebruik van technieken die gebruik maken van bijzondere persoonsgegevens. De meeste lidstaten, waaronder Nederland spraken steun uit voor de algemene oriëntatie, die in lijn is gebleven met de Nederlandse positie. Een aantal lidstaten kondigde via een verklaring aan dat zijn liever een verbod op targeting hadden gezien.

Het Franse voorzitterschap heeft als ambitie om tijdens de Raad Algemene Zaken van 21 juni 2022 (21.501-02, EG) een (gedeeltelijke) Raadspositie te bereiken op de verordening. De meeste lidstaten, waaronder Nederland, achten het op dit moment nog te vroeg om de Verordening voor de Raad Algemene Zaken van 21 juni te agenderen omdat de onderhandelingen binnen de verantwoordelijke Raadswerkgroep nog niet ver genoeg gevorderd zijn voor besluitvorming. Zo wenst Nederland bijvoorbeeld nog nadere uitwerking van hoe de verordening zich verhoudt tot andere verordeningen, zoals de Digital Services Act (DSA) en Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

Tijdens de Raad Algemene Zaken van 22 maart 2022 (21.501-02, EA) benoemde het Franse voorzitterschap twee voorstellen die door de Europese Commissie zijn gedaan in de herziening. Ten eerste het voorstel om financiële contributies aan Europese politieke partijen en stichtingen mogelijk te maken vanuit niet-EU-landen die wel lid zijn van de Raad van Europa, dat uit de gedeeltelijke algemene oriëntatie is gehaald. Ten tweede het voorstel dat financiering van campagnes door Europese politieke partijen en stichtingen mogelijk maakt bij nationale referenda, wanneer het onderwerp van een referendum raakt aan de EU-verdragen. Ook dat voorstel is uit de gedeeltelijke algemene oriëntatie gehaald. Enkele lidstaten intervenieerden, die allen steun uitspraken voor de gedeeltelijke algemene oriëntatie. Het Franse voorzitterschap concludeerde dat de benodigde meerderheid is bereikt in de Raad.

Tijdens de Raad Algemene Zaken op 22 februari 2022 (21.501-02, DX) werd op verzoek van een lidstaat stilgestaan bij mediavrijheid en de veiligheid van journalisten. De Commissie heeft in het najaar van 2021 een aanbeveling gepubliceerd over verbetering van de veiligheid van journalisten en heeft een voorstel voor een Media Freedom Act met dit doel in voorbereiding. De Commissie berichtte in het 3e kwartaal van 2022 dit voorstel te zullen publiceren.

Het voorstel werd tijdens de Raad Algemene Zaken van 25 januari 2022 (21.501-02, DS) besproken . Het Franse voorzitterschap heeft aangegeven om de behandeling tijdens het voorzitterschap te willen afronden.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 2 februari 2023 heeft het Europees Parlement enkele amendementenPDF-document aangenomen over de voorstellen.

Op 25 november 2021 werd het voorstel door de Europese Commissie gepubliceerd.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 13 april 2022 publiceerde de Europese Rekenkamer (ERK) een opiniePDF-document over het voorstel voorstel voor een verordening betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen.


Alle bronnen