Parlementair jaar 2018/2019, 1e vergadering
Aanvang: 13.30 uur
Sluiting: 15.57 uur
Status: gecorrigeerd
Voorzitter: Broekers-Knol
Tegenwoordig zijn 67 leden, te weten:
Andriessen, Van Apeldoorn, Baay-Timmerman, Backer, Van Bijsterveld, Bredenoord, Brinkman, Broekers-Knol, Bruijn, De Bruijn-Wezeman, Dercksen, Peter van Dijk, Diederik van Dijk, Don, Duthler, Engels, Ester, Faber-van de Klashorst, Fiers, Flierman, Ganzevoort, Van Hattem, Ten Hoeve, Huijbregts-Schiedon, Jorritsma-Lebbink, Van Kappen, Niek Jan van Kesteren, Ton van Kesteren, Klip-Martin, Knapen, Knip, Koffeman, Köhler, Kok, Kox, Lintmeijer, Lokin-Sassen, Martens, Meijer, Nagel, Nooren, Oomen-Ruijten, Overbeek, Pijlman, Postema, Prast, Reuten, Rinnooy Kan, Schaap, Schalk, Schaper, Schnabel, Schouwenaar, Sent, Sini, Van der Sluijs, Stienen, Van Strien, Strik, Teunissen, Van de Ven, Verheijen, Vlietstra, Vos, De Vries-Leggedoor, Wezel en Van Zandbrink,
en de heer Bruins, minister voor Medische Zorg en Sport,
alsmede de heer Baljé, oud-Griffier van de Eerste Kamer, de heer De Graaf, oud-Voorzitter van de Eerste Kamer, de heer Hamilton, Griffier van de Eerste Kamer, de heer Klaassen, oud-Griffier van de Eerste Kamer, de heer Thissen, oud-lid van de Eerste Kamer, mevrouw Timmerman-Buck, oud-Voorzitter van de Eerste Kamer en de heer Van der Linden, oud-Voorzitter van de Eerste Kamer.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:
Gerkens, wegens verplichtingen voor de IPU, de Interparlementaire Unie;
Wever, Kuiper en Van Rij, wegens verblijf buitenslands;
Atsma en Rombouts, wegens ziekte;
Bikker, wegens persoonlijke omstandigheden.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde is de installatie van mevrouw M.F. Andriessen.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mede dat door mij zijn benoemd tot leden van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van het benoemde lid der Kamer, mevrouw M.F. Andriessen: Van Bijsterveld (voorzitter), Van Apeldoorn en Van der Sluijs.
Ik deel aan de Kamer mede dat de ingekomen missives van de voorzitter van het centraal stembureau en de geloofsbrief van mevrouw Andriessen inmiddels in handen zijn gesteld van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief.
Het is mij gebleken dat de commissie haar taak reeds heeft verricht.
Ik geef derhalve het woord aan mevrouw Van Bijsterveld, voorzitter van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van mevrouw Andriessen, tot het uitbrengen van rapport.
Mevrouw Van Bijsterveld i, voorzitter der commissie:
Voorzitter. De commissie, welke de geloofsbrief van het benoemde lid van de Kamer mevrouw M.F. Andriessen heeft onderzocht, heeft de eer te rapporteren dat de geloofsbrief en de daarbij ingevolge de Kieswet overgelegde bescheiden in orde zijn bevonden.
Het rapport van de commissie is neergelegd ter Griffie ter inzage voor de leden.
De commissie adviseert de Kamer om mevrouw M.F. Andriessen als lid van de Kamer toe te laten.
De voorzitter:
Ik dank mevrouw Van Bijsterveld voor het uitbrengen van rapport en de commissie voor het verrichten van haar taak. Ik stel aan de Kamer voor het advies van de commissie te volgen en het volledige rapport in de Handelingen te doen opnemen.
Daartoe wordt besloten.
(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)
De voorzitter:
Ik verzoek de Griffier mevrouw Andriessen binnen te leiden.
Nadat mevrouw Andriessen door de Griffier is binnengeleid, legt zij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften af.
De voorzitter:
Ik wens u van harte geluk met uw benoeming en verzoek u de presentielijst te tekenen. Alvorens plaats te nemen in ons midden verzoek ik u nog even te blijven staan zodat de overige leden u met uw benoeming kunnen feliciteren, maar niet dan nadat ik dat als eerste heb gedaan.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.
Ingekomen is een brief van mevrouw Vos d.d. 11 september 2018, waarin zij meedeelt dat zij per 25 september 2018 vanaf 16.30 uur haar lidmaatschap van de Eerste Kamer wil beëindigen in verband met haar benoeming tot staatsraad in de Afdeling advisering van de Raad van State. Zij zal dan door Zijne Majesteit de Koning worden beëdigd. Ik zal de voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van het ontslag op de hoogte stellen.
Ingekomen is een brief van mevrouw Bredenoord d.d. 18 september 2018, waarin zij verzoekt haar tijdelijk ontslag te verlenen per 3 oktober 2018 wegens zwangerschap en bevalling. Ik zal de voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van het ontslag op de hoogte stellen.
Op verzoek van de fractie van de VVD heb ik aangewezen:
de heer Wever als lid van de commissies voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO), voor Financiën (FIN), voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in de bestaande vacatures;
de heer Knip tot voorzitter van de commissie voor Financiën (FIN) in de bestaande vacature.
Op verzoek van de fractie van D66 heb ik aangewezen:
mevrouw Andriessen als lid van de commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) in plaats van de heer Engels;
mevrouw Andriessen als lid van de commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ) in plaats van de heer Engels;
de heer Engels tot vicevoorzitter van de commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL) in de bestaande vacature.
Alvorens ik de hamerstukken aan de orde stel, wenst mevrouw Prast het woord voor een ordevoorstel, zo heb ik begrepen.
Mevrouw Prast i (D66):
Voorzitter. Dank. Ik wil graag een ordevoorstel doen, namelijk dat de Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars (34842) van de lijst van hamerstukken wordt gehaald en opnieuw wordt geagendeerd in de commissie Financiën.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Prast wenst het wetsvoorstel 34842, de Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten in verband met de herziening van het kader voor herstel en afwikkeling van verzekeraars (Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars) van de lijst met hamerstukken van vandaag af te voeren.
Kan de Kamer zich hiermee verenigen? Dat is het geval. Dan is het wetsvoorstel 34842 van de lijst met hamerstukken van vandaag afgevoerd.
Aan de orde is de behandeling van:
het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met mogelijk maken van experimenten met geautomatiseerde systemen in motorrijtuigen (34838);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet van de Koning 2017 (34950-I);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2017 (34950-IIA);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs 2017 (34950-IIB);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet van de Koning en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 (34950-III);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2017 (34950-IV);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2017 (34950-V);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2017 (34950-VII);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2017 (34950-VIII);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2017 (34950-X);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2017 (34950-XII);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Diergezondheidsfonds 2017 (34950-XIII);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2017 (34950-XVI);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2017 (34950-XVII);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Wonen en Rijksdienst 2017 (34950-XVIII);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Infrastructuurfonds 2017 (34950-A);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Gemeentefonds 2017 (34950-B);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Provinciefonds 2017 (34950-C);
het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Deltafonds 2017 (34950-J);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-I);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-IIA);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-IIB);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-III);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-IV);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-V);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-VII);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-X);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-XII);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII), de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-XIII);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-XVI);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-XVII);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-A);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-C);
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-J).
Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
De voorzitter:
Dan stel ik aan de Kamer voor de desbetreffende bewindspersonen décharge te verlenen voor het door hen gevoerde financiële beleid.
Daartoe wordt besloten.
Stemming Uitvoering antidopingbeleid
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Regels tot uitvoering van het antidopingbeleid en tot instelling van de Dopingautoriteit (Wet uitvoering antidopingbeleid) (34543).
De voorzitter:
Aan de orde zijn de stemmingen. Ik heet de minister voor Medische Zorg en Sport, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, van harte welkom in de Eerste Kamer.
Hebben alle leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
Mevrouw De Bruijn-Wezeman i (VVD):
Voorzitter. Ik leg deze stemverklaring af mede namens de CDA-fractie. De leden van beide fracties hechten, evenals de regering, groot belang aan het uitgangspunt dat het bestrijden van doping een verantwoordelijkheid is van de sportsector zelf. Om die reden zouden wij er de voorkeur aan hebben gegeven om het juridisch risico met betrekking tot de uitwisseling van persoonsgegevens op te lossen binnen het privaatrecht. De minister oordeelt daarentegen dat het niet mogelijk is om van alle sporters na te gaan of zij met hun sportbond de daarvoor benodigde overeenkomst hebben afgesloten. Maar naar het oordeel van de beide fracties lost ook het voorliggende wetsvoorstel het probleem niet op. Het biedt slechts een wettelijk kader voor de verwerking van persoonsgegevens door de Dopingautoriteit en niet door andere antidopingorganisaties die in Nederland dopingcontroles mogen uitvoeren. Daar komt bij dat de hybride wetsstructuur die met dit voorstel ontstaat, kan leiden tot onduidelijkheid over de vraag wie verantwoordelijk is voor het antidopingbeleid in de sport en kan leiden tot een verdere juridisering van procedures, nationaal en internationaal.
Wij zullen daarom tegen dit wetsvoorstel stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw De Bruijn. Nog andere stemverklaringen? Dat is niet het geval.
We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de OSF, de SP, D66 en de PVV voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD en het CDA ertegen, zodat het is aangenomen.
Stemming Strafrechtelijke aanpak terrorisme
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten tot versterking van de strafrechtelijke en de strafvorderlijke mogelijkheden om terrorisme te bestrijden (versterking strafrechtelijke aanpak terrorisme) (34746).
(Zie vergadering van 11 september 2018.)
De voorzitter:
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
Mevrouw Nooren i (PvdA):
Voorzitter. Het voorliggende wetsvoorstel beoogt de kans op terroristische aanslagen te verkleinen, maar hoe ver kan en mag je gaan in het beperken van de vrijheid van mensen als er vermoedens zijn van terroristische plannen? De grondrechten van burgers zijn daarbij in het geding en het past bij de rol van de Eerste Kamer dat wij alert zijn op de vraag of maatregelen proportioneel en effectief zijn. Alles afwegend, is de PvdA-fractie van oordeel dat het wetsvoorstel net aan de positieve kant van de streep staat. Daarbij heeft meegewogen dat de maatregelen gemonitord worden en dat na vijf jaar een evaluatie plaatsvindt.
De fractie van de PvdA zal daarom voor het wetsvoorstel stemmen.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Nooren.
Ik geef het woord aan mevrouw Strik.
Mevrouw Strik i (GroenLinks):
Voorzitter. Mijn fractie staat erg kritisch tegenover dit wetsvoorstel, met name het voorstel om bij een bepaalde categorie verdachten de criteria voor voorlopige hechtenis te verruimen, vanwege de gevolgen voor de betrokkenen, maar ook uit zorgen over onze rechtsstaat. Wij stemmen uiteindelijk voor, omdat voor ons de strafrechtelijke vervolging van jihadstrijders de voorkeur verdient boven ontneming Nederlanderschap. We gaan er dus van uit dat dit instrument ten behoeve daarvan ook vaker zal worden ingezet. Bovendien gaan wij ervan uit, zoals de minister ook heeft bevestigd, dat de rechterlijke toetsing indringender wordt naarmate de voorlopige hechtenis langer duurt.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Strik. Nog andere stemverklaringen? Dat is niet het geval.
We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, het CDA, GroenLinks, 50PLUS, de OSF, de SP, D66 en de PVV voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat het is aangenomen.
Stemming motie Strafrechtelijke aanpak terrorisme
Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten tot versterking van de strafrechtelijke en de strafvorderlijke mogelijkheden om terrorisme te bestrijden (versterking strafrechtelijke aanpak terrorisme),
te weten:
de motie-Dercksen c.s. over het per omgaande sluiten van de El-Tawheed moskee te Amsterdam (34746, letter E).
(Zie vergadering van 11 september 2018.)
De voorzitter:
We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt de motie-Dercksen c.s. (34746, letter E).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fractie van de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, het CDA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de OSF, de SP en D66 ertegen, zodat zij is verworpen.
Stemming Ongewijzigd laten verplicht eigen risico
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering tot en met het jaar 2021 (34929).
(Zie vergadering van 11 september 2018.)
De heer Don i (SP):
Voorzitter. De motie 34929, letter F, trek ik in.
De voorzitter:
Aangezien de motie-Don c.s. (34929, letter F) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
De heer Don i (SP):
Voorzitter. Met frisse tegenzin zullen we voor dit wetsvoorstel stemmen. De tegenzin zit erin dat de minister niet geïnteresseerd is om naar de effecten en de gevolgen van zorgmijding te kijken. De frissigheid daarentegen zit erin dat het eigen risico, tenslotte een belangrijk SP-onderwerp, de komende jaren niet verder zal stijgen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Don. Meneer Van Kesteren.
De heer Ton van Kesteren i (PVV):
Dank u wel, voorzitter. De PVV-fractie zal tegen de bevriezing van het verplichte eigen risico stemmen, omdat wij vinden dat het verplichte eigen risico zou moeten worden verlaagd en zelfs zou moeten worden afgeschaft. De argumenten hiervoor hebben we al eerder met u gedeeld in het beleidsdebat.
Dan de motie-Nooren met letter G. Vooropgesteld: het verplichte eigen risico schiet zijn doel voorbij. De motie-Nooren bevestigt deze situatie, zowel voor het zorgsysteem als voor de verzekerden. Dat betreft met name chronisch zieken, ouderen en middengroepen die het qua vaste lasten al moeilijk genoeg hebben om elke maand weer de eindjes aan elkaar te knopen. Mede daarom vindt de PVV-fractie dat wij de motie-Nooren kunnen steunen. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Kesteren. Ik kijk nog even rond of er nog andere leden zijn die een stemverklaring willen afleggen. Dat is niet het geval.
We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, het CDA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de OSF, de SP en D66 voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat het is aangenomen.
Stemmingen moties Ongewijzigd laten verplicht eigen risico
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering tot en met het jaar 2021,
te weten:
de motie-Ton van Kesteren c.s. over verlaging en uiteindelijk afschaffing van het wettelijk eigen risico (34929, letter E);
de motie-Nooren c.s. over het voorkomen dat mensen vanuit financiële motieven afzien van noodzakelijke zorg (34929, letter G).
(Zie vergadering van 11 september 2018.)
De voorzitter:
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.
De heer Ten Hoeve i (OSF):
Voorzitter. Ik mag beide moties samen nemen, neem ik aan.
De voorzitter:
De motie met letter F is ingetrokken.
De heer Ten Hoeve (OSF):
Er is nog een motie.
De voorzitter:
U bedoelt de motie met letter G van mevrouw Nooren. Dat is correct. Ga uw gang.
De heer Ten Hoeve (OSF):
Voorzitter. Ik ben voor een beperkt eigen risico. Zorg kost geld en dat mag ook gemerkt worden. Vandaar dat ik voor de wet heb gestemd en tegen de motie van de heer Van Kesteren zal stemmen.
De motie van mevrouw Nooren is mij sympathiek, maar ik moet zeggen dat ik op dit moment niet zit te wachten op een systeemwijziging. Dat lijkt mij niet opportuun. Ik zal dus toch tegen die motie stemmen. Wat mij van belang lijkt, belangrijker, is dat de ziekenhuiskosten die in rekening worden gebracht bij de patiënten transparanter en vooral ook evenwichtiger worden.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ten Hoeve. Zijn er nog anderen die een stemverklaring willen afleggen? Dat is niet het geval.
We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt de motie-Ton van Kesteren c.s. (34929, letter E).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de SP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, de OSF en D66 ertegen, zodat zij is verworpen.
We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt de motie-Nooren c.s. (34929, letter G).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de SP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, de OSF en D66 ertegen, zodat zij is verworpen.
Voordat ik de vergadering ga schorsen, wil ik u nog laten weten dat het vandaag de laatste vergadering is van mevrouw Vos. Dat heeft u gehoord. Maar van mevrouw Vos zal afscheid worden genomen na afloop van de vergadering van 16 oktober aanstaande.
De vergadering wordt van 14.10 uur tot 15.00 uur geschorst.
Aan de orde is het afscheid van de Griffier, de heer mr. G.J.A. Hamilton.
De voorzitter:
Aan de orde is het afscheid van de Griffier van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, de heer mr. G.J.A. Hamilton. Ik geef het woord aan de heer Thissen, oud-lid van deze Kamer. Tof, je hebt het woord.
De heer Thissen:
Mevrouw de voorzitter, beste Ankie. Meneer de Griffier, beste Geert Jan. Leden van de senaat, deels oud-collegae en wellicht beste toekomstige leden van het Genootschap van Oud-Senatoren. Ik neem u even mee terug in de tijd. Schooljaar 1969-1970. Bisschoppelijk College Schöndeln te Roermond. In september 1969 torst een jongen van 12, net de korte broek ingeruild voor een lange, een vast en zeker veel te zware tas met schoolboeken en start met zijn brugklas. Dankzij Roermondenaar Jo Cals stapt hij het middelbareschoolsysteem volgens de Mammoetwet binnen. Zoals overal in Nederland waren er ook nog vier schooljaren gymnasium en hbs oude stijl. Ik meen dat de laatste eindexamens oude stijl in 1974 plaatsvonden met zogenaamde bezemklassen.
Goed, terug naar 1969, de start van het schooljaar. Die jongen van 12 was ik. En vrij snel na de start waren er verkiezingen voor het schoolparlement, afgekort SP. Ja Tiny, we werden al vrij snel op jeugdige leeftijd geconfronteerd met SP, zij het dat het het SP was; bij jullie is het "de" SP. Nu moet u weten dat het SP bestond uit drie fracties: de fractie Stad, de fractie Internen en de fractie Externen. Ook dat is natuurlijk een fundamenteel verschil: u bestaat niet uit drie fracties, u bent een eenheidsfractie. De zetels werden verdeeld naar rato van het aantal ingeschreven leerlingen woonachtig in Roermond, daarbuiten in de dorpen en het aantal leerlingen op het internaat.
Dé kandidaat voor de fractie Stad met de ambitie om voorzitter van het SP te worden was ene Geert Jan Hamilton. Briljant spreker en al een hele meneer, zeker in de ogen van een brugpieper. Bovendien werd in de lessen catechese door de jonge priester-leraar Chrit Willems opkomstcampagne gevoerd. Ga in elk geval stemmen en ik zal als jong en toch al heel verstandig mènke dus Geert Jan Hamilton hebben gestemd, die dat jaar, zijn eindexamenjaar, voorzitter werd van het schoolparlement. Het jaar ervoor was hij secretaris van dat orgaan, zijn eerste griffiersfunctie.
Om de context van de wereld waarin Geert Jan en ik opgroeiden wat meer te schetsen: BC Schöndeln was een zeer gedegen en goede school. Een rooms-katholieke school. Niet dat er een causaal verband is; ik zie Elco Brinkman verheugd kijken. Wij kregen les van vrijwel allemaal academici en zelfs van een flink aantal gepromoveerden. Bovendien was het een rijke en prachtige school met een aula met toneeltoren en alle geluids- en lichttoebehoren, sportvelden, tennisbanen en een zwembad. Een rijke school, ook omdat de priester-leraren hun rijkssalaris tegen kost, inwoning en zakgeld afstonden aan het Bisschoppelijk College. Zij woonden op het schoolterrein in een aparte flat naast het uit drie gebouwen bestaande internaat. Als u nu denkt "ik ga dit komend weekend eens naar Roermond en dan ga ik dat bekijken": het is allemaal afgebroken, zowel de priesterflat als het internaat.
Een jongensinternaat. Het Bisschoppelijk College Schöndeln was ook een jongensschool. Geert Jan heeft tot en met zijn eindexamen alleen met jongens in de klas gezeten. Bij mij was dat tot het schooljaar 1973-1974, toen er twee meisjes in 4 alfa in onze klas kwamen. In de binnenstad was toen nog het meisjeslyceum Sint Ursula. Daar was frequent contact mee, dat kunt u zich voorstellen, zowel bij de jaarlijkse Hamstraat Parade, die in mijn tijd alweer afgeschaft was en de dansles bij Pietje Moors — ik heb een bronzen medaille gehaald; ik weet niet of jij daar een medaille gehaald hebt — als jaarlijks in de toneelstukken van Ursula, waar jongens van het college werden uitgenodigd om de mannenrollen te spelen in toneelstukken aldaar en vice versa zij bij ons. Zo speelde Geert Jan in diverse toneelvoorstellingen en ik vijf jaar later ook. En in het schooljaar '74-'75, vijf jaar later dan Geert Jan, werd ik voorzitter van het SP, het schoolparlement, na het jaar ervoor ook eerst secretaris ervan geweest te zijn. Maar ik ben in mijn latere carrière iets meer doorgegaan op het pad van voorzitterschappen.
Ik vertel u een aantal zaken over de context van de stad waar Geert Jan en ik opgroeiden. Roermond, oude stad, stadsrechten sinds 1232, bisschopsstad, Hanzestad, stad waar recht gesproken werd en wordt, liberale stad, zeer katholieke en roomse stad en zeker tot laat in de vorige eeuw conservatieve stad. Jouw middelbareschooltijd speelde zich af in de jaren zestig van de twintigste eeuw.
De Grondwet van 1848 leidde tot het herstel van de hiërarchie in 1853 en luidde daarmee voor Roermond de roomse eeuw in, die uiteindelijk eindigde in de jaren zestig van de vorige eeuw. Hoewel ... Bij de gemeenteraadsverkiezingen van juni 1970 — Geert Jan had net zijn diploma gymnasium alfa behaald — werd bij een opkomstpercentage van iets meer dan 60% meer dan 80% van de stemmen uitgebracht op de samenwerkende vier lijsten van Katholiek Roermond, een lokale KVP-variant. René, dat waren nog eens tiede, jong! Zij bezetten daarmee 21 van de 25 zetels, geflankeerd door twee PvdA'ers, één VVD'er en één lokale lijst. Ter vergelijking: bij de recente gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 behaalde het CDA bij een opkomst van 54% 15% van de uitgebrachte stemmen. Ter geruststelling van alle anderen: er is dus wat veranderd.
Kerkelijk gezien was er echt sprake van het einde van de roomse eeuw in Roermond in de jaren zestig. Mede dankzij het vernieuwende Tweede Vaticaans Concilie kwam er een vooruitstrevende ruimte binnen de katholieke kerk. In Limburg leidde dit onder andere tot de oprichting van de Hogeschool voor Theologie en Pastoraat. Het leidde ook tot meer ruimdenkende pastores en priester-leraren, ook aan het Bisschoppelijk College Schöndeln. In Roermond werd de Jongerenkerk opgericht in 1969, de latere oecumenische basisgemeente Jonge Kerk waar Geert Jan erg actief in was en ik ook, zij het weer ruim vijf jaar later. Omdat de vernieuwing ook toe had geslagen in het Roermondse bisdom benoemde paus Paulus VI in 1972 de ultraconservatief Jo Gijsen tot bisschop van Roermond in een geslaagde poging de vernieuwing de kop in te drukken en met als resultaat dat zeer vele katholieken na het treurig zingen de kerk verlieten.
De sociale en culturele omwentelingen en veranderingen in de richting van meer democratisering van de jaren zestig gingen ook aan Roermond niet voorbij. En dus ook niet aan Geert Jan, die na zijn behaalde eindexamen eerst een jaar naar Amerika is geweest met AFS International Scholarships om vervolgens in 1971 in Rotterdam rechten te gaan studeren. Waarom Rotterdam? Nou ja, omdat hij Nijmegen al kende. Daar was hij geboren in 1952 — ik vijf jaar later in Roermond in 1957 — en daar in Nijmegen groeide hij op totdat het gezin Hamilton in 1962 naar Roermond verhuisde.
In veel activiteiten waaraan Geert Jan deelnam, werd ik vijf jaren later actief: school, culturele sociëteit, schoolparlement, Jonge Kerk. In de Eerste Kamer echter kwam hij twee jaar na mijn entree in de senaat. In 2006 wordt Geert Jan benoemd als Griffier van de Eerste Kamer na een carrière gespecialiseerd in het gezondheidsrecht en onder andere werkzaam bij de Vereniging van Ziekenfondsen, de zorgverzekeraars en als directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het ministerie van VWS en als zodanig medeverantwoordelijk voor het ontwerp en de inrichting van het nieuwe zorgverzekeringsstelsel.
Ik denk dat ik namens alle oud-leden en leden die hem meegemaakt hebben spreek als ik zeg dat de senaat in Geert Jan een uitermate bekwame, deskundige, integere, dienstbare en uitstekende Griffier heeft gehad de afgelopen twaalf jaren. Toegankelijk ook. Je kon altijd op hem een beroep doen als je even nauwkeurige informatie nodig had. Hij zocht het zorgvuldig voor je uit of hij wist je precies goed door te verwijzen. Aimabel, buitengewoon aardig en, voor de functie griffier ook niet onbelangrijk, neutraal. Alhoewel, een tip van de sluier in die zin: gezien zijn Roermondse opvoeding op school en lessen zowel in buitenschoolse activiteiten als in de vernieuwing in de kerk zal hij wars zijn van dogmatisme en regentesk gedrag en altijd kiezen voor het beschaafde, het inhoudelijke. Zowel in de samenleving als in de omgangsvormen, in het intermenselijke en in het debat.
Geert Jan, jij vertoonde in mijn ogen passie voor een fatsoenlijke gang van wetgeving door dit deel van de Staten-Generaal. Ik dank jou van ganser harte voor al het werk dat je de afgelopen jaren gedaan hebt ten behoeve van het parlementaire werk hier alsook voor het instituut Eerste Kamer als zodanig. Jij zorgde ervoor, met je staf, dat het werk voor ons allemaal goed geïnformeerd te doen was, zeker toen we niet meer hoefden te zeulen met al die pakken papier die we elke week over ons uitgestort kregen en enkel een iPad mee naar hier hoefden te nemen en weer terug.
Ik zal nog eenmaal ergens minstens vijf jaar later aan beginnen dan jij: mijn pensionering. Es God bleef, zègke veer dan. Die voorsprong gun ik je weer. Ik wens jou en jouw dierbaren toe dat je daar nog heel erg lang in goede gezondheid, geluk en liefde van mag genieten. Het geit dich good, Griffier.
(Applaus)
De voorzitter:
Dank je wel, Tof Thissen. Dan geef ik nu het woord aan mezelf. Een katheder? Die heb ik niet nodig, Griffier. Hij bemoeit zich overal mee. Dat blijft zo. Maar het is ook wel fijn.
Geachte collega's, leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Geachte oud-Voorzitters, geachte oud-Griffiers, geachte gasten, geachte medewerkers van de Kamer. Als Voorzitter van de Kamer heb ik nog nooit in een plenaire vergadering de Griffier als "geachte Griffier" aangesproken. Ik heb daar eerlijk gezegd ook nooit de aanvechting toe gevoeld. De Griffier is er gewoon. Op deze bijzondere dag, 25 september 2018, nemen wij afscheid van de Griffier van de Eerste Kamer, met, inderdaad Tof, de prachtige roomse namen Gerardus Johannes Adrianus — Augustinus? Aha. Ik heb er Adrianus van gemaakt — Hamilton. Het is toch wel aardig, want ik dacht even aan paus Adrianus VI, maar dat was niet helemaal goed. Op deze bijzondere dag heb ik nu wel een sterke behoefte om "geachte Griffier" te zeggen en zelfs om de Griffier plenair bij de voornaam te noemen.
Geachte Griffier, beste Geert Jan. Vandaag is de dag waarvan je wist dat die zou komen, om een strofe uit het Koningslied voor de inhuldiging van koning Willem-Alexander aan te halen. Terzijde: de grammaticale verbeteringen in de tekst van dit lied zijn van mijn hand. Bij het voorbereiden van mijn toespraak leek het mij nuttig om allereerst na te gaan wat jou ruim twaalf jaar geleden, in 2006, deed bewegen om de functie van Griffier van de Eerste Kamer te ambiëren. Je had per slot van rekening een prachtige carrière op het terrein van de zorgverzekering en het zorgstelsel. Ik ging op zoek naar je sollicitatiebrief. Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: die heb ik niet gevonden. Ik vond wel een mooi cv, met publicatielijst op het terrein van de gezondheidszorg, maar geen sollicitatiebrief. Na enig nadenken van mijn kant, bleek dat ook heel logisch: je solliciteerde niet naar de functie, je werd gevraagd.
Ik vond een kopie paspoort uit 2006 en eentje uit 2017. Het verschil is groot. In 2006 kijkt mij een jeugdige, opgewekte, montere Geert Jan aan. Jouw blik en oogopslag in 2017 zijn van een geheel andere aard. Somber, getekend. Bijna een politiefoto, rijp voor de gevangenis. Ja die, Griffier. Die is vreselijk, ja. Het griffierschap heeft zo te zien kennelijk zijn tol geëist. Maar kijk ik dan naar jouw recente foto in de Volkskrant van 20 september jongstleden, dan zie ik de Geert Jan zoals wij allen jou kennen: vriendelijk, opgewekt, bekwaam, bescheiden, discreet, neutraal, integer, dienstbaar.
Geert Jan, met jou nemen we vandaag afscheid van een Griffier die in een periode van ruim twaalf jaar zijn sporen verdiend heeft in de Eerste Kamer, op het Binnenhof, landelijk en internationaal. De rode draad in jouw carrière bij de Eerste Kamer is de grote liefde die jij voor het instituut hebt. De gebruikelijke reactie van leden, oud-leden en zelfs ook buitenstaanders als jouw naam valt, Geert Jan, in de context van de Eerste Kamer is: invoering van de iPad. Jouw naam zal voor altijd aan die innovatie verbonden blijven. Op 13 september 2011 werden de leden van de Eerste Kamer via een coldturkeybeleid getrakteerd op een iPad waarop alle vergaderstukken van de Eerste Kamer via een speciale app te vinden zijn, in plaats van vergaderstukken in gedrukte vorm. Niet iedereen stond meteen te juichen. Ik zelf was bijvoorbeeld zo gewend aan wekelijks dikke stapels papier waarop ik aantekeningen kon maken, dat ik in het begin even mentaal tegenstribbelde. Maar dat ging bij mij en de hele Kamer razendsnel over toen we ons realiseerden dat de iPad niet alleen de recente Kamerstukken bevatte, maar ook uitstekend als archief dienst doet. Met alleen de iPad in de hand zijn alle documenten met één druk op de knop beschikbaar. Geert Jan zei bij de introductie van die iPad: "'De senaat kampt soms met een imago van stoffigheid, maar naast kwaliteit en zorgvuldigheid staan ook efficiënt werken en transparantie hoog in het vaandel. Daarom liep de Eerste Kamer steeds voorop waar het gaat om digitale informatievoorziening en snelle communicatie." Keurige tekst. De Eerste Kamer moest wel even naar dat vooroplopen worden geduwd door de Griffier.
Van een geheel andere aard, namelijk terug in de geschiedenis, was de inzet van Geert Jan om de galerij op de tweede verdieping van het Kamergebouw, de galerij die de Mauritstoren verbindt met het Mary Stuartkabinet, te restaureren. Die galerij bestond tot 2012 uit een met schrootjes beklede koffiehoek, de keuken van de woning van de huismeester en de kamer voor de ambtenaren die de verschillende bewindspersonen tijdens plenaire debatten ondersteunen. Geert Jan, als groot liefhebber van geschiedenis en meer in het bijzonder de geschiedenis van het Binnenhof en de parlementaire geschiedenis, zorgde ervoor dat in 2013 de, zoals hij dat noemt "luisterrijke" Amalia van Solmsgalerij genoemd naar de echtgenote van Frederik Hendrik, in gebruik kon worden genomen. Die galerij is een aanwinst voor het Kamergebouw.
In dezelfde lijn van historie en verfraaiing van het Kamergebouw wist Geert Jan een borstbeeld van luitenant-kolonel Lodewijk Thomson te bemachtigen. Thomson was aan het begin van de twintigste eeuw lid van de Tweede Kamer en werd als militair door Nederland uitgezonden voor een vredesmissie in Albanië. Geert Jan zorgde ook voor portretten of borstbeelden van onze vorsten sinds 1815. Zo zijn alle Oranjes vanaf de Vader des Vaderlands vertegenwoordigd in dit Kamergebouw.
Deze zaken zijn bepaald niet onverdienstelijk en zelfs baanbrekend, zoals de invoering van de iPad, maar het echt inhoudelijke werk van de Griffier bestaat uit het leidinggeven aan de Griffie, ervoor zorgen dat het parlementaire proces goed verloopt en het ondersteunen van de Voorzitter. Jouw ondersteuning van de Voorzitter, Geert Jan, heb ik de ruim vijf jaar die wij hebben samengewerkt zeer gewaardeerd en ik weet ook zeker dat mijn voorgangers als Voorzitter — zij zitten vandaag aan de regeringstafel — die ondersteuning in respectievelijk drie jaar, Yvonne Timmerman, en twee keer twee jaar, René van der Linden en Fred de Graaf, zeer gewaardeerd hebben.
Jaarlijks ben je verantwoordelijk voor de organisatie van Prinsjesdag en jaarlijks verloopt die dag uitstekend, tot genoegen van de Voorzitter. Je blijkt zelfs een directe lijn met de weergoden te hebben: ieder jaar weer schijnt de zon.
Jij brengt de ondersteuning van de Voorzitter altijd zeer discreet en bescheiden, maar tegelijk ook wel mét nadruk. En dat is maar goed ook, want niemand kent het Reglement van Orde zoals jij het kent. Zelf zei je daarover bij het afscheid van Jacqueline Biesheuvel als Griffier van de Tweede Kamer: "Soms is het onontkoombaar dat de Griffier met de emotie van een vis in koud water uiteenzet hoe procedures die het parlement zelf heeft vastgesteld, in elkaar zitten."
Ik herinner me nog goed die keer toen ik tijdens een plenair debat de microfoon van het spreekgestoelte uitzette omdat, ook na herhaald verzoek van mijn kant, het desbetreffende Kamerlid niet de woorden wilde terugnemen waartegen ik bezwaar maakte. Ik zette de microfoon spontaan uit. Enkele tellen later legde jij mij het Reglement van Orde voor en wees mij aan dat ik reglementair correct had gehandeld. Geen haar op mijn hoofd dat op dat moment daaraan had gedacht. Het is buitengewoon prettig dat er dan een Griffier is die je rugdekking biedt. Of die keer toen er om een hoofdelijke stemming was gevraagd, maar aan het einde van het debat door de woordvoerder van de partij die om hoofdelijke stemming had gevraagd, voorgesteld werd om af te zien van hoofdelijke stemming en alsnog fractiegewijs te stemmen. "De uitslag van het debat is toch wel duidelijk" werd er gezegd. Samen kwamen we tot de conclusie dat in dat geval het resultaat van de stemming 180 graden anders zou zijn. De hoofdelijke stemming bleef gehandhaafd, overigens na interventie van de kant van de Kamer en meer specifiek van Tof Thissen.
Een enkele keer wilde ik als voorzitter iets te berde brengen in het debat. In principe doet de voorzitter dit niet, tenzij de orde van het debat dat noodzakelijk maakt. Die paar keer overlegde ik eerst zachtjes met Geert Jan, die naast mij zit op het rostrum, zoals vandaag, in de wetenschap dat voor Geert Jan voorop staat dat het instituut Eerste Kamer niet beschadigd mag worden. Pas na zijn groene licht trok ik dan de stoute schoenen aan.
Je hebt ook veel gedaan voor de introductie van nieuwe Kamerleden. Die introductie is goed georganiseerd, met veel schriftelijke toelichting. Toch komen er steeds weer Kamerleden met vragen, ook na die introductie. Met wijs beleid en heel vriendelijk ben je steeds bereid alle vragen te beantwoorden, ook al staat het antwoord zwart-op-wit in alle toelichtingen. Je murmelt daar dan weleens over tegen mij, zachtjes.
De Griffie is onder jouw leiding een goed georganiseerd, goed geolied bedrijf geworden zonder het karakter van het familiebedrijf te verliezen. Dat bleek weer overduidelijk tijdens de organisatie van het parlementaire deel van het voorzitterschap van Nederland van de Europese Unie. Jij hebt, samen met de Griffie, een belangrijk aandeel gehad in het vlekkeloos verlopen van de geslaagde conferenties. Jouw warme belangstelling voor Europa en de Europese Unie, je kennis van zaken en ook je uitstekende relaties met de griffiers van de parlementen van de Europese Unie kwamen daarbij goed van pas.
Een droevige episode voor de Eerste Kamer was de tragedie van het neerhalen van MH17, waarbij ons Eerste Kamerlid Willem Witteveen, zijn vrouw en zijn dochter omkwamen. We hebben er samen voor gestaan. Dat hielp mij, dat hielp jou.
Ik noemde zojuist de liefde van Geert Jan voor geschiedenis, meer specifiek de geschiedenis van het Binnenhof en de parlementaire geschiedenis. Geert Jan, jij levert zélf een bijdrage aan de geschiedenis. Toen in 2015 200 jaar bicameraal stelsel gevierd zou worden, bedacht Geert Jan dat het wel aardig zou zijn om, evenals dit in het verleden wel gebeurde, een muziekstuk te laten componeren speciaal voor deze gelegenheid. Het werd de "Hymne voor de Staten-Generaal". De titel van het muziekstuk is afkomstig van Geert Jan zelf. Sindsdien wordt het stuk aan het eind van Prinsjesdag in de Ridderzaal ten gehore gebracht. De "Hymne" is al onderdeel van de geschiedenis van de Staten-Generaal.
Bijna drie jaar leven we inmiddels met het begrip "renovatie van het Binnenhof". Jij zit al enige tijd in de zogenoemde stuurgroep. Vanuit die hoedanigheid doe je je uiterste best om ervoor te zorgen dat de renovatie positief uitpakt voor de Eerste Kamer. Dat is geen kleinigheid; het rempedaal moet herhaaldelijk worden ingetrapt. Ze bedenken om de balkons af te schaffen en om weer een trappenhuis te maken van de Hall. Maar ik zal er nu hier niet op ingaan.
Op 30 april 2013 leerde heel Nederland je kennen. Je schreed door het middenpad in de Nieuwe Kerk als dé Griffier van de Verenigde Vergadering. Geert Jan, slechts weinigen maken een dergelijk gebeurtenis als meer dan actieve participant, namelijk als organisator mee. De inhuldiging van de Koning vindt plaats in een Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Er waren slechts drie maanden beschikbaar om deze bijzondere gebeurtenis te organiseren. De laatste keer was drieëndertig jaar geleden, dus het lag voor de hand dat er een moderniseringsslag moest plaatsvinden. Jij hebt op voorbeeldige wijze leidinggegeven aan het proces, een proces met invloedrijke spelers van verschillende kanten met verschillende belangen. Jij hield het hoofd koel vanuit de diepe overtuiging dat de Verenigde Vergadering, waarin per slot van rekening de inhuldiging zou plaatsvinden, voorbeeldig georganiseerd moest zijn.
Naast dit alles zorgde je er ook voor dat er verschillende publicaties verschenen met als doel de Eerste Kamer dichter bij het publiek te brengen. Er verscheen in 2013 een mooi zogenoemd "koffietafelboek" met als titel "Huis van de Senaat". In de Engelse versie "The house of the Senate". Het is een handzame, rijk geïllustreerde en informatieve publicatie over het gebouw van de Eerste Kamer voor Nederlandse en buitenlandse relaties.
Maar daar bleef het niet bij. In 2015, bij gelegenheid van 200 jaar bicameraal stelsel, verscheen het boek "Veelzijdig in deeltijd". Dat is een prachtige productie van de Griffie. Zelf zei je bij de presentatie van het boek, in de zorgvuldig gekozen bewoordingen die we van je kennen: "Zelf neem ik als Griffier de verantwoordelijkheid voor het boek als geheel en ik kan er, zo nodig, door het politieke niveau van de Eerste Kamer op worden afgerekend."
En heel recent verscheen het boek "Brief Guide to the Senate". Op onze laatste gezamenlijke buitenlandse reis, begin deze maand, zeulde je als een handelsreiziger tassen met exemplaren mee om onze buitenlandse gastvrouwen en gastheren te verblijden met deze laatste gezamenlijke pennenvrucht van de Griffie.
Ook internationaal heb je je als Griffier heel actief getoond, niet alleen met buitenlandse reizen samen met de Voorzitter, ook op eigen titel. Ik kom daarover nog te spreken.
Voor ik dat onderdeel aansnijd, kan ik me zo voorstellen dat bij menigeen inmiddels de gedachte opkomt: "Kleven er dan helemaal geen smetjes aan de Griffier Geert Jan Hamilton? Heeft hij helemaal geen eigenaardigheden?" Jazeker. Geert Jan, je bent het vleesgeworden spreekwoord "zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen". Ja, je lacht op dit moment nog, maar dadelijk niet meer. Nog onlangs ervoeren Ilse en ik dat toen we ruim een half uur op hoge hakken door nachtelijk Parijs moesten sjouwen. Het zou handig geweest zijn als we meteen bij het verlaten van het restaurant een taxi hadden genomen, maar nee, de metro was, zo vond je, een prima vervoermiddel. Dat viel helaas tegen toen de metro die we moesten nemen niet meer bleek te rijden vanwege reparatiewerkzaamheden.
Een andere eigenaardigheid van Geert Jan is zijn af en toe wat bijzondere woordgebruik. Zo heb ik in het begin van mijn voorzitterschap erg moeten wennen aan de uitdrukking "minst genomen", een favoriet van jou, Geert Jan. Ik moest het eerst laten inzinken voor ik door had wat je precies zei; "minst genomen". Een andere favoriet is het woord "notificatie". Ook de woorden "evenwel" en "thans" liggen in je mond bestorven. Het is taalgebruik een constitutioneel dienaar van de Eerste Kamer waardig.
Je hebt ook de onbegrijpelijke gewoonte om midden in de nacht, meestal omstreeks 3.00 uur of 3.30 uur, medewerkers van de Griffie, de Voorzitter en anderen te bestoken met e-mails.
Een laatste punt waardoor de altijd correcte, zorgvuldig formulerende, neutrale, discrete Griffier toch menselijke trekken blijkt te hebben, is de culinaire voorliefde van Geert Jan. Tijdens een receptie of waar dan ook ontsnapt er geen garnaal aan zijn aandacht.
Geert Jan, ik memoreerde al jouw warme belangstelling voor Europa en de Europese Unie. Jouw internationale interesses gaan echter veel verder. Door die belangstelling en door je actieve inzet in de Association of Secretaries General of Parliaments heb je bij herhaling op voortreffelijke wijze voor een publiek van ambtelijke topfunctionarissen van nationale parlementen wereldwijd de Eerste Kamer vertegenwoordigd. Jij gaf zowel in het Europees Parlement als in de ASGP een uiteenzetting over de digitalisering van de Eerste Kamer als mondiaal eerste parlementaire lichaam dat volledig papierloos werkt. Jij gaf presentaties over integriteit, de inhuldiging van de Koning en vele andere onderwerpen die voor jouw internationale collega's interessant zijn.
Je bent de steun en toeverlaat van de Voorzitter, en van de Kamer als geheel op het terrein van de parlementaire diplomatie. Hoe klein ook de stapjes zijn die daarmee gezet kunnen worden om beter begrip en betere verhoudingen tussen parlementen te bewerkstelligen, het maakt de parlementaire diplomatie nuttig en waardevol. Wij hebben samen met andere Kamerleden en met medewerkers van de Griffie inmiddels heel wat buitenlandse bezoeken afgelegd. Steeds wist ik mij gesteund door jouw grote betrokkenheid, je dossierkennis, je mensenkennis en je diplomatieke vaardigheden bij alle bezoeken. Je kunt trots zijn, Geert Jan, op hetgeen je internationaal voor de Eerste Kamer hebt betekend.
Geert Jan. Als dank voor al hetgeen je gedaan hebt voor de Kamer past maar één cadeau: een eigen iPad, geheel leeg, zonder apps, zonder digitale kranten en andere informatiebronnen. Dat zal wennen zijn voor je. Maar ik weet zeker dat je er al gauw weer onafscheidelijk van zult zijn. Ik zal je die zo dadelijk overhandigen. Ook Ineke zal ik dadelijk hartelijk bedanken voor haar betrokkenheid bij de Eerste Kamer. Haar komt de Zilveren Tulpbroche van de Kamer terecht toe.
Tot slot, Geert Jan. Je hebt in de twaalf jaar en één maand als Griffier van de Eerste Kamer der Staten-Generaal bijzonder veel betekend voor de Eerste Kamer, ook internationaal. Je hebt in je vorige functie bij het ministerie van VWS een belangrijke bijdrage geleverd aan het ontwerpen en uitvoeren van de Zorgverzekeringswet. Je hebt je actief betoond in bestuurlijke activiteiten en maatschappelijke nevenactiviteiten. Het heeft daarom — en nu komt het — Zijne Majesteit de Koning behaagd om je te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. U mag klappen.
(Applaus)
De voorzitter:
Het is een eer voor mij dat ik je de bijbehorende versierselen mag uitreiken. Ik zal daar ongetwijfeld veel onhandiger in zijn dan alle burgemeesters die in ons midden zijn, maar ik ga mijn best doen. Wil je daar gaan staan, voor het rostrum?
(De voorzitter speldt de heer Hamilton de versierselen op die behoren bij de benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.)
(Applaus)
De heer Hamilton:
Dit is een bijzonder moment. Ik moet even kijken. Ik dank Zijne Majesteit de Koning voor de grote eer die mij te beurt is gevallen. Ik dank ook allen die hem bij deze beslissing hebben geadviseerd en ik vermoed dat u, Voorzitter, ongeveer weet wie dat zijn.
De voorzitter:
Sterker nog: ik weet het zeker. Er zitten er in ieder geval aan de overkant twee achter de tafel!
De heer Hamilton:
Ik dank u ook voor uw bijzonder warme, uitgebreide woorden, waarin ontzettend veel naar boven is gekomen. Ik wil niet zeggen dat dat gedeeltelijk alweer weggegleden is, maar u hebt zeer grondig onderzoek gedaan naar wat er in deze twaalf jaar is gebeurd. Op enig moment kreeg ik het ook zelf wat warmer, maar het viel mee. Het kan nog erger.
Ik dank ook de heer Thissen, die wel ontzettend diep is teruggegaan in onze gemeenschappelijke wortels in het mooie Limburgse land in het stedje Remunj. Het is waar, het is ook geschiedenis, we zijn 50 jaar verder ten opzichte van die periode van grote culturele verandering in Nederland in de kerk. We hebben dat allebei zeer indringend beleefd. Ik vind het ontzettend mooi zoals je dat hier naar voren hebt gebracht. Ik weet niet of er ooit zo veel over Remunj in deze Kamer verhandeld is. We hebben het wel eens over Remunj, maar niet altijd in de vergaderzaal.
Ik zou de neiging kunnen hebben om improviserend in te haken op wat ik gehoord heb, maar dan dreig ik in strijd te komen met de spreektijd die ik altijd mee heb proberen te handhaven. Ik had zelf ook een paar dingen te zeggen. Ik begin ook in het verleden; er kleeft iets aan me van historie.
In 1961, toen ik 9 jaar oud was, ging ik met mijn ouders en broers voor de eerste keer wat verder weg buiten mijn geboortestad Nijmegen. Tijdens een week aan de kust maakte ik kennis met de zee, de pier van Scheveningen in aanbouw, Madurodam, het Vredespaleis en nog veel meer. Aan het eind van de vakantie vroeg mijn moeder wat ik het mooiste vond dat ik die week had gezien. Zonder aarzeling zei ik: "Die zaal met dat gouden dak." Toen ik deze petite histoire vertelde in mijn gesprek met de selectiecommissie in 2006, zei een van de fractievoorzitters, dat was de heer Schuyer: "Interessant, meneer Hamilton, dat u zo'n goede jeugdherinnering bewaart aan onze vergaderzaal, maar dat kan natuurlijk niet redengevend zijn om u tot Griffier van de Eerste Kamer te benoemen." Dat heb ik voluit beaamd.
Aan mijn kant was het niet primair de vroeg ontvlamde liefde voor dit prachtige gebouw die maakte dat ik de functie van Griffier van de Eerste Kamer ambieerde. Dat was de vaste overtuiging die ik had en altijd behouden heb, dat de Eerste Kamer binnen het Nederlandse staatsbestel een belangrijke en onmisbare rol vervult in het wetgevingsproces.
Dat de Eerste Kamer op mijn pad kwam, lag zeker niet voor de hand. Mijn vader was huisarts en tot zijn verdriet was ik meer een alfajongen. De ongeschiktheid om zelf dokter te worden heb ik gesublimeerd door mij als jong jurist te gaan verdiepen in de juridische aspecten van verhoudingen in de gezondheidszorg.
Vanaf mijn vroegste jeugd wist ik dat de wereld bestond uit ziekenfondspatiënten en particuliere patiënten. Ziekenfondspatiënten waren in de jaren vijftig van de vorige eeuw mensen die vanaf zeven uur 's morgens in het souterrain in een steeds meer doorrookte wachtkamer te midden van stapels Panorama's en Libelles plaatsnamen in de hoop op enig moment aan de beurt te komen. Particuliere patiënten waren mensen die 's middags op afspraak bij de voordeur aanbelden en onmiddellijk door het dienstmeisje naar de spreekkamer werden geleid. Ik vond dat een raar verschil in benadering en begreep al jong dat het te maken had met betalingen en verzekeringen.
Gefascineerd door het grote geld dat met de gezondheidszorg is gemoeid en de bijzondere loop van de geldstromen heb ik in de vorige eeuw twintig jaar een geweldige tijd gehad als jurist bij de koepel van de ziekenfondsen, later de zorgverzekeraars. Ik was het helemaal met de ziekenfondskoepel eens dat er één algemene ziektekostenverzekering voor de hele bevolking moest komen.
In 1993 zat ik hier op de publieke tribune en zag hoe staatssecretaris Simons door de Eerste Kamer gegrild werd over een wetsvoorstel waarmee hij een volgende fase op weg naar een volksverzekering wilde realiseren. Ik zat naast een Tweede Kamerlid die met mij verbijsterd gadesloeg hoe zijn verwante fractie hier een andere kant opging dan die hij in zijn Kamer met overtuiging had gesteund. Het wetsvoorstel haalde het, maar door de eisen die de Kamer aan de uitvoeringsregelgeving stelde, sneuvelde het plan. Ik noem de motie-Kaland.
In de jaren daarna heeft minister Borst een imposant wetgevingsoeuvre door beide Kamers weten te loodsen. Zij wilde haar vingers voorlopig niet branden aan het zorgstelsel. Aan het einde van haar periode liet zij via een nota een blauwdruk na voor een nieuwe zorgverzekering. Ik heb daaraan mogen meewerken, want in 1999 maakte ik de overstap van het maatschappelijk middenveld naar het ministerie van VWS. Ik werd directeur Wetgeving en Juridische Zaken, een ongebruikelijke aanvangsfunctie voor een beginnend rijksambtenaar. In de jaren 2003 tot 2005 bracht minister Hoogervorst, gesteund door een enthousiast team van medewerkers, de Zorgverzekeringswet tot stand.
Zoals onlangs bij de herdenking van mevrouw Van Leeuwen naar voren kwam, legde de Eerste Kamer de minister in juni 2005 het vuur na aan de schenen over zijn wetsvoorstel. Ik zat met mijn collega's boven in die bedompte ambtenarenkamer, die nu is opgegaan in de Amalia van Solms-galerij. Hier deed de Eerste Kamer waarvoor zij op aarde is: de regering kritisch bevragen, waar nodig nadere duidelijkheid krijgen over de betekenis en bedoeling van juridische teksten, en volle aandacht geven aan de uitvoeringsimplicaties van het voorstel. Reeds de aanwezigheid van een Eerste Kamer als instelling die zo te werk gaat, is disciplinerend voor het wetgevingsproces. Vanaf de eerste pennenstreek van de wetgevingsjuristen op de ministeries, of beter de eerste aanslagen op het toetsenbord, moet duidelijk zijn dat het wetsvoorstel aan het eind van de rit een finale toetsing door de Eerste Kamer aan criteria voor behoorlijke wetgeving, inclusief de grondwettelijkheid, en aan overeenstemming met internationale verdragen zal moeten kunnen doorstaan. De waardering van de uitkomst van deze toetsing maakt deel uit van de politieke afweging die ieder Kamerlid voor zijn of haar eindoordeel over een voorstel moet maken.
Een democratische rechtsstaat en een vrije samenleving worden geregeerd door wetten en daarop gebaseerde besluiten, niet door voornemens of beleidsopvattingen waar politici 's morgens mee opstaan, zelfs niet door akkoorden die zij sluiten. De wetten tellen en die moeten elk op eigen kracht de eindstreep hebben behaald. Het is van belang dat de politieke partijen ook bij de komende verkiezingen voor de Eerste Kamer weer veel echt op wetgeving betrokken kandidaat-Kamerleden op de lijst zetten.
In 2006 durfde ik de overstap naar de Eerste Kamer aan. Een doorontwikkeling van juridisch specialist op een deelterrein naar generalist zag ik ook als een nieuwe uitdaging in mijn loopbaan. De functie van Griffier van de Staten-Generaal, met thans een Griffier voor de Eerste Kamer en een voor de Tweede Kamer, is een van de oudste ambten van Staat in ons land. Sinds Jan van Asseliers in 1581 het Plakkaat van Verlatinghe concipieerde, is er grote bestendigheid geweest in de kerntaken van de Griffier: zorgen dat de vergaderingen deugdelijk worden voorbereid, de besluiten juist worden geformuleerd en alles goed wordt verslagen wat er verhandeld wordt. Tegenwoordig betekent dit dat de Griffier ook hoofdredacteur is van de website van de Eerste Kamer waarop alles wordt vastgelegd en gearchiveerd. De instructie voor de Griffier van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, zoals vastgesteld in 1849 en laatstelijk gewijzigd in 1969, heb ik altijd als nog zeer bruikbaar ervaren. Uw Kamer heeft dat kennelijk ook, anders had u hem wel gewijzigd.
Aansturend voor de werkzaamheden van de Griffier en de Griffie is in bestuurlijk-politieke zin de Voorzitter. De Voorzitter leidt de werkzaamheden van de Eerste Kamer, zo staat in het Reglement van Orde. De Voorzitter handelt in het volle licht en de Griffier staat hem of haar in de schaduw terzijde. De functies van Voorzitter en Griffier staan in het eerste, respectievelijk tweede lid van artikel 61 van de Grondwet. De constitutionele verankering van de benoeming van beide functionarissen is bij mijn weten nooit omstreden geweest en ik hoop en verwacht dat dat zo blijft. Voorzitter en Griffier zijn tot elkaar veroordeeld en ze zien elkaar op vele dagen van het jaar langer dan hun levenspartners hen zien. Die laatste zien hen soms dagen niet.
Ik ben zeer vereerd dat ook de oud-Voorzitters die ik heb mogen dienen hier vandaag aanwezig zijn en ook mijn beide ambtsvoorgangers. Mevrouw Timmerman-Buck stond als een leeuw, of ik moet zeggen leeuwin, voor de Eerste Kamer en niemand kon scherper getuigen van het bestaansrecht van de Eerste Kamer dan zij. De heer Van der Linden heeft met zijn rijk geschakeerde ervaring de Europese en internationale dimensie van het werk van de Eerste Kamer versterkt. De parlementaire diplomatie is niet meer weg te denken uit het werk van de Kamer. De heer De Graaf had als rasbestuurder weinig woorden nodig om te zeggen hoe hij de zaken wilde. Onder zijn leiding hebben mijn collega's van de Griffie en ik het grootste festijn uit de recente geschiedenis van ons land mogen organiseren: de inhuldiging van onze Koning in de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal op 30 april 2013 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. In zijn periode kreeg een majeure stap in de digitalisering van de Eerste Kamer haar beslag. Dat hij dat met de Huishoudelijke Commissie vooral zag als een zaak van efficiënte ondersteuning en bedrijfsvoering getuigde van groot vertrouwen in de Griffie. Bestuurlijk toonde hij aan dat er met weinig geld ook geslaagde ICT-overheidsprojecten mogelijk zijn.
Kenmerkend voor de Eerste Kamer is dat in deze zaal op het scherpst van de snede wordt gedebatteerd, maar dat daarbuiten de omgang van de leden met elkaar ongedwongen, betrokken en vriendelijk is, over de partijgrenzen heen. Van mijn internationale ambtelijke contacten heb ik onder meer geleerd dat het een zegen is dat relatief weinig plenaire vergadertijd besteed hoeft te worden aan procedurele zaken en ordedebatten. Andere parlementen zijn daar soms zeeën van weinig productieve tijd mee kwijt. De situatie bij ons is zo gunstig doordat de meeste vragen van orde, agendering, omgang met interne ook staatsrechtelijke vraagstukken, worden afgevangen door een belangrijk orgaan, het College van Senioren, onder voorzitterschap van de Voorzitter, dat bestaat uit de politieke leiders in de Kamer. In de twaalf jaar die ik kan overzien, is nooit een geplande vergadering van het College niet doorgegaan, evenmin als een geplande plenaire vergadering. Discipline is belangrijk voor een parlement. De zaken mogen niet versloffen. Ook in hun omgang met de medewerkers zijn de leden bijzonder open en vriendelijk. Ik ben hen, u allen, daar heel dankbaar voor.
De werkvreugde voor iedereen, ook voor mij, wordt in hoge mate bepaald door de collega's met wie je dagelijks te maken hebt. U weet, Voorzitter, wie hier met deskundigheid, toewijding en vaak ook met passie het echte ondersteunende werk doen, hoe de commissiestaven onder leiding van de plaatsvervangend griffiers te werk gaan, wie de ICT-ondersteuning biedt, wie de informatievoorziening en communicatie verzorgen, wie zich enorm inzetten voor Prinsjesdag, provinciebezoeken en alle evenementen die wij hier hebben, wie de faciliteiten, bodediensten en huishouding verzorgen, de personele en financiële ondersteuning bieden, post en archief verzorgen, het Bureau van de Voorzitter en Griffier bemannen, de Kamerstukken opmaken, het aantreden van nieuwe leden begeleidt, de agenda van de Kamer voorbereidt en nog veel meer. Met mijn collega's in het managementteam heb ik er steeds naar gestreefd de beste mensen binnen te halen. Ik dank alle collega's en ook oud-collega's uit de grond van mijn hart voor de geweldige samenwerking. Ik betrek in die dank ook de "ingehuurde" medewerkers van de Beveiliging, de onvolprezen Dienst Verslag en Redactie, de Griffie Interparlementaire Betrekkingen, het Parlementair Documentatiecentrum, de catering in ons restaurant, andere dienstverleners en onze huisfotograaf. Veelvuldig zijn de contacten door het jaar heen met de collega's van de Tweede Kamer. Ook hen dank ik oprecht. En natuurlijk ook de fractiemedewerkers, in wie bij sommigen al zichtbaar het politieke bloed kruipt.
U, Voorzitter, hebt mij langdurig toegesproken. Ik heb u als Griffier nooit mogen toespreken in deze Kamer en dat zal ook nooit gebeuren. Daarom nu een enkel woord. Onze samenwerking was de langste die ik met een Voorzitter heb mogen beleven, bijna vijfenhalf jaar. Met de openheid, gulheid en hartelijkheid die u eigen zijn, hebt u de Griffie voor zich gewonnen. Ik heb steeds waargenomen dat uw voorzitterschap zeer breed in deze Kamer gedragen wordt. U verenigt grote vaardigheid in het voorzitten met doorleefd inzicht in wetgeving en een inmiddels enorme, ook internationale, reputatie als eerste representant van de Eerste Kamer. Ze willen u overal hebben. De wijze waarop u, zeker ook internationaal, optreedt en aandacht geeft, is zo goed voor Nederland en de bilaterale en internationale betrekkingen. Het was een voorrecht u te mogen ondersteunen. Ik dank u en alle leden voor het vertrouwen dat u steeds in mij gesteld hebt.
En Ankie, ik dank je voor het enorme plezier dat wij zo vaak aan het werk en aan het samen op pad gaan hebben mogen beleven. Functioneel gaan wij scheiden, maar ik ben er zeker van dat het niet tot een echte scheiding van wegen zal leiden.
Ik dank ook mijn familie, met alle kinderen in ons geweldige gecombineerde gezin, voor alle meeleven door de jaren heen.
Ten slotte dank ik mijn lieve vrouw Ineke voor alle liefde, zorg en steun. Ze heeft, zoals sommigen van u weten, tijdens de jaren van mijn griffierschap vaak een enorme overlevingsstrijd moeten leveren en dat doet zij met een dapperheid en levenslust die mij steeds ontroeren. Zij is ook nog steeds actief werkzaam in de gezondheidszorg en vindt dat wij aan het Binnenhof in vergelijking met talloze werkers in de zorg toch wel behoorlijk verwende mensen zijn.
Ik heb zeer gelukkige jaren bij de Eerste Kamer gekend. Ik dank u allen en wens u, Voorzitter, uw Kamer, allen die erbij betrokken zijn, onder wie mijn opvolger, en de parlementaire democratie het allerbeste toe.
Dank u wel.
(Applaus)
De voorzitter:
Er is na sluiting van de vergadering voor de leden en degenen die hier op de balkons zitten, de genodigden, de gelegenheid om hier in de zaal afscheid te nemen van de Griffier.
Lijst van besluiten en ingekomen stukken
Lijst van besluiten:
De Voorzitter heeft na overleg met het College van Senioren besloten om:
a. de stemmingen over de volgende wetsvoorstellen en moties te doen plaatsvinden op 25 september 2018:
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten tot versterking van de strafrechtelijke en de strafvorderlijke mogelijkheden om terrorisme te bestrijden (versterking strafrechtelijke aanpak terrorisme) (34746);
Motie van het lid Dercksen (PVV) c.s. over het per omgaande sluiten van de El Tawheed moskee te Amsterdam (34746, E);
Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering tot en met het jaar 2021 (34929);
Motie van het lid Van Kesteren (PVV) c.s. over verlaging en uiteindelijk afschaffing van het wettelijk eigen risico (34929, E);
Motie van het lid Don (SP) c.s. over instrumenten om onderscheid te maken tussen gewenste en ongewenste zorgmijding (34929, F);
Motie van het lid Nooren (PvdA) c.s. over het voorkomen dat mensen vanuit financiële motieven afzien van noodzakelijke zorg (34929, G);
b. de behandeling van de volgende hamerstukken te doen plaatsvinden op 25 september 2018:
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met mogelijk maken van experimenten met geautomatiseerde systemen in motorrijtuigen (34838);
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten in verband met de herziening van het kader voor herstel en afwikkeling van verzekeraars (Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars) (348420;
Jaarverslag en slotwet van de Koning 2017 (34950-I);
Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2017 (34950-IIA);
Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs 2017 (34950-IIB);
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet van de Koning en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 (34950-III);
Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2017 (34950-IV);
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2017 (34950-V);
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2017 (34950-VII);
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2017 (34950-VIII);
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2017 (34950-X);
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2017 (34950-XII);
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Diergezondheidsfonds 2017 (34950-XIII);
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2017 (34950-XVI);
Jaarverslag en slotwet Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2017 (34950-XVII);
Jaarverslag en slotwet Wonen en Rijksdienst 2017 (34950-XVIII);
Jaarverslag en slotwet Infrastructuurfonds 2017 (34950-A);
Jaarverslag en slotwet Gemeentefonds 2017 (34950-B);
Jaarverslag en slotwet Provinciefonds 2017 (34950-C);
Jaarverslag en slotwet Deltafonds 2017 (34950-J);
Wijziging van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (34960-I).
Lijst van ingekomen stukken, met de door de Voorzitter ter zake gedane voorstellen:
1. de volgende door de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen wetsvoorstellen:
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet bekostiging financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en de Wet handhaving consumentenbescherming ter implementatie van richtlijn nr. 2015/2366/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PbEU 2015, L 337) (Implementatiewet herziene richtlijn betaaldiensten) (34813);
Wijziging van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1258/2013, Verordening (EU) nr. 1259/2013, Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1011 en Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1013 (34848);
Wijziging van diverse wetten op het terrein van de volksgezondheid in verband met de versterking van het handhavingsinstrumentarium van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd en enkele andere wijzigingen (34874);
Wijziging van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 en de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 in verband met een wijziging in de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen in de Wet inkomstenbelasting 2001 per 1 januari 2017 (34879);
Wijzing van de Wet op de huurtoeslag in verband met het laten vervallen van de bepaling dat de eigen bijdrage in de huurtoeslag wordt geïndexeerd met het percentage van de nettobijstandsontwikkeling indien dat percentage lager is dan het percentage van de huurprijsontwikkeling en van de maximale inkomensgrenzen vanaf welke geen huurtoeslag wordt toegekend (Wet aanpassing indexering eigen bijdrage huurtoeslag en het vervallen van de maximale inkomensgrenzen) (34940).
Deze wetsvoorstellen zullen in handen worden gesteld van de desbetreffende commissies;
2. de volgende regeringsmissives:
een, van de minister-president, minister van Algemene Zaken, ten geleide van een afschrift van zijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, inzake antwoorden schriftelijke vragen door het lid Ploumen over de reacties van vicepremier de Jonge en vicepremier Ollongren naar aanleiding van de uitspraken van de minister van Buitenlandse Zaken Blok tijdens een bijeenkomst met Nederlandse werknemers van internationale organisaties, bedrijven en ambtenaren (griffienr. 163593);
een, van alsvoren, ten geleide van een afschrift van zijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer d.d. 14 september 2018 inzake de Prinsjesdagstukken (griffienr. 163674);
een, van alsvoren, inzake regelingen voor zeer extreme noodsituaties waarin politieke ambtsdragers voor onbepaalde tijd niet langer kunnen functioneren (griffienr. 163686);
een, van de minister van Buitenlandse Zaken, houdende goedkeuring van het op 12 maart 2018 te Den Haag tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (Trb. 2018, 40), alsmede een toelichtende nota bij het Protocol (griffienr. 163594);
een, van alsvoren, houdende goedkeuring van het op 20 februari 2014 te Den Haag tot stand gekomen Benelux-Verdrag inzake grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking (Trb. 2014, 62), alsmede een toelichtende nota bij het Verdrag (griffienr. 163599);
een, van alsvoren, houdende goedkeuring van het op 29 maart 2018 te Khartoem tot stand gekomen Verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Sudan (Trb. 2018, 50), alsmede een toelichtende nota bij het Verdrag (griffienr. 163596);
een, van alsvoren, houdende goedkeuring van het op 24 april 2018 te Den Haag tot stand gekomen Verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Mexicaanse Staten (Trb. 2018, 57), alsmede een toelichtende nota bij het Verdrag (griffienr. 163597);
een, van alsvoren, houdende goedkeuring van de op 22 juni 2017 te Straatsburg tot stand gekomen Wijziging van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart en van de Uitvoeringsregeling van dit Verdrag (Besluit CDNI 2017-I-4) (Trb. 2018, 23), alsmede een toelichtende nota bij de verdragswijziging (griffienr. 163598);
een, van alsvoren, houdende goedkeuring van het op 13 juni 2018 te Canberra tot stand gekomen verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Australië inzake olievoorraadovereenkomsten (Trb. 2018, 83), alsmede een toelichtende nota bij het verdrag (griffienr. 163601);
een, van alsvoren, inzake voornemen tot het sluiten van uitvoeringsverdragen (griffienr. 163604);
een, van alsvoren, inzake voornemen tot verlenging van de Overeenkomst inzake de rechtspositie van de strijdkrachten voor militair personeel en troepenuitrusting tussen de Staat Qatar en het Koninkrijk der Nederlanden, Doha, 16 december 2014 (Trb. 2015, 12) (griffienr. 163603);
een, van alsvoren, inzake EU-informatievoorziening: verzoek tot ontvangen tussentijdse kwartaalrapportages EU-wetgevingsdossiers (griffienr. 163591);
een, van alsvoren, ten geleide van het verslag informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 30 en 31 augustus 2018 (griffienr. 163545.01);
een, van alsvoren, inzake Maatregelen ATCM XLI 2018 tot uitvoering van het Verdrag inzake Antartica; Buenos Aires, 18 mei 2018 (griffienr. 163664);
een, van alsvoren, houdende mededeling van de op 23 juli 2018 te Kiev tot stand gekomen notawisseling houdende een verdrag ter verlenging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake de internationale missie tot bescherming van onderzoek (Trb. 2018, 152) (griffienr. 163665);
een, van alsvoren, houdende mededeling van de op 13 april 2018 te Londen tot stand gekomen Wijzigingen van de Bijlage bij het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004 (Trb. 2018, 156) (griffienr. 163666);
een, van alsvoren, ten geleide van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken inclusief Art. 50 van 18 september 2018 (griffienr. 163655);
een, van alsvoren, ten geleide van de geannoteerde agenda informele Europese Raad 20 september 2018 (griffienr. 163654);
een, van alsvoren, ten geleide van het Rapport van de "Task Force on Subsidiarity, Proportionality, and Doing Less More Efficiently" (griffienr. 163663);
een, van alsvoren, inzake Wijziging van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van de carnets TIR (TIR-Overeenkomst; Genève, 12 oktober 2017 (griffienr. 163677);
een, van de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de minister van Justitie en Veiligheid, inzake toekomstige Nederlandse inspanningen in missies en operaties (griffienr. 163556);
een, van alsvoren, ten geleide van de geannoteerde agenda informele RBZ/Gymnich van 30-31 augustus 2018 (griffienr. 153545);
een, van alsvoren, ten geleide van vier fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen inzake o.a. MFK - Raadsbesluit European Peace Facility (griffienr. 16354);
een, van alsvoren, inzake Rapportage over de inbreng van de Nederlandse regering in zaken waarin het EU-Hof in 2017 uitspraak heeft gedaan (griffienr. 163548);
een, van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, ten geleide van de geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 14 september 2018 (griffe nr. 163653);
een, van de minister van Justitie en Veiligheid, inzake bevestiging deelname Nederland aan Europees OM (griffienr. 162550.01);
een, van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, inzake stand van zaken en positionering Nederland ten opzichte van de Global Compacts inzake migratie (griffienr. 163125.03);
een, van de minister voor Rechtsbescherming, inzake ontwerpbesluit kansspelen op afstand (griffienr. 163680);
een, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, inzake Nederlandse reactie op MROA EPBD (griffienr. 163155.01);
een, van alsvoren, inzake technische briefing inzake stelselherziening omgevingsrecht (griffienr. 163348.01);
een, van alsvoren, ten geleide van het Meerjarenprogramma 2018-2020 van de Raad voor het openbaar bestuur (griffienr. 163740);
een, van alsvoren, ten geleide van de septembercirculaires 2017 gemeentefonds en provinciefonds (griffienr. 163726);
een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, inzake halfjaarrapportages juli - december 2017 CAft Aruba en Cft Curaçao en Sint Maarten (griffienr. 163586);
een, van alsvoren, inzake verzoek om voorlichting aan Raad van State betreffende de vormgeving van de verhouding tussen Europees en Caribisch Nederlanden de coördinerende rol van BZK (griffienr. 162443.03);
een, van de minister van Financiën, ten geleide van de geannoteerde agenda eurogroep en informele Ecofin-Raad 7 en 8 september 2018 (griffienr. 163582);
een, van alsvoren, inzake stukken die voorliggen op de informele Ecofin-Raad van 7 en 8 september 2018 te Wenen (griffienr. 153590);
een, van alsvoren, ten geleide van het verslag van de eurogroep en informele Ecofin-Raad van 7 en 8 september 2018 te Wenen (griffienr. 163582.01);
een, van alsvoren, inzake vertraging embargo-USB-sticks MN 2019 (griffienr. 163679);
een, van alsvoren, ten geleide van Het Blauwe Boekje (griffienr. 163679.03);
een, van alsvoren, ten geleide van de Miljoenennota 2019 (griffienr. 163679.02);
een, van de staatssecretaris van Financiën, inzake conceptregeling EMU-norm 2019-2022 decentrale overheden (griffienr. 163673);
een, van de staatssecretaris van Defensie, ten geleide van het Materieelprojectenoverzicht 2018 (griffienr. 163727);
een, van de staatssecretaris van Defensie en de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, ten geleide van de Negentiende jaarrapportage project Verwerving F-35 (griffienr. 163739);
een, van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, inzake procedure behandeling Structuurvisie Ondergrond (griffienr. 163312.03);
een, van alsvoren, ten geleide van de aanbiedingsbrief bij PBL-rapport Monitor Infrastructuur en Ruimte 2018, derde vervolgmeting (griffienr. 163643);
een, van de minister van Economische Zaken en Klimaat, inzake voornemen tot oprichting Stichting Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen (griffienr. 163602 (griffienr. 163602);
een, van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, inzake verslag informele Raad voor Concurrentievermogen (griffienr. 163378.01);
een, van alsvoren, inzake geannoteerde agenda informele Energieraad 18 september 2018 (griffienr. 163592);
een, van alsvoren, ten geleide van de geannoteerde agenda Raad voor Concurrentievermogen 27 en 28 september 2018 (griffienr. 163738);
een, van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ten geleide van het verslag Landbouw- en Visserijraad 16 juli 2018 (griffienr. 163432.01);
een, van alsvoren, inzake geannoteerde agenda Informele Landbouwraad 23-25 september 2018 (griffienr. 163676);
een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake toestemmingsverzoek deelname ambtenaren deskundigengesprek vermogensongelijkheid (griffienr. 163165.13);
een, van alsvoren, ten geleide van het Onderzoek naar de effectiviteit van de no-riskpolis in artikel 29b Ziektewet (griffienr. 163645);
een, van alsvoren, inzake coördinatie van de sociale zekerheidstelsels (griffienr. 163336.02);
een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake Breed offensief om meer mensen met een beperking aan werk te helpen (griffienr. 163647);
een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van het werkprogramma 2019 Gezondheidsraad (griffienr. 163731);
een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake geannoteerde agenda informele EU-jeugdraad van 3 september 2018 in Wenen (griffienr. 163549);
een, van de minister voor Medische Zorg en Sport, inzake geannoteerde agenda informele EU-gezondheidsraad van 10-11 september 2018 in Wenen (griffienr. 163574);
een, van alsvoren, inzake verslag informele EU-Gezondheidsraad Luxemburg 22 juni 2018 (griffienr. 163169.01).
De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd op de afdeling inhoudelijke ondersteuning ter inzage voor de leden;
3. de volgende missives:
een, van de Algemene Rekenkamer, ten geleide van het advies 'Wegwijs in het sociaal domein' (griffienr. 163662);
een, van de plv. secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken, ten geleide van een afschrift d.d. 19 september 2018 bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Instellingswet WRR in verband met een nadere regeling met betrekking tot de wederbenoeming van de voorzitter van de WRR en van de memorie van toelichting hierbij (griffienr. 163725)
De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd op de afdeling inhoudelijke ondersteuning ter inzage voor de leden;
4. de volgende missives:
een, van J.R., inzake nieuwe rechtspersoon De Waag gevestigd op 5 mei 2018 (griffienr. 163553);
een, van C.W., inzake ouderverstoting ((griffienr. 163682).
Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Justitie en Veiligheid;
een, van Y.v.M., inzake drs. K.H. Ollongren (D66) (persoon) (griffienr. 163671);
een, van E.S.L., inzake klacht tegen woningcorporatie Ymere (griffienr. 163690).
Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning;
een, van J.Z., inzake de rol van de NPO in samenwerking met Den Haag (griffienr. 163669);
een, van K.v.V., inzake uitnodiging voor campagne Samen zijn wij school. Het doel? op 11 september 2018 (griffienr. 163656);
een, van B.F., inzake ik geef niet op, ondanks tegenwerking (griffienr. 163684).
Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
een, van R.v.W. te D., inzake afschaffing dividendbelasting (griffienr. 162108.20);
een, van R.L., inzake alsvoren (griffienr. 152108.18);
een, van J.Z., inzake verhoging btw en energieheffing (griffienr. 162108.19);
een, van J.E., inzake afschaffing dividendbelasting (griffienr. 162108.21);
een, van H.d.V., inzake dividendbelasting (griffienr. 162108.16);
een, van J.H.A.I. te R., inzake belastingplannen van het kabinet-Rutte (griffienr. 163571);
een, van M.K., inzake dividendbelasting (griffienr. 162108.22).
Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Financiën;
een, van Y.E., inzake brief en boek over Gasland van Louis Stiller (griffienr. 163436.02).
Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
een, van F.R., inzake probleem in AOW-wet (griffienr. 163301.01).
Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
een, van M.v.d.V. te R., inzake verplicht vaccineren (griffienr. 163572);
een, van E.L., inzake wetsvoorstel medische dossiers (griffienr. 159915.34);
een, van M.S., inzake Superbacterie die tegen alle soorten antibiotica kan, rukt op naar Nederland (griffienr. 163668);
een, van M.W., inzake het sluipend gevaar van maagzuurremmers moet stoppen (griffienr. 163681).
Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
een, van A.M., inzake scheiding van asielzoekerskinderen van hun ouders (griffienr. 163670.01);
een, van A.M., inzake de gezondheidszorg, de landbouw en het kinderpardon (griffienr. 163670.02).
Deze geschriften worden van belang geacht voor de commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad.
De Voorzitter stelt voor deze geschriften voor kennisgeving aan te nemen.