Dit verzamelwetsvoorstel bevat noodzakelijke aanpassingen van Nederlandse wetgeving in verband met het proces van uittreding van het Verenigd Koninkrijk op 29 maart 2019 uit de Europese Unie, de zogenaamde Brexit. Dit voorstel is bedoeld om onaanvaardbare gevolgen voor burgers en bedrijven in verband met de Brexit te voorkomen.
Met dit voorstel worden twee categorieën wijzigingen voorgesteld. Wijzigingen die nodig zijn ongeacht het tijdstip waarop de Brexit gaat plaatsvinden en wijzigingen die rekening houden met onvoorspelbare uitkomsten van de onderhandelingen. Voor deze tweede categorie van wijzigingen zijn aanvullende wettelijke voorzieningen nodig om te zorgen dat snel gehandeld kan worden. Het gaat hier met name over de (mogelijke) gevolgen voor burgers uit het VK en de EU in het kader van de Zorgverzekeringswet en op het terrein van de sociale zekerheid.
Daarnaast wordt het mogelijk om bij onvoorziene en onverwachte resultaten van de onderhandelingen snel (tijdelijke) maatregelen te nemen die afwijken van de bestaande regelgeving.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 29 januari 2019 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: PvdA, GroenLinks, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie en FvD.
Tegen: PVV, SP, PvdD en DENK.
De plenaire behandeling van het voorstel door de Eerste Kamer vond plaats op 19 maart 2019. Het voorstel is op 26 maart 2019 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.
Voor: SGP, ChristenUnie, VVD, PvdA, CDA, 50PLUS, OSF en D66.
Tegen: GroenLinks, PvdD, SP en PVV.
Tijdens het debat op 19 maart 2019 is de motie-Van Apeldoorn (SP) c.s. over het vooralsnog niet in werking laten treden van artikel X van het wetsvoorstel "Verzamelwet Brexit" (EK, H) ingediend. De motie is op 26 maart 2019 na stemming bij zitten en opstaan verworpen. GroenLinks, PvdD en SP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft op 5 maart 2019 zonder beraadslaging en zonder stemming ingestemd met het verzoek om ten aanzien van dit wetsvoorstel op grond van artikel 21a van de Wet op de Raad van State een voorlichtingsaanvraag bij de Raad van State in te dienen (EK, E). De commissie heeft bij brief van 13 maart 2019 de voorlichting (EK, G) ontvangen.
Op 12 februari 2019 vond een technische briefing plaats over dit wetsvoorstel.
ingediend
16 november 2018titel
Wijziging van enige wetten en het treffen van voorzieningen in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Verzamelwet Brexit)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
-
2.In het koninklijk besluit kan worden bepaald dat deze wet of onderdelen daarvan terugwerken tot en met 30 maart 2019.
-
3.Aan besluiten die worden gebaseerd op een onderdeel van deze wet waaraan ingevolge het tweede lid terugwerkende kracht is verleend, kan terugwerkende kracht worden verleend tot en met dezelfde datum.
-
-
19 december 2022
brief van de minister van BuZa over de kabinetsappreciatie rapport evaluatie Rijksbrede Brexit-inzet Nederlandse overheid EK, J Bevat bijlagen -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5 maart 2019
stemming (hamerstuk) over brief aan de Raad van State met een verzoek om voorlichting over de Verzamelwet Brexit (EK 35.084, E) Verslag EK 2018/2019, nr. 20, item 6 -
-
-
-
-
-
-
15 februari 2019
brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de aanpak op het gebied van sociale zekerheid bij een no deal-Brexit 23.987, G Bevat bijlagen -
-
-
-
-
-