Dit wetsvoorstel strekt tot wijziging van de Woningwet ter verbetering van de werking, uitvoerbaarheid en toekomstbestendigheid van de Woningwet door meer mogelijkheden te geven voor lokaal maatwerk, ruimte te geven voor meer risicogericht toezicht en de administratieve lasten te beperken. Om dit te bereiken worden onnodige detailregels geschrapt, wordt de stapeling van waarborgen weggenomen, en worden regels vereenvoudigd en verduidelijkt.
De voorgestelde wijzigingen komen voort uit de evaluatie van de in 2015 herziene Woningwet (TK 32.847, 470), het rapport van de commissie Van Bochove in opdracht van Aedes en de aanbevelingen van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW).
Daarnaast bevat dit voorstel na de aanvaarding van amendementen door de Tweede Kamer onder andere wijzigingen van:
-
-de Huisvestingswet 2014 waardoor gemeenteraden een opkoopbescherming voor (een) nader te bepalen gebied(en) kunnen invoeren, in de vorm van een verbod om woningen zonder vergunning te verhuren;
-
-Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek om de mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten te verruimen.
Met dit wetsvoorstel worden 8 wetten ingetrokken.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 10 maart 2021 met algemene stemmen aangenomen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 juli 2021 zonder stemming aangenomen.
Met het wetsvoorstel 35.951 wordt op een aantal punten de verruiming van de mogelijkheden voor reguliere tijdelijke verhuur ongedaan gemaakt.
Dit reparatiewetsvoorstel was door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toegezegd tijdens de plenaire behandeling van het onderhavige wetsvoorstel op 6 juli 2021 (toezegging 'Ongedaanmaking amendement-Koerhuis' (T03245)).
ingediend
3 juli 2020titel
Wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet en om de mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten te verruimenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
-
2.Het eerste lid is niet van toepassing op de artikelen I, onderdeel Va, en IIa, die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en terugwerken tot en met 1 januari 2021.
-
3.Het eerste lid is niet van toepassing op de artikelen IIb en IIc die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
8
-
3 december 2021
brief van de minister van BZK over de inwerkingtreding van de gewijzigde Woningwet en onderliggende regelgeving naar aanleiding van de evaluatie EK 35.518, I
Op 7 december 2021 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ. -
-
-
-
-
-
16 april 2021
brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het toezichtsignaal van de Autoriteit woningcorporaties van 19 februari 2021 EK, B Bevat bijlagen
Op 20 april 2021 voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ. -