Dit wetsvoorstel versterkt in het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Stafvordering en enkele andere wetten de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit. Hiermee wil de regering het criminele proces verstoren, waardoor crimineel gedrag voor de daders niet loont en de samenleving er geen last van heeft. Dit wetsvoorstel vormt onderdeel van de wetgevingsagenda ondermijning.
Met dit voorstel worden verschillende vormen van faciliterende criminaliteit zwaarder bestraft. Bij faciliterende criminaliteit moet geacht worden aan bedreigingen, het importeren, exporteren en voorhanden hebben van stoffen die worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van drugs (precursoren). Daarnaast worden de kosten voor vernietiging van voorwerpen die in beslag zijn genomen door opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie (zoals bijvoorbeeld illegaal vuurwerk, drugs en wapens) verhaald op degene die daarvoor veroordeeld wordt. Ook wordt een strafrechtelijk executieonderzoek in meer gevallen mogelijk, zodat ook andere financiële sancties (zoals een geldboete) effectiever ten uitvoer kunnen worden gelegd.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 1 juni 2021 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, PvdA, PvdD, D66, ChristenUnie, VVD, SGP, CDA, BBB, JA21, FVD, Groep Van Haga en PVV.
De Fractie Den Haan was afwezig bij de stemmingen over dit wetsvoorstel.
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 2 november 2021 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen. De OSF was niet aanwezig tijdens de stemmingen.
ingediend
10 september 2020titel
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
- minister voor Medische Zorg en Sport
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
5