Dit voorstel van Rijkswet wijzigt de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Paspoortwet in verband met de nieuwe vaststellingsprocedure voor staatloosheid (35.687).
Met dit voorstel krijgen staatloos in Nederland geboren kinderen die hier niet rechtmatig verblijven twee mogelijkheden om onder voorwaarden toch in aanmerking te komen voor versnelde verkrijging het Nederlanderschap. De eerste voorwaarde is geboren in Nederland en tien jaar feitelijk hoofdverblijf, de tweede voorwaarde is sinds geboorte staatloos en geen andere nationaliteit kunnen krijgen en de derde voorwaarde is het stabiele karakter van het verblijf. Daarnaast wordt een tweetal voorbehouden ingetrokken die het Koninkrijk der Nederlanden maakte bij het Verdrag betreffende de status van staatlozen (Trb. 1957, 22).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het wetsvoorstel (EK, A) is op 31 mei 2022 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, GroenLinks, Volt, DENK, PvdA, PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, ChristenUnie, SGP, CDA en BBB.
Tegen: BIJ1, VVD, JA21, PVV, FVD en Groep Van Haga.
De Fractie Den Haan was niet aanwezig bij de stemmingen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 juni 2023 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.
Voor: OSF, PvdA, GroenLinks, D66, SP, PvdD, ChristenUnie en CDA.
Tegen: Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, PVV, SGP, VVD, 50PLUS, FVD en Fractie-Frentrop.
Dit wetsvoorstel werd gezamenlijk behandeld met wetsvoorstel Wet vaststellingsprocedure staatloosheid (35.687).
ingediend
18 december 2020titel
Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Paspoortwet alsmede intrekking van voorbehouden bij het Verdrag betreffende de status van staatlozen in verband met de vaststelling van staatloosheidschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2