De Eerste Kamer heeft dinsdag ingestemd met een wetsvoorstel van minister Dekker (Rechtsbescherming) voor het inroepen van een bedenktijd van maximaal 250 dagen voor besluitvorming in het bestuur van een beursgenoteerde naamloze vennootschap. Hierdoor krijgt het bestuur van zo’n onderneming bijvoorbeeld bij dreigende (vijandige) overnames de tijd voor inventarisatie en weging van de belangen van de onderneming en de stakeholders bij de bepaling van beleid.
De fracties van SGP, CDA, GL, SP, 50PLUS, PvdA, OSF,D66, PVV, PvdD en CU stemden voor het wetsvoorstel, de fracties van VVD, Fractie-Nanninga, Fractie-Otten en FVD stemden tegen.
In het debat over het wetsvoorstel op 16 maart jl. had een aantal fracties kritiek op het wetsvoorstel, met name over de noodzaak ervan, de proportionaliteit, de mogelijk negatieve effecten op het Nederlandse vestigingsbeleid en eventuele strijdigheid met EU-regelgeving. Minister Dekker gaf in het debat aan dat het aantal vijandige overnames inderdaad beperkt is, maar dat de impact groot kan zijn. Hij noemde het wetsvoorstel een logische, kleine stap, in het verlengde van wat in de praktijk al gebruik is. Er is nu immers al een (niet-wettelijke) code van goed bestuur met een bedenktijd van 180 dagen.
Deel dit item: