Dit wetsvoorstel wijzigt de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel en enkele andere wijzigingen. Het wetsvoorstel komt voort uit het in 2019 door het kabinet met werknemers- en werkgeversorganisaties gesloten akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelsel en de Hoofdlijnennotitie uitwerking pensioenakkoord. Dit wetsvoorstel strekt ertoe om de in deze notitie beschreven hoofdlijnen uit te werken en te verankeren in de wet- en regelgeving.

Het wetsvoorstel bevat tevens voorstellen voor de standaardisering van het nabestaandenpensioen in de tweede pijler, de experimenteerruimte voor de pensioenopbouw door zelfstandigen in de tweede pijler en de inkorting van de wachttijd voor werknemers in de uitzendsector.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel (EK, B) op 22 december 2022 na hoofdelijke stemming met 93 stemmen voor en 48 stemmen tegen aangenomen.

Voor: ChristenUnie, D66, CDA, VVD, PvdA, GroenLinks, SGP en Volt.

Tegen: SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, PvdD, BBB, JA21, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, PVV, FVD en Groep Van Haga.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 mei 2023 na hoofdelijke stemming met 46 stemmen voor (CDA, VVD, D66, ChristenUnie, PvdA, GroenLinks en SGP) en 27 stemmen tegen (50PLUS, PvdD, OSF, PVV, Fractie-Otten, Fractie-Nanninga, Fractie-Frentrop, SP en FVD) aangenomen.

De Kamer heeft op 30 mei 2023 ook gestemd over moties die bij de plenaire behandeling van het voorstel Wet toekomst pensioenen op 22, 23 en 30 mei 2023 zijn ingediend. Een overzicht van alle moties die zijn aangenomen op 30 mei 2023 is hier te vinden.

De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft bij brief van 22 oktober 2024 nadere vragen gesteld aan de minister van SZW over de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel en het invaren.

De commissie bespreekt op 19 november 2024:

  • de brief van de minister van SZW met de kabinetsreactie op het IBO Pensioenopbouw in balans (EK 36.067 / 32.043, BX met bijlagen) (Naar aanleiding van Toezegging T03639 Nudging betrekken bij verbetermogelijkheden pensioen voor zelfstandigen); en,
  • de brief van de minister van SZW over een aantal pensioenonderwerpen najaar 2024 (EK, BW met bijlagen).

De commissie levert op 3 december 2024 inbreng voor schriftelijk overleg over:

  • de brief van de minister van SZW ter aanbieding van het tussentijds advies van de regeringscommissaris transitie pensioenen (EK 36.067/32.043, BS met bijlagen); en,
  • de brief van de minister van SZW met een reactie op het tussentijds advies van de regeringscommissaris transitie pensioenen (EK 36.067/32.043, BV met bijlage).

Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers (Appa)

De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (APP) heeft na de eerste termijn van de Kamer op 22 mei 2023 een brief (EK, X) aan de Kamer gestuurd over de in het wetsvoorstel opgenomen wijziging van de Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers (Appa) en de vraag of daar op grond van artikel 63 van de Grondwet een twee-derde meerderheid voor nodig is.

Na hoofdelijke stemming heeft de Kamer op 30 mei 2023 met 47 stemmen voor (CDA, VVD, D66, ChristenUnie, PvdA, GroenLinks, SGP en het Lid Prast (PvdD)) en 26 stemmen tegen (50PLUS, FVD, OSF, PVV, Fractie-Otten, Fractie-Nanninga, Fractie-Frentrop, SP en PvdD (minus het Lid Prast) geoordeeld dat het wetsvoorstel niet met minimaal een twee-derde meerderheid aanvaard hoefde te worden.

Ordevoorstel

Een ordevoorstel van het Lid Van Rooijen (50PLUS) om het voor 22 en 23 mei 2023 voorziene plenaire debat over het voorstel uit te stellen was op 16 mei 2023 na hoofdelijke stemming met 20 stemmen voor (OSF, 50PLUS, PVV, PvdD, Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, FVD en Fractie-Frentrop) en 46 stemmen tegen (CDA, VVD, GroenLinks, D66, PvdA, SGP, ChristenUnie en SP) verworpen.

Technische briefings en deskundigenbijeenkomsten

Op 21 maart 2023 vond er een openbaar gesprek van de Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) met de Commissie Parameters en De Nederlandsche Bank (DNB) in het kader van de behandeling van dit wetsvoorstel plaats.

Op 17 januari 2023 vond voor de commissie een technische briefing plaats. Tijdens deze briefing is er ingegaan op de onderwerpen contract en nabestaandenpensioen. Op 31 januari 2023 vond een tweede technische briefing plaats waar de volgende onderwerpen aan de orde waren: waarborgen voor een evenwichtige transitie, juridische houdbaarheid en rechtsbescherming en werken zonder pensioenopbouw en implementatie, monitoring en evaluatie.

Op 14 februari 2023 vond een eerste deskundigenbijeenkomst over het wetsvoorstel plaats. De thema's uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en implementatie kwamen daarbij aan bod.

Op 21 februari 2023 vond een tweede deskundigenbijeenkomst over de thema's rechtmatigheid en effecten van de wet plaats.


Kerngegevens

ingediend

29 maart 2022

titel

Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen

inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, waarbij artikel II, onderdelen E en I, kunnen terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip en met dien verstande dat artikel I, onderdelen Ca, H , eerste en derde onderdeel en UUU, voor zover het betreft artikel 220ca en artikel VII, onderdeel Fa en onderdeel QQQ, voor zover het betreft artikel 214ca, in werking treden met ingang van 1 januari 2024.


Documenten

369