Dit wetsvoorstel regelt de vaststellingsprocedure bij staatloosheid van personen in het Europese deel van Nederland door een rechter. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het advies "Geen land te bekennen" van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ). Volgens de UNHCR en het ACVZ heeft Nederland geen goede procedure voor het vaststellen van staatloosheid. Hiermee komt er een zorgvuldige procedure die voldoet aan de relevante internationale normen.
Met het wetsvoorstel komt er een nieuwe vaststellingsprocedure waardoor meer personen hun staatloosheid kunnen aantonen. Het gaat daarbij vooral om personen die wel rechtmatig verblijf hebben maar slecht of niet gedocumenteerd zijn en daarom nu niet als staatloos in de basisregistratie personen kunnen worden geregistreerd. Met de nieuwe vaststellingsprocedure zal een bepaalde categorie rechtmatig verblijvende vreemdelingen die nu met "nationaliteit onbekend" is opgenomen in de vreemdelingenadministratie of in de basisregistratie personen, in die registraties voortaan als "staatloos" worden opgenomen. Ook personen die geen rechtmatig verblijf hebben kunnen onder de nieuwe procedure een verzoek tot vaststelling van staatloosheid doen. Voor deze personen geldt dat het indienen van een verzoek tot vaststelling van staatloosheid door de rechter geen aanspraak geeft op basis van de Vreemdelingenwet 2000.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) is op 31 mei 2022 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB.
Tegen: BIJ1, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga.
De Fractie Den Haan was niet aanwezig bij de stemmingen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 juni 2023 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.
Voor: OSF, PvdA, GroenLinks, D66, SP, PvdD, SGP, ChristenUnie, CDA en VVD.
Tegen: Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, PVV, 50PLUS, FVD en Fractie-Frentrop.
Dit wetsvoorstel werd gezamenlijk behandeld met het Rijkswetsvoorstel Intrekking voorbehouden Verdrag status van staatlozen in verband met de vaststelling van staatloosheid (35.688 (R2151)).
ingediend
18 december 2020titel
Regels met betrekking tot de vaststelling van staatloosheid (Wet vaststellingsprocedure staatloosheid)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
6
-
16 april 2024
brief van de staatssecretaris van J&V inzake de beleidsregels over de rol van staatloosheid in de buitenschuldprocedure en de uitwerking van het begrip stabiel hoofdverblijf EK 35.687 / 35.688, F Bevat bijlage
Voor kennisgeving aangenomen op 23 april 2024. -
-
-
-
-