Experiment met nieuwe stembiljetten: debat samengevat



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 24 mei met minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over twee wetsvoorstellen die te maken hebben met de invoering van een nieuw stembiljet: de Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten en de Definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland. De Eerste Kamer stemt dinsdag 31 mei over beide wetsvoorstellen en over twee moties van senator Otten.


Over de wetsvoorstellen

De experimentenwet regelt de mogelijkheid om bij verkiezingen te experimenteren met nieuwe stembiljetten. Het huidige stembiljet is (te) groot en daardoor zowel voor de stembureaus als voor bepaalde kiezers, zoals ouderen en slechtzienden, lastig te hanteren. De experimenten zijn erop gericht dat bij verkiezingen een stembiljet kan worden gebruikt dat beter hanteerbaar is, zowel bij het stemmen als bij het tellen.

De definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland regelt in de Kieswet dat kiezers buiten Nederland kunnen blijven stemmen met een stembiljet dat hen per e-mail wordt toegezonden. Sinds mei 2014 is er een tijdelijke regeling om het voor Nederlanders mogelijk te maken om vanuit het buitenland per brief deel te nemen aan de Tweede Kamer- en Europees Parlementsverkiezingen. Deze tijdelijke regeling komt met ingang van 1 januari 2022 te vervallen. Ook is een wijziging van de Woningwet in dit wetsvoorstel opgenomen.

Over dat laatste punt - een wijziging van de Woningwet in een wetsvoorstel dat een heel ander onderwerp betreft - waren de Kamerleden niet te spreken. De Kamer herinnerde de minister aan een unanieme uitspraak van de Eerste Kamer uit 2015 die de regering oproept zich te onthouden van een koppeling van separate wetsvoorstellen waardoor de Eerste Kamer de mogelijkheid wordt ontnomen om een separaat politiek eindoordeel te vellen over die eigenstandige wetsvoorstellen. Minister Bruins Slot zei in antwoord daarop dat ook zij geen voorstander is van verzamelwetgeving en dat dit niet voor herhaling vatbaar is maar hield er in dit geval wel aan vast.

De grootste en ook breed gedragen zorg van de Kamer met betrekking tot de twee wetsvoorstellen was dat er een verschil bestaat tussen de beoordeling van de geldigheid van stemmen met het nieuwe stembiljet binnen Nederland en daarbuiten. In Nederland wordt het stembiljet ongeldig verklaard als alleen een partij is aangekruist en niet ook een kandidaat, terwijl bij het stemmen vanuit het buitenland een vergelijkbaar biljet wel geldig is, terwijl bij beide biljetten twee stemmen nodig zijn: een stem op de partij en een stem op de kandidaat. Bruins Slot zegde toe dat zij nog voor de stemming op 31 mei een brief naar de Kamer zal sturen over deze rechtsongelijkheid tussen de geldigheid van de stemmen van kiezers binnen en kiezers buiten Nederland. In de brief zal zij ingaan hoe het verschil in de (on)geldigheid van stemmen op een andere wijze kan worden opgelost.


Moties

Senator Otten (Fractie-Otten) diende twee moties in.

De eerste motie verzoekt de regering om voortaan bij verkiezingen geen gebruik meer te maken van ondoorzichtige kliko's als stembus en alle stembussen bij de eerstvolgende verkiezingen te vervangen door transparante doorzichtige stembussen zoals ook in andere landen gebruikelijk is.

De tweede motie verzoekt de regering om een onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor het invoeren van een systeem met twee stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen, bijvoorbeeld naar analogie van het Duitse systeem of een systeem waarbij de kiezer één stem op de partij van zijn voorkeur en één stem op de minister-president kan uitbrengen.

Beide moties zijn door de minister ontraden.


Impressie van het debat

Groot formulier juist goed

Senator Van der Linden (Fractie-Nanninga) zei dat hij nog nooit gehoord dat er problemen zijn met het grote formulier. Komt het grote formulier het tellen niet juist ten goede, vroeg hij. Juist voor burgers is het goed te volgen als ze het tellen bijwonen. De nieuwe stembiljetten bieden plek aan de logo's van de politieke partijen. Van der Linden wilde weten of daarvoor nu echt een wetsvoorstel nodig is. Zijn kanttekeningen bij de experimentenwet hebben allereerst te maken met de herkenbaarheid. Kandidaten worden op het stembiljet gereduceerd tot nummers. Mensen willen op mensen stemmen en niet op nummers, aldus Van der Linden. Ten tweede de betrokkenheid: de afstand tussen politiek en kiezers wordt groter met verdwijnen van namen van het stembiljet. En ten derde de bedoeling: het ontbreken van een naam zal volgens de Fractie-Nanninga leiden tot een stem op de lijsttrekker en daarmee kandidaten die eventueel met voorkeursstemmen kunnen worden gekozen benadelen.

Samenhang voorstellen Staatscommissie

Senator Doornhof (CDA) wees er in zijn inbreng op dat de Staatscommissie Parlementair Stelsel ervan uit ging dat een nieuw stembiljet gekoppeld zou zijn aan nieuw kiesstelsel. Het CDA vraagt zich af of de Eerste Kamer zich destijds niet bij dat standpunt had moeten aansluiten. Het CDA heeft wel begrip dat er nu een losse, praktisch oplossing ligt voor het moeilijk hanteerbare biljet, maar is wel kritisch. Het stembiljet is het meeste directe instrument van de burger tegenover de kandidaat-volksvertegenwoordiger, aldus Doornhof. Hoe je het wendt of keert, je zult met het nieuwe stembiljet eerst moeten kijken op welke partij je stemt en pas dan op welke kandidaten. Hij vroeg of het vergroten van de hanteerbaarheid van het stembiljet hier tegenop weegt. Krijgt de persoon van de kandidaat wel voldoende aandacht, is de herkenbaarheid wel voldoende, vroeg hij de minister. Maar, zo besloot hij, de toegankelijkheid van het stemproces voor iedereen weegt zwaar.

Meer zorgen om lage opkomst

Volgens senator Van Hattem (PVV) mag de kiezer met het nieuwe stembiljet slechts een nummertje trekken om een voorkeurskandidaat te kiezen. Over het andere wetsvoorstel zei hij dat Nederlanders in het buitenland in de watten worden gelegd. Terwijl, aldus Van Hattem, bij de meest recente verkiezingen de opkomst dramatisch laag was. Hij zei dat de minister er nu juist voor zou moeten zorgen dat de opkomst hoger is in plaats van met dit voorstel te komen. Van Hattem vroeg welk effect de minister van een nieuw stembiljet verwacht op de opkomstcijfers. Hij wees er verder op dat het tweede wetsvoorstel een tijdelijke wet nu permanent maakt. Niet is zo permanent als tijdelijke wetgeving, aldus Van Hattem. Bij het stemmen per e-mail vanuit het buitenland kan verkiezingsfraude op de loer liggen, waarschuwde hij. Het stemgeheim en een eerlijk verkiezingsproces staan op het spel, besloot Van Hattem.

Belangrijk dat stemmen per post mogelijk blijft

Senator Baay-Timmerman (50PLUS) wees op de evaluatie van drie verkiezingen bij de tijdelijke wet voor stemmen vanuit het buitenland. Daaruit is gebleken dat het goed uitvoerbaar is. Voor 50PLUS is het van belang dat het toesturen van stembiljetten per post ook mogelijk blijft, en dat dit alleen kan vervallen na parlementaire goedkeuring. Baay vroeg of er een maximaal aantal biljetten bestaat die per e-mailadres kunnen worden toegestuurd. De voorgestelde wijziging is volgens haar gerechtvaardigd, maar wel blijft adequate voorlichting noodzakelijk. Eigenlijk is versimpeling van het stembiljet een maatregel om het tellen achteraf makkelijker te maken. In het voorstel worden twee modellen toegelicht. Baay vroeg of het klopt dat de regering een voorkeur heeft voor één van de twee modellen. Ze vroeg de minister of dat betekent dat bij positieve evaluaties van dat voorkeursmodel wordt afgezien van het andere model. 50PLUS is blij dat geluisterd is naar belangenorganisaties van onder andere blinde kiezers en ouderen, zei Baay.

Waar blijft grote discussie over democratie?

Volgens senator Kox (SP) is het idee dat verkiezingen toegankelijker moeten worden door stembiljetten te versimpelen in principe een goed idee. Ook hij kende geen klachten over te grote stembiljetten. Kox zei dat het onlogisch is dat een kiezer buiten Nederland wel een geldige stem uitbrengt als alleen de partij wordt aangekruist (en niet ook de kandidaat), terwijl de kiezer binnen Nederland in dat geval een ongeldige stem uitbrengt. Kox constateerde met spijt dat er ondertussen geen grote discussie in Nederland is over hoe we onze democratie gaan beschermen. Er liggen voorstellen van de Staatscommissie, maar de discussie daarover hapert een beetje. Wanneer gaan we nu daar over spreken, vroeg Kox. Tot slot wilde hij weten of er creatievere antwoorden te bedenken dan dit wetsvoorstellen, ook met het oog op de digitalisering van de samenleving.

Waarom zo'n streng model?

Senator Koole (PvdA), die ook namens GroenLinks sprak, vroeg of de minister nog eens kon uitleggen wat er nu niet goed gaat met de stembiljetten bij de kiezers en de telling ervan. Waarom kiest het kabinet voor het strenge model dat wanneer een kandidaat niet is aangekruist maar de partij wel, de stem daarmee ongeldig is terwijl die stem buiten Nederland wel wordt goedgekeurd, zo vroeg Koole de minister. Ook wilde hij weten wanneer er sprake is van een onevenredig hoog aantal ongeldige stemmen en wie beslist dat er dan een andere afweging wordt gemaakt. Het wetsvoorstel voorziet in een evaluatie. Koole vroeg de minister of zij kon toezeggen dat ook de opmerkingen van mensen met een beperking worden meegenomen in de evaluatie.

Gedacht aan mensen met minder doenvermogen?

Senator Dittrich (D66) sprak zijn zorg uit dat politieke kandidaten met de voorgestelde wijziging van het stembiljet tot een nummer worden gemaakt, als het ware geanonimiseerd. Hij vroeg de minister te reageren. Ook wilde hij weten met wie de twee modellen zijn getest, of daar ook mensen met minder doenvermogen bij zaten. Dittrich sloot zich aan bij de opmerkingen van eerdere sprekers over het verschil tussen stemmen in Nederland en daarbuiten. In het eerste geval is de stem ongeldig als slechts één hokje is aangekruist in plaats van twee, in het tweede geval telt de stem dan wel. Dittrich zag daarin toch wel het risico dat een groot aantal ongeldige stemmen wordt uitgebracht. Hij vroeg de minister of zij de evaluatie van de herindelingsverkiezingen van november 2022 - het eerste experiment - ook naar de Eerste Kamer wil sturen.

Dit voorstel verkleint kloof niet

Senator Otten (Fractie-Otten) zei dat vrijwel overal ter wereld gebruik wordt gemaakt van doorzichtige, transparante stembussen en van tellen (en optellen) in de openbaarheid. De band tussen kiezer en gekozene is al flinterdun, zei Otten, maar met dit wetsvoorstel wordt die band nog brozer en de kloof groter. De kiezer kiest via het nieuwe stembiljet geen naam meer, maar een nummer. Dit wetsvoorstel is niet de manier om de kloof te verkleinen. Volgens Otten zijn er andere manieren die dat wel doen. Hij noemde het voorbeeld van Duitsland en diende daarover ook een motie in, net als over transparante stembussen en in de openbaarheid tellen en optellen van stemmen. Tot slot zei hij dat e-voting (elektronisch stemmen) mogelijk moet worden gemaakt voor kiezers in het buitenland.

Belangrijk voor slechtzienden en tellers

Senator Meijer (VVD) zei dat de VVD beide wetsvoorstellen steunt. Volgens hem is het goed dat het probleem wordt aangepakt van zowel de tellers als de mensen met een (visuele) beperking. Over sommige opmerkingen in het debat zei hij dat als stemmers in het buitenland al jaren met zo'n stembiljet werken en dat dat weinig problemen oplevert, we er hier wel een beetje een karikatuur van maken. Wat de VVD betreft komt er een experiment en dan kan gekeken worden naar eventuele moeilijkheden en bezwaren die vandaag geschetst zijn. Tot slot vroeg ook hij hoe de minister de samenhang tussen de gefragmenteerde wetsvoorstellen bewaakt, in het licht van de hervorming van het parlementair stelsel zoals voorgesteld door de staatscommissie-Remkes.

Meer stappen niet eenvoudiger

Volgens senator Schalk (SGP) is de regering ten onrechte van mening dat het stembiljet met dit voorstel eenvoudiger wordt. Hij is hier niet van overtuigd: eenvoudiger is het wanneer het aantal stappen zo beperkt mogelijk is. Dat gebeurt met dit nieuwe stembiljet niet, het zijn juist extra stappen. Hij vroeg of de minister twee keer aankruisen ook niet als een probleem ziet. Hij vroeg of zij op dit punt een novelle zou willen overwegen. Over de toegankelijkheid zei Schalk dat de nieuwe stembiljetten de nadruk leggen op het stemmen op partijen in plaats van op volksvertegenwoordigers. De veiligheid van het verkiezingsproces lijkt volgens Schalk zwaarder te wegen dan het gemak van de kiezer. Hij vroeg of digitaal stemmen niet veiliger is dan op papier.

Beantwoording door minister Bruins Slot

Minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zei dat de reden voor het wetsvoorstel is dat het kabinet wil dat alle Nederlanders kunnen deelnemen aan verkiezingen: ook bijvoorbeeld ouderen, slechtzienden en oudere migranten. Daarom is werk gemaakt van een stembiljet waarbij mensen zelfstandig kunnen stemmen.

Mensen die nu nog hulp nodig hebben in het stemhokje kunnen dan zelfstandig stemmen. Onder andere de Kiesraad en de Vereniging Nederlandse Gemeenten hebben daarnaast aangegeven dat de formulieren handzamer moeten zijn. Het ontwikkelen en testen van het nieuwe stembiljet is gedaan met ervaringsdeskundigen. De testen hebben goede resultaten opgeleverd. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen zal er ook een informatiecampagne komen om mensen te informeren over de andere manier van stemmen.

Bruins Slot zegde ten slotte toe dat zij nog voor de stemming over de wetsvoorstellen op 31 mei een brief naar de Kamer zal sturen over de door de Kamer in het debat naar voren gebrachte vrees voor rechtsongelijkheid tussen de geldigheid van de stemmen van kiezers binnen en kiezers buiten Nederland. In de brief zal zij ingaan hoe het verschil in de (on)geldigheid van stemmen anderszins kan worden opgelost. Ook zei zij dat zij vanwege de zorgvuldigheid van het proces niet meer de herindelingsverkiezingen in november 2022 zal gebruiken als start van de experimentenwet.



Deel dit item: