Parlementair jaar 2021/2022, 3e vergadering
Aanvang: 13.30 uur
Sluiting: 14.00 uur
Status: gecorrigeerd
Voorzitter: Bruijn
Tegenwoordig zijn 67 leden, te weten:
Adriaansens, Van Apeldoorn, Arbouw, Atsma, Baay-Timmerman, Backer, Van Ballekom, Berkhout, Beukering, Bezaan, De Blécourt-Wouterse, De Boer, Bredenoord, Bruijn, De Bruijn-Wezeman, Van der Burg, Crone, Dessing, Van Dijk, Dittrich, Doornhof, Essers, Ester, Faber-van de Klashorst, Fiers, Frentrop, Ganzevoort, Geerdink, Gerkens, Van Gurp, Van Hattem, Hiddema, Janssen, Jorritsma-Lebbink, Karakus, Niek Jan van Kesteren, Ton van Kesteren, Keunen, Klip-Martin, Kluit, Koffeman, Koole, Kox, Meijer, Moonen, Nanninga, Nicolaï, Oomen-Ruijten, Otten, Van Pareren, Prast, Prins, Raven, Recourt, Rietkerk, Rombouts, Schalk, Soeharno, Stienen, Van Strien, Talsma, Vendrik, Verkerk, Van der Voort, Vos, De Vries en Van Wely,
en mevrouw Sent,
alsmede de heer Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De voorzitter:
Ik open de vergadering van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van dinsdag 12 oktober 2021. Ik heet de leden, de medewerkers en iedereen die deze vergadering via de webcast volgt, van harte welkom.
De voorzitter:
Voordat wij verdergaan met de agenda van vandaag verzoek ik u om veiligheidsredenen nadrukkelijk om voldoende afstand te houden tot uw collega's en de medewerkers indien u zich beweegt door de Ridderzaal, ook bij het in- en uitlopen.
Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:
Veldhoen, wegens persoonlijke omstandigheden;
Van Rooijen, wegens bezigheden elders;
Huizinga-Heringa, wegens ziekte.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde is de herdenking van de heer A.A. Loudon i.
De voorzitter:
Aan de orde is de herdenking van de heer A.A. Loudon. Ik verzoek de leden te gaan staan.
Vandaag gedenken wij Aarnout Loudon die op 9 september jongstleden overleed. Hij was van 13 juni 1995 tot 8 juni 1999 lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal voor de VVD.
Jonkheer Aarnout Alexander Loudon werd op 10 december 1936 geboren in Den Haag. Een deel van zijn vroege jeugd bracht hij vervolgens door in Nederlands-Indië. Na het behalen van zijn gymnasium bèta-diploma aan het Haagse Eerste VCL — wat staat voor Vrijzinnig-Christelijk Lyceum — studeerde hij van 1955 tot 1961 Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Utrecht.
Hij werkte bij Bank Mees en Hope voor hij in 1969 begon als medewerker op de financiële afdeling van Akzo, het bedrijf waaraan hij tot aan zijn pensionering in 1994 verbonden zou blijven.
De heer Loudon werkte onder meer als hoofd van de financiële afdeling, was directeur van de financiële administratie van Astral — Akzo Coatings Frankrijk — en president van Akzo in Brazilië. In 1978 trad hij toe tot de raad van bestuur en van 1982 tot 1994 was Loudon bestuursvoorzitter van Akzo.
Aarnout Loudon werd in 1977 lid van de VVD uit onvrede met het beleid van destijds. Bij zijn plenaire debuut in 1995 refereerde de toenmalig Kamervoorzitter daaraan. Tjeenk Willink zei: "U zult zich toen niet hebben kunnen indenken dat u uw maidenspeech zou uitspreken in een debat met een kabinet van PvdA, VVD en D66."
Loudon zei regelmatig dat politiek en bedrijfsleven iets met elkaar te maken hebben en dat het goed zou zijn wanneer meer mensen met zijn ervaring actief zouden worden in de politiek. Al was hij zelf de eerste om te zeggen dat het een enorme misrekening is te denken dat succesvolle ondernemers automatisch ook goede politici zijn.
In een interview in maandblad Quote zei Loudon over zijn eerste periode aan het Binnenhof: "Alles wat ik al dacht werd bevestigd. De meeste clichés over Den Haag kloppen. De stroperigheid … Als zakenman moet je een knop omdraaien. Als je dat niet doet en net zo denkt te kunnen werken als in het bedrijfsleven, dan houd je het niet vol. Op dinsdag komt de senaat bijeen. Op dinsdag ben ik een ander mens."
Hij beschreef in datzelfde interview hoe de ondernemer Loudon en de politicus Loudon elkaar ook weleens in de weg zaten. Als voorbeeld noemde hij het wetsvoorstel over de ecotax. Als bestuursvoorzitter was hij daar altijd tegen geweest en dat was hij als politicus nog steeds. Toch stemde hij voor. Hij zei dat hij lang getwijfeld had, maar dat de partij met één gezicht naar buiten moest treden.
De heer Loudon bekleedde vele nevenfuncties bij bedrijven zoals Shell, ABN AMRO en Heidemij. Ook was hij onder andere vicevoorzitter van Vereniging Rembrandt, lid van de raad van commissarissen van het Koninklijk Concertgebouw, voorzitter van de Koninklijke Nederlandsche Jachtvereeniging en de eerste voorzitter van organisatiecomité Nederlandse Veteranendag.
Bij zijn afscheid als bestuursvoorzitter werd Aarnout Loudon benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau nadat hij negen jaar eerder al was benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Ook ontving hij enkele buitenlandse onderscheidingen zoals Commandeur in de Orde van het Zuiderkruis van Brazilië en Grootofficier in de Orde van Verdienste van Portugal.
Aarnout Loudon was een deskundig, toegewijd en succesvol bestuurder die zijn ervaringen uit het bedrijfsleven inzette in de politiek en de samenleving. Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.
Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.
(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)
De voorzitter:
Dank u wel.
Aan de orde is het afscheid van het oud-Eerste Kamerlid mevrouw E.M. Sent.
De voorzitter:
Dan gaan wij verder met het afscheid van mevrouw Sent, die ik van harte welkom heet in ons midden.
Collega's,
We nemen vandaag afscheid van mevrouw Sent als lid van deze Kamer.
Mevrouw Sent,
Vrijdag 1 oktober bent u gekozen tot voorzitter van de Partij van de Arbeid en op dinsdag 5 oktober — een week geleden — nam u deel aan uw laatste plenaire debat in deze Kamer, over de Wet betaald ouderschapsverlof, waarover wij straks zullen stemmen. Uw fractie zal daarbij uw stemadvies volgen, naar ik aanneem, maar niet meer met úw stem erbij omdat u met ingang van 7 oktober bent gestopt als senator.
Zoals u schreef in uw ontslagbrief zijn de beide functies formeel verenigbaar, maar acht u uw nieuwe functie qua tijdsbesteding niet te combineren met het Eerste Kamerlidmaatschap. U blijft wel werkzaam als hoogleraar economie, waarmee u uw carrière in de wetenschap voortzet. Die bracht u in de afgelopen decennia van de Universiteit van Amsterdam waar u afstudeerde, naar Stanford University in Californië waar u promoveerde. Vervolgens werd u universitair docent en later hoofddocent aan de University of Notre Dame in South Bend, Indiana. In 2004 keerde u terug naar Nederland en werd u hoogleraar in Nijmegen.
Het Eerste Kamerlidmaatschap was uw eerste politieke functie. U was wel al langer actief binnen de Partij van de Arbeid, onder andere als lid van het curatorium van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de partij.
Ook was u voorzitter van de commissie die het PvdA-programma voor de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen schreef, een belangrijke functie. In de Eerste Kamer was u onder meer vicevoorzitter en waarnemend voorzitter van de PvdA-Eerste Kamerfractie.
In de huidige Kamerperiode bent u voorzitter geweest van de vaste Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eerder was u voorzitter van de commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening.
In de Kamer en ook daarbuiten zet u zich al vele jaren in voor onderwerpen als emancipatie, economische zelfstandigheid en duurzame financiën, zaken die in het al eerder genoemde wetsvoorstel over de invoering van betaald ouderschapsverlof samenkomen. Een toepasselijk sluitstuk dus van uw senatorschap.
Mevrouw Sent, beste Esther-Mirjam,
Je maidenspeech op 6 december 2011 begon je met een citaat van Mahatma Gandhi: "The world has enough for man's need but not for man's greed". Vorige week sloot je je werk als senator af met een citaat van Loesje: "Kinderen zijn de toekomst als hun ouders er ook een krijgen." Het ontlokte minister Koolmees de ontboezeming dat hij in zijn jeugd met paars geverfd haar Loesje-posters had geplakt. Kijk, dat hadden we zonder jou nooit geweten!
Ik sluit dan ook graag af met een citaat van een van je illustere voorgangers, de eerste voorzitter van de Partij van de Arbeid en oud-senator Koos Vorrink, die na de Tweede Wereldoorlog opriep het "roode vaandel" van de SDAP — een van de voorgangers van de latere Partij van de Arbeid — op te bergen en een verbond te sluiten met "progressief denkenden van andere gezindten". Een oproep die gezien de huidige discussie binnen de PvdA ineens heel actueel lijkt.
Esther-Mirjam, ik wens je — en ik weet zeker dat ik namens iedereen hier spreek — alle goeds toe in je nieuwe rol.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Aan de orde is de beëdiging van mevrouw M.C.T. Fiers (PvdA).
De voorzitter:
Aan de orde is de installatie van mevrouw M.C.T. Fiers.
Ik deel aan de Kamer mede dat door mij zijn benoemd tot leden van de commissie tot onderzoek van de Geloofsbrieven van het benoemde lid der Kamer, mevrouw M.C.T. Fiers:
-
-de heer Schalk, voorzitter;
-
-mevrouw De Bruijn-Wezeman, lid;
-
-mevrouw Prins, lid.
Ik deel aan de Kamer mede dat de ingekomen missives van de voorzitter van het centraal stembureau en de geloofsbrieven van mevrouw M.C.T. Fiers in handen zijn gesteld van de commissie tot onderzoek van de Geloofsbrieven.
Het is mij gebleken dat de commissie haar taak reeds heeft verricht. Ik geef derhalve het woord aan de heer Schalk, voorzitter van de commissie tot onderzoek van de Geloofsbrieven van mevrouw M.C.T. Fiers tot het uitbrengen van rapport.
De heer Schalk (voorzitter van de commissie):
Voorzitter, dank u wel. De commissie welke de geloofsbrieven van het benoemde lid van de Kamer mevrouw M.C.T. Fiers heeft onderzocht, heeft de eer te rapporteren dat de geloofsbrieven en de daarbij ingevolge de Kieswet overgelegde bescheiden in orde zijn bevonden. Het rapport van de commissie is neergelegd ter Griffie, ter inzage voor de leden. De commissie adviseert de Kamer mevrouw Fiers als lid van de Kamer toe te laten.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Ik dank de heer Schalk voor het uitbrengen van rapport en de commissie voor het verrichten van haar taak. Ik stel aan de Kamer voor het advies van de commissie te volgen en het volledige rapport in de Handelingen te doen opnemen. Kan de Kamer zich hiermee verenigen? Dat is het geval.
Daartoe wordt besloten.
(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)
De voorzitter:
Ik verzoek de Griffier mevrouw Fiers binnen te leiden. Ik verzoek alle leden te gaan staan.
(Mevrouw Fiers wordt binnengeleid door de Griffier.)
De voorzitter:
Dan gaan we nu over tot het afleggen van de belofte door mevrouw Fiers.
Ik lees het formulier voor.
Ik verzoek u de volgende verklaring en belofte af te leggen:
"Ik verklaar dat ik, om tot lid der Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik beloof trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.
Ik beloof dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."
Mevrouw Fiers i (PvdA):
Dat verklaar en beloof ik.
De voorzitter:
Ik wens u van harte geluk met uw benoeming en installatie en verzoek u de presentielijst te tekenen, waarna ik u zal feliciteren. Ik verzoek de overige leden op hun plaats te blijven.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.
Aan de orde is de behandeling van:
-
-het wetsvoorstel Wijziging van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg in verband met het creëren van grondslagen voor het verwerken van gepseudonimiseerde persoonsgegevens ten behoeve van registraties ter bevordering van de kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg en wijziging van de Wet langdurige zorg in verband met het toevoegen van de bevoegdheid voor het CIZ om geaggregeerde informatie te genereren en verstrekken aan de minister van VWS ten behoeve van het doen van ramingen (35562);
-
-het wetsvoorstel Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES inhoudende dat er in de verzorging en opvoeding van een kind geen plaats is voor het gebruik van geestelijk of lichamelijk geweld jegens of van enige andere vernederende behandeling van kinderen in de verzorging en opvoeding (35791);
-
-het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake Grenstesten) (35823);
-
-het wetsvoorstel Goedkeuring en uitvoering van de op 7 juli 2020 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van de Franse Republiek, de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot wijziging en aanvulling van de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland met betrekking tot het treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding met protocol, gedaan te Brussel op 15 december 1993 (Trb. 2020, 67, Trb. 2020, 107 en Trb. 2020, 128); Goedkeuring en uitvoering van de op 10 juli 2020 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot grenscontroles op het treinverkeer tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding (Trb. 2020, 69 en Trb. 2021, 62) (35828);
-
-het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 7 juli 2020 te Brussel tot stand gekomen Bijzondere Overeenkomst tussen de Regering van de Franse Republiek, de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake veiligheidsvraagstukken met betrekking tot de treinen via de vaste kanaalverbinding (Trb. 2020, 68) (35829);
-
-het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 27 januari 2021 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tot wijziging van het Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (Trb. 2021, 20) (35831);
-
-het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 27 januari 2021 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Kroatië, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (Trb. 2021, 21) (35832);
-
-het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 (Zevende incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen) (35841);
-
-het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 (Achtste incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen) (35854);
-
-het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1160 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging (PbEU 2019, L 188) (Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe's) (35858);
-
-het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Tiende incidentele suppletoire begroting inzake plafondcorrectie middelen Nationaal Programma Onderwijs en extra middelen boekenvak) (35877).
Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
De voorzitter:
Verlangt iemand aantekening? De heer Otten namens de Fractie-Otten.
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter. Onze fractie wenst aantekening bij 35831 en 35832, de mutualisatie van het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. Wenst een van de overige leden aantekening? Dat is niet het geval.
De leden van de fractie van Fractie-Otten wordt conform artikel 112 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 27 januari 2021 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tot wijziging van het Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (Trb. 2021, 20) (35831) en het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 27 januari 2021 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Kroatië, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (Trb. 2021, 21) (35832) te hebben kunnen verenigen.
De voorzitter:
Op verzoek van de PvdA-fractie heb ik op grond van artikel 36 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer het lid Fiers aangewezen als lid van:
-
-de commissie voor Financiën (FIN);
-
-de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW);
-
-de commissie voor Koninkrijkrelaties (KOREL);
-
-de commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) in de plaats van het lid Crone.
Stemming motie Betaald ouderschapsverlof
Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet arbeid en zorg, de Wet flexibel werken en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad (PbEU 2019, L 188) (Wet betaald ouderschapsverlof),
te weten:
-
-de motie-Van Gurp c.s. over de verhoging van het doorbetalingspercentage (35613, letter G).
(Zie vergadering van 5 oktober 2021.)
De voorzitter:
Thans zijn aan de orde de stemmingen.
Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, van harte welkom.
Hebben alle leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.
Allereerst stemmen wij over de motie 35613, letter G, de motie van het lid Van Gurp c.s. over de verhoging van het doorbetalingspercentage. De Kamer heeft vorige week ermee ingestemd om deze motie in stemming te brengen vóór de stemming over het wetsvoorstel.
Wenst een van de leden een stemverklaring over de motie af te leggen?
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
Mevrouw Oomen, gaat uw gang, namens het CDA.
Mevrouw Oomen-Ruijten i (CDA):
Voorzitter. De leden van de CDA-fractie steunen de strekking van de motie om het doorbetalingspercentage voor de inwerkingtreding van de wet te verhogen naar 70%, zoals in de wet ook als mogelijkheid wordt aangegeven om te regelen via KB. Voorzitter, we stellen echter vast dat deze motie de financiële onderbouwing ontbeert. Maar dat is ook hetzelfde voor het artikel in de wet.
Daarom vragen wij of de minister ons de dekking zou kunnen aangeven en de Kamer daarover kan berichten.
De voorzitter:
Nee, mevrouw Oomen, u krijgt de kans om een stemverklaring af te leggen, niet om opnieuw vragen te stellen. Dan zouden we een derde termijn moeten gaan openen.
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Voorzitter. Wij gaan ervan uit dat de minister de dekking nog aangeeft en ook aan de Kamer voorlegt.
De voorzitter:
Het is uw vrijheid om daarvan uit te gaan, maar dit was in ieder geval uw stemverklaring.
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Ja, dank u.
De voorzitter:
Dan mevrouw De Blécourt-Wouterse namens de VVD.
Mevrouw De Blécourt-Wouterse i (VVD):
Voorzitter. De VVD-fractie zal niet voor de ongedekte motie stemmen. Zij is niet op voorhand tegen het verhogen van de 50%, maar wil niet dat de rekening bij het bedrijfsleven terechtkomt en zij wil het afwegen tegen de beschikbare middelen in de komende kabinetsperiode.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw De Blécourt-Wouterse. De heer Ester namens de ChristenUnie.
De heer Ester i (ChristenUnie):
Voorzitter. Mag ik beide tegelijk doen: het wetsvoorstel en de motie?
De voorzitter:
Gaat uw gang.
De heer Ester (ChristenUnie):
Voorzitter. De ChristenUnie is blij met de invoering van betaald ouderschapsverlof in ons land. Het is goed voor beide ouders, het is goed voor het jonge kind en goed voor de samenleving. Het biedt ouders ademruimte in het spitsuur van hun leven en draagt bij aan de hechting van ouders en kind. Mijn fractie zal voor het wetsvoorstel stemmen. In vergelijking met de huidige onbetaaldouderschapsverlofregeling is er onmiskenbaar sprake van vooruitgang.
De maximering op 50% doorbetaling van het inkomen baart ons evenwel zorgen. Voor kwetsbare groepen met een laag inkomen, flexwerkers, eenverdieners en eenoudergezinnen biedt dit te weinig soelaas. Wij steunen dan ook de motie om het maximum op te rekken naar 70%.
Dank u.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ester. Wenst een van de overige leden een stemverklaring af te leggen? Mevrouw Stienen namens D66.
Mevrouw Stienen i (D66):
Voorzitter. Voor de fractie van D66 is het van belang dat alle ouders zo veel mogelijk gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die deze Wet betaald ouderschapsverlof biedt. Het is voor mijn fractie duidelijk dat het doorbetalingspercentage van 70% de uitvoerbaarheid en haalbaarheid van dit wetsvoorstel zal vergroten. Wij zien de motie van het lid Van Gurp daarom als een oproep aan het komende kabinet om dit volgens de mogelijkheden die er in de wet zijn te regelen. Wij zullen daarom voor deze motie stemmen, en uiteraard ook voor de wet.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Stienen. Mevrouw Prast namens de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Prast i (PvdD):
Voorzitter. De fractie van de Partij voor de Dieren zal voor deze motie stemmen. De benodigde dekking is door het kabinet in onze ogen eenvoudig te vinden, bijvoorbeeld door de jaarlijkse uitgaven aan het wegennet van rond 3 miljard met 6% te verlagen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Prast. Wenst een van de overige leden een stemverklaring over de motie af te leggen? Dat is niet het geval.
We stemmen bij zitten en opstaan. Willen de leden die voor de motie zijn, gaan staan?
In stemming komt de motie-Van Gurp c.s.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van het CDA, GroenLinks, de SP, 50PLUS, de PvdA, de OSF, D66, de PvdD en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, Fractie-Nanninga, FVD, de VVD, Fractie-Otten en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.
Stemming Betaald ouderschapsverlof
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet arbeid en zorg, de Wet flexibel werken en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad (PbEU 2019, L 188) (Wet betaald ouderschapsverlof) (35613).
(Zie vergadering van 5 oktober 2021.)
De voorzitter:
Dan stemmen we over het wetsvoorstel 35613, Wijziging van de Wet arbeid en zorg, de Wet flexibel werken en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad, kortweg de Wet betaald ouderschapsverlof.
Wenst een van de leden een stemverklaring over het wetsvoorstel af te leggen?
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
Het woord is aan de heer Janssen namens de SP.
De heer Janssen i (SP):
Voorzitter. Het wetsvoorstel dat nu voorligt, is een lelijk politiek compromis. De minister gaf in het debat aan dat hij na anderhalf jaar niet verder gekomen was dan wat er nu voorligt, maar dat hij daarmee in ieder geval de achterdeur had geopend via de weg van het koninklijk besluit om naar 70% te kunnen gaan. Onze zorg als SP-fractie is dat ook met 70% nog steeds mensen worden uitgesloten aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Niettemin vinden we dit een dusdanig grote stap voorwaarts dat wij op dit moment in kunnen stemmen met het wetsvoorstel in de hoop en de verwachting dat er ook aandacht zal zijn voor de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, ook degenen die nu met 70% nog buiten de boot vallen. Daar is nog veel te doen, maar we zullen nu instemmen met het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Janssen. Mevrouw Prast namens de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Prast i (PvdD):
Voorzitter. Mijn fractie vindt de door het kabinet gekozen implementatie van deze belangrijke richtlijn ver beneden de maat. Wij zullen tóch vóór het wetsvoorstel stemmen omdat we de invoering van betaald ouderschapsverlof toejuichen, al vinden we dat het beneden de maat is, zowel wat de duur van het verlof als de hoogte van de doorbetaling betreft.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Prast. Wenst een van de andere leden een stemverklaring over het wetsvoorstel af te leggen? Dat is niet het geval.
We stemmen bij zitten en opstaan. Willen de leden die voor het wetsvoorstel zijn, gaan staan?
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van het CDA, Fractie-Nanninga, FVD, de VVD, Fractie-Otten, GroenLinks, de SP, 50PLUS, de PvdA, de OSF, D66, de PVV, de PvdD en de ChristenUnie voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van de SGP ertegen, zodat het is aangenomen.
Aan de orde is het voorstel om de vervaltermijn van de aangehouden motie van het lid Otten c.s. over de negatieve gevolgen van het wetsvoorstel inzake excessief lenen uit de eigen bv (35572, letter S) met zes maanden te verlengen.
Op grond van artikel 93, derde lid van het Reglement van Orde, zou de motie na vandaag van rechtswege vervallen.
Kan de Kamer instemmen met het voorstel tot verlenging van de termijn van aanhouden? Dat is het geval.
Wenst een van de leden aantekening? Dat is niet het geval.
Hiermee zijn we gekomen aan het einde van de stemmingen en tevens aan het einde van de vergadering.
Ik dank alle leden, de staatssecretaris en de medewerkers die deze vergadering mogelijk hebben gemaakt.
Lijst van besluiten en ingekomen stukken
Lijst van besluiten:
De Voorzitter heeft na overleg met het College van Senioren besloten om:
a. de behandeling van de volgende hamerstukken te doen plaatsvinden op 12 oktober 2021:
Wijziging van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg in verband met het creëren van grondslagen voor het verwerken van gepseudonimiseerde persoonsgegevens ten behoeve van registraties ter bevordering van de kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg en wijziging van de Wet langdurige zorg in verband met het toevoegen van de bevoegdheid voor het CIZ om geaggregeerde informatie te genereren en verstrekken aan de minister van VWS ten behoeve van het doen van ramingen (35562);
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES inhoudende dat er in de verzorging en opvoeding van een kind geen plaats is voor het gebruik van geestelijk of lichamelijk geweld jegens of van enige andere vernederende behandeling van kinderen in de verzorging en opvoeding (35791);
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake Grenstesten) (35823);
Goedkeuring en uitvoering van de op 7 juli 2020 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van de Franse Republiek, de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot wijziging en aanvulling van de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland met betrekking tot het treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding met protocol, gedaan te Brussel op 15 december 1993 (Trb. 2020, 67, Trb. 2020, 107 en Trb. 2020, 128); Goedkeuring en uitvoering van de op 10 juli 2020 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot grenscontroles op het treinverkeer tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding (Trb. 2020, 69 en Trb. 2021, 62) (35828);
Goedkeuring van de op 7 juli 2020 te Brussel tot stand gekomen Bijzondere Overeenkomst tussen de Regering van de Franse Republiek, de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake veiligheidsvraagstukken met betrekking tot de treinen via de vaste kanaalverbinding (Trb. 2020, 68) (35829);
Goedkeuring van de op 27 januari 2021 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tot wijziging van het Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (Trb. 2021, 20) (35831);
Goedkeuring van de op 27 januari 2021 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Kroatië, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (Trb. 2021, 21) (35832);
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 (Zevende incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen) (35841);
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 (Achtste incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen) (35854);
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1160 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging (PbEU 2019, L 188) (Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe's) (35858);
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Tiende incidentele suppletoire begroting inzake plafondcorrectie middelen Nationaal Programma Onderwijs en extra middelen boekenvak) (35877);
b. de plenaire behandeling van het volgende wetsvoorstel te doen plaatsvinden op
1 februari 2022:
Rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de EU.
Lijst van ingekomen stukken, met de door de Voorzitter ter zake gedane voorstellen:
1. de volgende regeringsmissives:
een, van de minister van Algemene Zaken, inzake afschrift brief Tweede Kamer over beantwoording Kamervragen van de leden Marijnissen en Leijten over de benoeming van nieuwe bewindslieden (griffienr. 169707);
een, van alsvoren, inzake ontslag van de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (griffienr. 169817);
een, van alsvoren, inzake tijdelijke afwezigheid van een minister (griffienr. 169715);
een, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, inzake landelijke evaluatie Wbmpg (griffienr. 169692);
een, van alsvoren, inzake aanbieding rapport adviescollege dialooggroep slavernijverleden (griffienr. 167198.04);
een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, inzake Uitvoeringsagenda Curaçao derde kwartaal (griffienr. 169819);
een, van de regeringscommissaris van Sint-Eustatius, inzake archeologische opgravingen bij de luchthaven F.D. Roosevelt (griffienr. 169798.01);
een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, inzake toekenning zesde tranche liquiditeitssteun Sint-Maarten (griffienr. 169706);
een, van de minister van Buitenlandse Zaken, inzake geannoteerde agenda voor de informele Raad Algemene Zaken van 22 en 23 juli 2021 (griffienr. 169710);
een, van alsvoren, inzake klachtenmechanisme over duurzaamheidsbepalingen in handelsakkoorden (griffienr. 169711);
een, van alsvoren, inzake verslag Raad Buitenlandse Zaken Handel van 20 mei 2021 (griffienr. 169100.01);
een, van alsvoren, inzake verslag van de NAVO-ministeriële bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken en de ministers van Defensie van 1 juni 2021 (griffienr. 169367.01);
een, van alsvoren, inzake verslag van de NAVO-top van 14 juni 2021 (griffienr. 169369.01);
een, van de minister voor Rechtsbescherming, inzake voorhang 7e verlengingsbesluit tijdelijke COVID-19-voorzieningen (griffienr. 169717);
een, van alsvoren, inzake aanbieding eindrapport Voorbereiding evaluatie Wet straffen en beschermen (griffienr. 169818);
een, van de minister van Justitie en Veiligheid, inzake Kamerbrief stand van zaken vergoeding schade ramp Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant (griffienr. 169714);
een, van de minister van Financiën, inzake verslag eurogroep en Ecofin-Raad van 12 en 13 juli en informatie over de extra Ecofin-Raad van 26 juli 2021 (griffienr. 169615.01);
een, van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, inzake kabinetsreactie Rli-advies Naar een integraal bereikbaarheidsbeleid (griffienr. 168419.01);
een, van alsvoren, inzake hoogwater Limburg (griffienr. 169813);
een, van alsvoren, inzake schriftelijk overleg ten behoeve van de informele vergadering van EU-transportministers d.d. 22 en 23 september 2021 te Slovenië (griffienr. 169820);
een, van de minister van Economische Zaken en Klimaat, inzake geannoteerde agenda informele Energieraad 22 september 2021 (griffienr. 169810);
een, van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, inzake verslag informele Raad voor Concurrentievermogen 19-22 juli (griffienr. 169826);
een, van alsvoren, inzake geannoteerde agenda Raad voor Concurrentievermogen 28 en 29 september 2021 (griffienr. 169823);
een, van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, inzake verslag Landbouw- en Visserijraad 28 en 29 juni 2021;
een, van alsvoren, inzake aanbieding toetsingskader risicoregelingen Rijksoverheid Garantiestelling Nationaal Groenfonds (griffienr. 196822);
een, van alsvoren, inzake verslag Landbouw- en Visserijraad 19 juli 2021 (griffienr. 169742.01);
een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake verslag van de informele Raad WSB van 8 en 9 juli 2021 (griffienr. 169570.01);
een, van alsvoren, inzake afschrift brief aan de Tweede Kamer met betrekking tot wijzigingsregelingen NOW september 2021 (griffienr. 169816);
een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake afschrift TK brief Extra maatregelen ter versnelling afhandeling corona Wob-verzoeken (griffienr. 169808);
een, van alsvoren, inzake ontwerpbesluit verlenging tijdelijke wet notificatieapplicatie COVID-19 (griffienr. 169324.01).
De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd bij de Directie Inhoud ter inzage voor de leden;
2. de volgende geschriften:
een, van M.R., inzake initiatiefvoorstel WOO (griffienr. 156195.56);
een, van N.D., inzake reactie op wetsvoorstel verbeteren van de huurbescherming voor huurders van ligplaatsen (35408) (griffienr. 169713);
een, van M.W., inzake zomertijd afschaffen (griffienr. 169729).
Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning;
een, van R.S., inzake klachtdossier 202102783 (griffienr. 169695).
Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking;
een, van J.D., inzake klimaatverandering visie en beleid (griffienr. 169693);
een, van R.P., inzake oplichting fraude en willekeur door instituut Mijnbouwschade Groningen (griffienr. 169293.06).
Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
een, van P.G., inzake de argwanende overheid en gebrek aan menselijke maat bij uitvoerders als IND, rechtspraak en betrokken ambtenaren (griffienr. 169712).
Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad;
een, van J.A., inzake klachtenafhandeling door de president van het Gerechtsbestuur Gelderland (griffienr. 169802);
een, van A.K., inzake jeugdbescherming (griffienr. 169807);
een, van W.K., inzake aangepaste noodwet COVID-19 (griffienr. 167290.02);
een, van J.K. inzake Transgender Netwerk Nederland - Longread (griffienr. 169694);
een, van A.P., inzake Human rights abuse in the Netherlands (griffienr. 169696).
Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor
Justitie en Veiligheid;
een, van R.J., inzake "Enkele vragen voor u over uitspraken M. Rutte" (griffienr. 169801).
Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor
Koninkrijksrelaties;
een, van E.V., inzake "Dokter waarschuwt voor experimenteel covid-vaccin, in werkelijkheid een gevaarlijk gentherapie" (griffienr. 168683.30);
een, van P.V., inzake "Zieke mening van voorstanders vaccinatie" (griffienr. 168683.32).
Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De Voorzitter stelt voor deze geschriften voor kennisgeving aan te nemen.