E210032 - Voorstel voor een Verordening betreffende de aanpak van instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel
Dit voorstel heeft als doel lidstaten te ondersteunen om de aankomst van personen die worden ingezet als politiek drukmiddel (geïnstrumentaliseerd) door een derde land, te beheren op een ordelijke, humane en waardige manier en met volledige eerbiediging van de grondrechten.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in commissie Eerste Kamer.
nationaal
De commissie besprak de beantwoordingen van de regering en de Europese Commissie op 7 juni 2022 en besloot deze voor kennisgeving aan te nemen.
Europees
In de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 20 en 21 juli 2023 schrijft de minister over het voorstel om de instrumentaliseringsverordening samen te voegen met de crisisverordening (32.317, OD). Uit eerdere besprekingen is gebleken dat een aantal lidstaten kritisch is over het samenvoegen van beide voorstellen, bijvoorbeeld over de vraag of instrumentalisering moet worden gezien als een vorm van crisis.
volledige titel
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de aanpak van instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel
document Europese Commissie
COM(2021)890, d.d. 14 december 2021
rechtsgrondslag
Artikel 78(2) (d) en (f) en artikel 79(2) (c) VWEU
commissie Eerste Kamer
verwante dossiers
De commissie besprak de beantwoordingen van de regering en de Europese Commissie op 7 juni 2022 en besloot deze voor kennisgeving aan te nemen.
Op 25 mei 2022 stuurde de Europese Commissie een antwoord (EK, F) op de brief van 9 februari 2022.
Op 18 mei 2022 stuurde de staatssecretaris van J&V een antwoord op de brief van 19 april 2022 en werd het verslag van een nader schriftelijk overleg (EK, E) vastgesteld.
Op 19 april 2022 is de brief met nadere vragen verstuurd aan de staatssecretaris van J&V.
Op 12 april 2022 leverden de fracties van GroenLinks en PvdA gezamenlijk inbreng voor nader schriftelijk overleg.
Op 29 maart 2022 besprak de commissie het verslag van een schriftlijk overleg. Zij besloot op 12 april 2022 inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg.
Op 15 maart 2022 beantwoordden de minister en de staatssecretaris van J&V de brief met vragen van 8 februari 2022 en werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (EK, D).
Op 9 februari 2022 is de brief met vragen (EK, B) verstuurd aan de Europese Commissie.
Op 8 februari 2022 is de brief met vragen verstuurd aan de staatssecretaris van J&V.
Op 1 februari 2022 leverden de fracties van GroenLinks en PvdA gezamenlijk en de PVV inbreng voor schriftelijk overleg met de regering en de Europese Commissie.
Op 21 december 2021 besloot de commissie het voorstel in behandeling te nemen en op 1 februari 2022 inbreng te leveren voor schriftelijk overleg.
-
-
-
-
-
-
-
-
brief van de Europese Commissie inzake beantwoording vragen betreffende de voorstellen voor een Verordening betreffende de aanpak van instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel (COM(2021)890) en voor een Verordening tot wijziging van de Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (COM(2021)891)
Op 7 juni 2022 door de commissie I&A/JBZ voor kennisgeving aangenomen. 36.023, EK, F
25 mei 2022 -
verslag van een nader schriftelijk overleg met de staatssecretaris van J&V over de voorstellen voor een Verordening betreffende de aanpak van instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel (COM(2021)890) en voor een Verordening tot wijziging van de Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (COM(2021)891)
Op 7 juni 2022 door de commissie I&A/JBZ voor kennisgeving aangenomen. 36.023, EK, E
18 mei 2022 -
-
-
-
brief aan de Europese Commissie met vragen over de voorstellen voor een Verordening betreffende de aanpak van instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel (COM(2021)890) en voor een Verordening tot wijziging van de Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (COM(2021)891) 36.023, EK, B
9 februari 2022 Bevat bijlagen -
-
In het schriftelijk overleg van 17 juli 2023 naar aanleiding van de JBZ-Raad van 20 en 21 juli 2023 stelden de leden van de commissie J&V vragen over het voorstel. De staatssecretaris stuurde op 21 juli 2023 een antwoord en op 21 juli 2023 werd het verslag van een schriftelijk overleg (32.317, 847) vastgesteld.
Tijdens het tweeminutendebat Informele JBZ-Raad 25-27 januari 2023 dienden de leden Stoffer en Bisschop een motie in over instrumentalisering van migratie door derde landen (32.317, 816). Deze motie is aangenomen.
Op 5 december 2022 stelde de commissie tijdens het schriftelijk overleg JBZ-Raad van 8 en 9 december 2022 vragen over het voorstel. De vragen zijn dezelfde dag beantwoord en op 14 februari 2023 werd het verslag van een schriftelijk overleg (32.317, 821) vastgesteld.
De commissie J&V stelde tijdens het schriftelijk overleg informele JBZ-Raad van 3 en 4 februari 2022 vragen over het voorstel. Op 1 februari 2022 zijn de vragen verzonden aan de ministers van J&V en BuZa en de staatssecretaris van J&V. De vragen zijn dezelfde dag beantwoord en op 3 februari werd het verslag van een schriftelijk overleg (32.317, 738) vastgesteld.
Op 20 januari 2022 besloot de commissie J&V op 28 februari 2022 schriftelijk overleg te voeren over het BNC-fiche. Het schriftelijk overleg wordt betrokken bij het schriftelijk overleg over de JBZ-Raad van 3 en 4 maart 2022.
Op 11 februari 2022 ontving de Kamer het BNC-fiche (EK, C) over het voorstel. Het kabinet vindt het belangrijk dat EU-lidstaten worden ondersteund wanneer zij geconfronteerd worden met misbruik van migratie voor geopolitieke doeleinden (instrumentalisering).
Het kabinet benadrukt dat de definitie van instrumentalisering en de bepalingen die aangeven wanneer een lidstaat de noodprocedure mag toepassen, goed op elkaar moeten blijven aansluiten. Ook onderstreept het kabinet dat de maatregelen tijdelijk moeten blijven en niet zondermeer mogen worden ingezet bij een verhoogde instroom aan de buitengrens. Daarbij merkt het kabinet op dat voorkomen moet worden dat het verlengen van de registratietermijn ertoe leidt dat meer personen ongeregistreerd binnen de Unie doorreizen.
Bevoegdheid
Het kabinet heeft een positief oordeel over de bevoegdheid van de EU voor het voorstel. Het kabinet kan zich vinden in de rechtsgrondslagen. Op het terrein van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten.
Subsidiariteit
De subsidiariteit van het voorstel beoordeelt het kabinet positief. De instrumentalisering van migranten om de EU en haar lidstaten te destabiliseren heeft volgens het kabinet een invloed op de EU als geheel. Daarom is volgens het kabinet optreden op EU-niveau nodig. Bovendien wijkt dit voorstel af van bestaande EU-regelgeving, hetgeen alleen mogelijk is door op te treden op EU-niveau, aldus het kabinet.
Proportionaliteit
Het kabinet oordeelt positief over de proportionaliteit van het voorstel. Het voorstel is volgens het kabinet geschikt om het doel te bereiken. De maatregelen zijn volgens het kabinet beperkt tot wat nodig is om de situatie te beheersen en beperkt in tijd. Het voorstel gaat hierdoor niet verder dan noodzakelijk, aldus het kabinet.
Krachtenveld
Het voorstel is nog niet besproken in de Raad en het Europees Parlement. De posities van het Parlement en de lidstaten zijn nog niet bekend. Naar verwachting zal het Europees Parlement overwegend kritisch zijn.
Dit voorstel hangt samen met het voorstel tot wijziging van de Schengengrenscode (zie E210033). Het voorstel heeft als doel de lidstaat te ondersteunen door het opzetten van een specifieke noodmigratie-en asielbeheersprocedure en het voorzien in steun- en solidariteitsmaatregelen die nodig zijn om de aankomst van personen die worden ingezet als politiek drukmiddel (geïnstrumentaliseerd) door een derde land, te beheren op een ordelijke, humane en waardige manier en met volledige eerbiediging van de grondrechten. De belangrijkste kenmerken van de noodprocedure voor asielbeheer zijn de volgende:
-
-de mogelijkheid voor de betrokken lidstaat om een asielaanvraag in te dienen die enkel effectief is indien er sprake is van specifieke registratiepunten in de nabijheid van de grens, inclusief die behorend bij de grensovergang;
-
-de mogelijkheid om de registratiedeadline te verlengen tot maximaal vier weken;
-
-de mogelijkheid om de asielgrensprocedure toe te passen op alle aanvragen en de mogelijkheid om de duur daarvan te verlengen.
Verder breidt dit voorstel de mogelijkheid uit om afwijkende materiële opvangvoorzieningen in een situatie van instrumentalisering van migranten op te zetten op voorwaarde dat de basisbehoeften worden gedekt, waaronder tijdelijk onderdak, voedsel, water, kleding, adequate medische zorg, bijstand aan kwetsbare personen, met volledige eerbiediging van het recht op menswaardigheid.
Wat de steun- en solidariteitsmaatregelen betreft, voert het voorstel maatregelen in die gericht zijn op de behoeften van de lidstaat die wordt geconfronteerd met een instrumentalisering van migranten.
Verslag over migratie en asiel
De Europese Commissie stelde de Raad en het Europees Parlement in haar mededeling over het verslag over migratie en asiel uit januari 2023 voor om het voorstel voor een instrumentaliseringsverordening in samenhang met het voorstel voor een crisis- en overmachtsverordening te bestuderen.
-
Mededeling van de Commissie over het verslag over migratie en asiel voorstel Europese Commissie - COM(2022) 740 final/2
12 januari 2023 -
Voorstel voor een Verordening betreffende de aanpak van instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel voorstel Europese Commissie - COM(2021)890
14 december 2021
In de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 20 en 21 juli 2023 schrijft de minister over het voorstel om de instrumentaliseringsverordening samen te voegen met de crisisverordening (32.317, OD). Uit eerdere besprekingen is gebleken dat een aantal lidstaten kritisch is over het samenvoegen van beide voorstellen, bijvoorbeeld over de vraag of instrumentalisering moet worden gezien als een vorm van crisis.
In de JBZ-Raad van 8 en 9 december 2022 (32.317, NO) wenste het Voorzitterschap van de Raad een gedeeltelijke Raadspositie aan te nemen. Op 7 december 2022 (32.317, NQ) bleek echter in het Comité voor Permanente Vertegenwoordigers dat er niet voldoende steun was om een Raadspositie te bereiken. Enkele lidstaten vonden dat het voorstel niet stevig genoeg was, anderen hielden zorgen over samenhang met het asiel- en migratiepact of het niveau van waarborgen.
In de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 13-14 oktober 2022 (32.317, NJ) geeft het kabinet aan dat het Voorzitterschap van de Raad is gestart met besprekingen over het voorstel. Het Voorzitterschap wil nog tijdens deze voorzitterschapsperiode (tot eind 2022) een Raadspositie bereiken over het voorstel.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
brief van de ministers van J&V en voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van J&V inzake geannoteerde agenda informele JBZ-Raad van 20 en 21 juli 2023
Op 12 september 2023 door de commissies I&A/JBZ en J&V voor kennisgeving aangenomen. 32.317, EK, OD
13 juli 2023 Bevat bijlage -
brief van de minister van J&V en voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van J&V over verslag JBZ-Raad van 8-9 december 2022 32.317, EK, NQ
19 december 2022 Bevat bijlage -
-
brief van de ministers van J&V en voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van J&V inzake geannoteerde agenda JBZ-Raad van 13-14 oktober 2022
Op 11 oktober 2022 door de commissies I&A/JBZ en J&V voor kennisgeving aangenomen. 32.317, EK, NJ
3 oktober 2022 Bevat bijlagen
Dit voorstel behoort tot de lijst van gemeenschappelijke wetgevingsprioriteiten van de drie EU-instellingen. Hiermee willen zij in 2023/2024 aanzienlijke vooruitgang boeken.
De commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement behandelt het voorstel.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 10 mei 2022 nam de Roemeense Senaat een standpunt in over het voorstel.
Op 6 april 2022 nam de Tsjechische Senaat een resolutie aan over het voorstel.
Op 25 februari 2022 nam de Tsjechische kamer van afgevaardigden een standpunt over het voorstel in. Het standpunt is in het kader van de politieke dialoog verzonden aan de Europese Commissie.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.
-
-
Resolution of the Senate of the Czech Republic on the package for strengthening of the Schengen Area governance standpunt nationaal parlement Parlement Tsjechië - 8360/22
6 april 2022 -
Opinion of the Parliament of the Czech Republic on JOIN(2021)32, COM(2021)752, COM(2021)753, COM(2021)891, COM(2021)890 [en] standpunt nationaal parlement Parlement Tsjechië - 7674/22
25 februari 2022