E200021
  ruit icoon
Laatste revisie: 22-06-2023

E200021 - Voorstel voor een verordening tot invoering van een screening van onderdanen van derde landen aan de buitengrenzen



Dit voorstelPDF-document is onderdeel van de voorstellen inzake migratie en asiel die de Europese Commissie op 23 september 2020 heeft gepresenteerd en behelst een voorstel voor een verordening inzake screening van burgers van derde landen. Met dit voorstel beoogt de Commissie de controle van personen die op het punt staan het Schengengebied binnen te komen te versterken.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in commissie Eerste Kamer.

nationaal

Op 16 augustus 2022 stuurde de staatssecretaris een antwoord op de brief van 28 juni 2022. Op 6 september 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (32.317, NH). Op 13 september 2022 nam de commissie de beantwoording voor kennisgeving aan.

Europees

Op 8 juni 2023 namen de lidstaten Raadsposities aan op de asiel- en migratiebeheerverordening en de asielprocedureverordening. Het besluit maakt de weg vrij voor onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement. In het verslag van de JBZ-Raad geven de bewindspersonen van J&V aan dat Nederland met name tevreden is over de afspraken over de asielprocedures. Deze bouwen voort op de al eerder bereikte Raadsposities op de Eurodac- en screeningsverordening (32.317, OC). Het kabinet zal zich ervoor inzetten om ook zo snel mogelijk tot een Raadspositie op de crisis-verordening te komen. Daarnaast wil het vaart maken met de de trilogen met het Europees Parlement.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel van het Europees Parlement en de Raad voor een verordening tot invoering van een screening van onderdanen van derde landen aan de buitengrenzen en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240 en (EU) 2019/817

document Europese Commissie

COM(2020)612PDF-document, d.d. 23 september 2020

rechtsgrondslag

artikel 77, lid 2, b), VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein

verwante dossiers


Behandeling Eerste Kamer

Op 16 augustus 2022 stuurde de staatssecretaris een antwoord op de brief van 28 juni 2022. Op 6 september 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (32.317, NH). Op 13 september 2022 nam de commissie de beantwoording voor kennisgeving aan.

Op 21 juni 2022 leverde de fractie van de PVV inbreng voor schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 9-10 juni 2022 (EK, NC) en de brief van de staatssecretaris van J&V inzake de voortgang op het Europees asiel- en migratiepact (EK, ND). Op 28 juni 2022 is de brief met vragen verstuurd aan de staatssecretaris van J&V.

Op 29 maart 2022 voerde de commissie een mondeling overleg met de staatssecretaris van J&V over het asiel- en migratiepact (35.612 / 32.317, G).

Op 15 maart 2022 beantwoordden de minister en de staatssecretaris van J&V het verzoek van de commissies I&A/JBZ en J&V van 18 februari 2022 om toezending van het discussiestuk over het Europees migratie- en asielpact. Op 29 maart 2022 namen de commissies het verslag van een schriftelijk overleg (32.317, MY) voor kennisgeving aan.

Op 18 februari 2022 verzochten de commissies I&A/JBZ en J&V de staatssecretaris van J&V per brief het discussiestuk over het Europees migratie- en asielpact dat was aangekondigd in de geannoteerde agenda informele JBZ-Raad van 3-4 februari 2022 (32.317, MR) toe te zenden.

Op 28 september 2021 besloot de commissie het verslag schriftelijk overleg voor kennisgeving aan te nemen.

Op 13 juli 2021 besloot de commissie het antwoord van de staatssecretaris op 28 september 2021 opnieuw te agenderen voor bespreking.

Op 8 juli 2021 stuurde de staatssecretaris van J&V een antwoord op de brief met vragen van 12 mei 2021 over de deskundigenbijeenkomsten van 2 en 23 maart 2021 en het verslag van een schriftelijk overleg van 25 maart 2021. Op 9 juli 2021 werd het verslag schriftelijk overleg (EK, F) vastgesteld. De commissie besprak dit op 13 juli 2021.

Op 6 juli 2021 besloot de commissie naar aanleiding van de tot op heden uitgebleven beantwoording een rappelbrief te sturen naar de staatssecretaris van J&V. Op 8 juli 2021 is de brief verzonden.

Op 12 mei 2021 is de brief met vragen en opmerkingen naar aanleiding van de deskundigenbijenkomsten en het verslag schriftelijk overleg over het BNC-fiche aan de staatssecretaris van J&V verstuurd.

Op 20 april 2021 leverden de leden Adriaansens (VVD), Karimi (GroenLinks) en Vos (PvdA) gezamenlijk, Stienen (D66), Van Hattem (PVV) en Talsma (ChristenUnie) inbreng voor schriftelijk overleg met de regering naar aanleiding van de deskundigenbijeenkomsten die hebben plaatsgevonden op 2 maart 2021 (EK, C) en 23 maart 2021 (EK, E) en het verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van J&V inzake het BNC-fiche over het Europese Migratie- en Asielpact (EK, D).

Op 30 maart 2021 blikte de commissie terug op de twee deskundigenbijeenkomsten inzake het nieuwe migratie- en asielpact die hebben plaatsgevonden op 2 maart 2021 (EK, C) en 23 maart 2021 (EK, E). De commissie besloot inbreng voor schriftelijk overleg over dit onderwerp te agenderen twee weken nadat het concept verslag van voormelde deskundigenbijeenkomst van 23 maart 2021 is geleverd.

Op 24 maart 2021 stuurde de staatssecretaris van J&V een antwoord (EK, D) op de vragen van de PVV-fractie.

Op 2 maart 2021 en en 23 maart 2021 vonden deskundigenbijeenkomsten (EK, C) plaats over de voorstellen uit het Europese migratie- en asielpact. Naar aanleiding van de bijeenkomsten zijn position papers ingestuurd. Van beide deskundigenbijeenkomsten is een videoverslag beschikbaar. De papers en de (video)verslagen zijn beschikbaar via deze link.

Op 12 februari 2021 werd een brief met vragen en opmerkingen over het BNC-fiche inzake het Europese Migratie- en Asielpact aan de staatssecretaris van J&V verstuurd.

Op 9 februari 2021 werd inbreng voor schriftelijk overleg wordt geleverd door het lid Van Hattem (PVV) met betrekking tot de voorstellen uit het migratie- en asielpact. De conceptbrief wordt per e-mail aan de leden van de commissie voorgelegd. Inbreng voor schriftelijk overleg wordt opnieuw geagendeerd na de deskundigenbijeenkomsten inzake het Europees migratie- en asielpact, die plaatsvinden op 2 maart en 23 maart 2021.

Op 26 januari 2021 stelde de commissie een lijst op met deskundigen en organisaties om uit te nodigen voor twee deskundigenbijeenkomsten inzake de Europese voorstellen in het Migratie- en Asielpact. De commissie verzoekt de staf deze bijeenkomsten op 2 en 23 maart 2021 te organiseren.

Op 12 januari 2021 besloot de commissie om op 9 februari 2021 inbreng te leveren voor schriftelijk overleg met betrekking tot het Europees Migratie- en Asielpact. Tevens besloot de commissie dit onderwerp opnieuw te agenderen op 19 januari 2021 om te spreken over de mogelijkheid één of enkele deskundigenbijeenkomsten over dit dossier te organiseren. Op 19 januari 2021 inventariseerde de commissie welke deskundigen zij wil uitnodigen voor een deskundigenbijeenkomst aangaande de Europese voorstellen inzake migratie en asiel.

Op 16 december 2020 is een brief aan de staatssecretaris van J&V verstuurd met het verzoek om informatie-afspraken met betrekking tot het Europese Migratie- en Asielpact. Op 18 december 2020 heeft de staatssecretaris geantwoord. Op 12 januari 2021 besprak de commissie I&A/JBZ het verslag van een schriftelijk overleg (35.612, A), en benadrukt de wens om ten aanzien van dit dossier tijdig en uitvoerig te worden geïnformeerd.

De commissie I&A/JBZ besprak op 8 december 2020 hoe ze de voorstellen uit het migratie- en asielpact wilt behandelen en besloot de griffie te verzoeken een brief op te stellen, gericht aan de staatssecretaris van J&V, over de te maken informatie-afspraken met betrekking tot het Europees Migratie- en Asielpact, en deze ter vaststelling op 15 december 2020 te agenderen. Verder besloot de commissie het Europees Migratie-en asielpact opnieuw ter bespreking te agenderen in de eerstvolgende commissievergadering na het kerstreces.

Op 1 december 2020 hield de commissie I&A/JBZ een mondeling overleg met de staatssecretaris van J&V over het Europese Migratie- en Asielpact. Zie het videoverslag om het overleg terug te kijken of lees hier het schriftelijke verslag van een mondeling overleg.

Op 10 november 2020 besloot de commissie I&A/JBZ alle voorstellen uit het pakket voor een migratie- en asielpact in behandeling te nemen (zie E-dossiers E200018 t/m E200023. Daarbij besloot de commissie dat, in ieder geval voor de JBZ-Raad van 3-4 december 2020, een mondeling overleg met de staatssecretaris van J&V en een technische briefing met de Europese Commissie over dit onderwerp moet plaatsvinden. De commissie heeft het voornemen om op de langere termijn een deskundigenbijeenkomst over dit asiel- en migratiepact te organiseren. Een schriftelijk overleg wordt ingepland na het mondeling overleg met de staatssecretaris van J&V.


Behandeling Tweede Kamer

Op 4 juli 2022 stelde de commissie J&V vragen over het asiel- en migratiepact naar aanleiding van de informele JBZ-Raad die plaatsvindt op 11-12 juli 2022. De vragen zijn op 5 juli 2022 beantwoord en op 7 juli 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg (32.317, 769) vastgesteld. De commissie bespreekt dit op 14 september 2022.

Op 1 februari 2022 stelde de commissie J&V vragen aan de ministers van J&V en van BuZa en de staatssecretaris van J&V naar aanleiding van onder meer de JBZ-Raad van 3-4 februari 2022. De commissie stelde onder meer vragen over het asiel- en migratiepact en de aanpak van het Franse Voorzitterschap. Op 1 februari 2022 zijn de vragen beantwoord en op 3 februari 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (32.317, 738).

Op 27 augustus 2021 stelde de commissie J&V vragen aan de staatssecretaris van J&V naar aanleiding van de ingelaste JBZ-Raad van 31 augustus 2021. De commissie stelde onder meer vragen over de ontwikkelingen ten aanzien van het asiel- en migratiepact. Op 30 augustus stuurde de staatssecretaris een antwoord en op 10 september 2021 werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (32.317, 707).

Op 5 juli 2021 stuurde de commissie J&V een brief met vragen aan de staatssecretaris van J&V over de geannoteerde agenda voor de informele JBZ-Raad van 15-16 juli 2021. De staatssecretaris stuurde op 7 juli 2021 een antwoord en op 9 juli 2021 werd het verslag schriftelijk overleg vastgesteld (32.317, 701). De commissie stelde onder meer vragen over de behandeling van de verschillende migratievoorstellen in de Raad. Het kabinet geeft aan geen pakketbenadering na te streven. Het streeft naar snelle voortgang op de verschillende voorstellen, en met name op de Eurodac- en Screening verordeningen. Daarnaast vroeg de commissie naar de verwachtingen op het terrein van migratie onder het Sloveens Voorzitterschap. Het kabinet geeft aan dat voortgang op de voorstellen op het gebied van migratie behoort tot de prioriteiten van het Voorzitterschap.

Op 3 juni 2021 stuurde de commissie J&V een brief met vragen over onder meer de voorstellen uit het migratie- en asielpact aan de staatssecretaris van J&V naar aanleiding van de JBZ-Raad van 8-9 juni 2021. Op 8 juni 2021 is het verslag schriftelijk overleg vastgesteld (32.317, 686).

Tijdens de stemmingen over het VAO JBZ-Raad voor 13 november 2020 dat op 12 november plaatsvond zijn 4 van de 17 ingediende moties aangenomen:

  • Motie van het lid Baudet over geen steun voor de clausule over ngo's die zoek- en reddingsoperaties op zee uitvoeren (32.317, 650)
  • Motie van de leden Van Toorenburg en Becker over de herziening van de Terugkeerrichtlijn integreren in de onderhandelingen over het EU-migratiepact (32.317, 652)
  • Motie van het lid Voordewind c.s. over bewerkstelligen dat Griekenland de meest kwetsbaren overbrengt naar het vasteland (32.317, 654)
  • Motie van het lid Paternotte c.s. over bij de Europese onderhandelingen aandacht besteden aan uitvoering van de gemaakte afspraken (32.317, 656)

Tijdens het VAO JBZ-Raad voor 13 november 2020 dat op 11 november 2020 plaatsvond zijn 17 moties over het migratie- en asielpact door de Tweede Kamer ingediend.

Op 10 november 2020 is een verslag van een schriftelijk overleg samengesteld inzake het migratie- en asielpakket (32.317, 641) van de Tweede Kamer met de staatssecretaris van J&V naar aanleiding van de geannoteerde agenda voor de JBZ-raad van 8-9 oktober 2020.

Op 3 november 2020 heeft de Tweede Kamer een behandelvoorbehoud geplaatst voor alle wetgevende voorstellen en de mededeling uit het migratie- en asielpact (35.612, 1).


Standpunt Nederlandse regering

Het kabinet staat positief ten aanzien van het voorstel om een screeningsprocedure in te stellen in zijn BNC-fiche van 5 november 2020 (22.112, 2968).

Ook staat het kabinet positief tegenover het toepassen van de screeningsprocedure op vreemdelingen die niet aan of in de buurt van de buitengrens worden getroffen en waarbij er geen indicatie is dat zij de buitengrenzen op legale wijze hebben overschreden. Het voorstel sluit aan bij de wens van het kabinet om de procedures van vreemdelingen die de screeningsprocedure en de grensprocedure aan de buitengrenzen hebben vermeden, gecontroleerd te kunnen afdoen, ook bij secundaire migratie. Het kabinet wil dat in de Verordening expliciet(er) wordt opgenomen dat deze procedures, overeenkomstig de procedures aan de buitengrens, in een gesloten setting, uiteraard niet langer dan noodzakelijk, moeten kunnen worden uitgevoerd. Het kabinet zal inzetten op voldoende flexibiliteit om te borgen dat de screeningsprocedure de terugkeer niet onnodig vertraagt.

Tevens staat het kabinet in beginsel positief tegenover het voorstel om voor zo ver nodig aanpassingen te doen om de verkregen gegevens te verwerken in bestaande Europese systemen. Daarbij is voor het kabinet wenselijk dat ook bij aanpassingen in systemen alleen aanpassingen worden gedaan die de effectiviteit en efficiëntie vergroten en voor het overige zo veel mogelijk aansluiten bij mogelijkheden en autorisaties van de bestaande, reeds aangenomen regelingen, die nu worden uitgewerkt.

De verordening bevat een aantal punten die verduidelijking behoeft en wellicht moet worden aangepast ten behoeve van het beoogde doel. Zo lijkt het screeningsproces te eindigen, indien deze niet binnen de voorgeschreven termijn van in beginsel drie tot vijf dagen is voltooid. De verlenging met vijf dagen in zaken aan de buitengrens - die bovendien alleen in tijden van crisis en niet bij force majeure (overmacht) kan worden toegepast - is te beperkt. De verordening specificeert niet wat de vervolgstappen zijn als de termijn niet wordt gehaald. Het kabinet wil voorkomen dat vreemdelingen in dat geval alsnog illegaal en ongeregistreerd kunnen doorreizen. De uiteindelijke termijnen dienen voldoende ruimte te bieden aan de lidstaten om illegale inreis daadwerkelijk te voorkomen.

Daarnaast is bij de screening van vreemdelingen die op het grondgebied worden aangetroffen verlenging van de termijn van drie dagen, ook in geval van crisis of force majeure, überhaupt niet mogelijk. Dit acht het kabinet niet acceptabel. Het kabinet zal zich sterk maken voor meer flexibiliteit bij het toepassen van de termijnen.

Het wordt in het voorstel van de Commissie aan het nationale recht overgelaten om te bepalen in welke situaties detentie mogelijk is en de modaliteiten daarvan. Het kabinet betreurt dat het geen duidelijke en geharmoniseerde handvatten biedt voor de vraag wanneer vreemdelingenbewaring, dan wel welke andere maatregelen kunnen worden toegepast. Ook ten aanzien van de grensprocedure is niet ondubbelzinnig bepaald welke detentiegronden mogelijk zijn. Het kabinet vindt het van belang dat de mogelijkheid van vreemdelingenbewaring in deze procedures expliciet in het voorstel wordt genoemd en zal zich hiervoor tijdens de onderhandelingen sterk maken.

Het kabinet is van mening dat verduidelijkt dient te worden welke onderdelen deel uitmaken van de 'kwetsbaarheidstoets' die in de screening wordt geïntroduceerd.

De bevoegdheid beoordeeld het kabinet als positief. Het kabinet heeft een positief oordeel ten aanzien van subsidiariteit en proportionaliteit.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Dit voorstelPDF-document is onderdeel van de voorstellen inzake migratie en asiel die de Europese Commissie op 23 september 2020 heeft gepresenteerd en behelst een voorstel voor een verordening inzake screening van burgers van derde landen. Met dit voorstel beoogt de Commissie de controle van personen die op het punt staan het Schengengebied binnen te komen te versterken.

Dit voorstel voorziet in een screening vóór binnenkomst voor alle onderdanen van derde landen die zich aan de buitengrens bevinden zonder aan de voorwaarden voor toegang tot het grondgebied te voldoen of na ontscheping volgend op een opsporings- en reddingsoperatie. Er worden uniforme regels vastgesteld voor de te volgen procedures in de fase voorafgaand aan de binnenkomst, waarin de individuele behoeften van onderdanen van derde landen worden onderzocht, alsook uniforme regels voor de duur van de periode waarin informatie wordt verzameld om vast te stellen welke procedures ten aanzien van die personen moeten worden gevolgd.

De screening moet de nieuwe brede aanpak van migratie en gemengde migratiestromen helpen verwezenlijken door ervoor te zorgen dat de identiteit van de personen, maar ook eventuele gezondheids- en veiligheidsrisico's snel worden vastgesteld, en dat alle onderdanen van derde landen die zich aan de buitengrens bevinden zonder aan de toegangsvoorwaarden te voldoen of na ontscheping volgend op een opsporings- en reddingsoperatie, snel naar de toepasselijke procedure worden doorverwezen.


Behandeling Raad

Op 8 juni 2023 namen de lidstaten Raadsposities aan op de asiel- en migratiebeheerverordening en de asielprocedureverordening. Het besluit maakt de weg vrij voor onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement. In het verslag van de JBZ-Raad geven de bewindspersonen van J&V aan dat Nederland met name tevreden is over de afspraken over de asielprocedures. Deze bouwen voort op de al eerder bereikte Raadsposities op de Eurodac- en screeningsverordening (32.317, OC). Het kabinet zal zich ervoor inzetten om ook zo snel mogelijk tot een Raadspositie op de crisis-verordening te komen. Daarnaast wil het vaart maken met de de trilogen met het Europees Parlement.

Tijdens de JBZ-Raad van 9 en 10 maart 2023 (32.317, NX) lichtte het Voorzitterschap de stand van zaken van de onderhandelingen binnen het Asiel- en Migratiepact toe en gaf aan als doel te hebben op de JBZ-Raad van juni 2023 een Raadspositie aan te nemen op de Asiel- en Migratiemanagementverordening (AMMR) en de asielprocedureverordening (APR).

Tijdens de JBZ-Raad van 8 en 9 december 2022 presenteerde (32.317, NQ) het Voorzitterschap een discussiedocument. Aan de hand hiervan kan het aankomend Voorzitterschap de onderhandelingen op de nog openstaande voorstellen voortzetten. Daarnaast werd het mandaat besproken om de trilogen met het Europees Parlement op de Eurodac- en screeningsverordening te starten. De Europese Commissie kondigde aan dat de trilogen op de Eurodacverordening op zeer korte termijn zullen beginnen. De trilogen over de screeningsverordening zullen waarschijnlijk onder het volgend Voorzitterschap starten.

Tijdens de JBZ-Raad van 13-14 oktober 2022 (32.317, NK) presenteerde het Voorzitterschap de voorstellen voor een solidariteits- en crisisresponsmechanisme uit het verspreide discussiestuk. Het voorgestelde mechanisme combineert verplichte flexibele solidariteit met verschillende instrumenten voor lidstaten die zich in een situatie van crisis of overmacht bevinden. Op de kernelementen van het voorstel moet nog veel werk worden verzet, omdat de afgelopen periode bleek dat de standpunten nog uiteenlopen. Het Voorzitterschap vroeg daarom geen inhoudelijke goedkeuring, maar instemming van de Raad om het voorstel verder uit te werken. Het Voorzitterschap wenst de trilogen over de Eurodac- en Screeningverordening spoedig te beginnen en vroeg om steun van de lidstaten voor deze aanpak. Vrijwel alle lidstaten steunden het belang van voortgang op het Asiel- en Migratiepact.

Op 22 juni 2022 nam het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) een Raadspositie aan op de Eurodac- en Screeningsverordening (32.317, NF). Ook hebben 21 lidstaten, waaronder Nederland, een verklaring uitgebracht waarin is opgenomen dat lidstaten zich solidair verklaren met de mediterrane lidstaten van aankomst die onder druk staan.

Tijdens de JBZ-Raad van 9-10 juni 2022 (32.317, NE) is voortgang gemaakt op een eerste stap op het asiel en migratiepact, die bestaat uit:

  • Aanname van een Raadspositie op de Eurodac-verordening;
  • Aanname van een Raadspositie op de screeningverordening;
  • Een politieke verklaring over een vrijwillig en tijdelijk solidariteitsmechanisme.

Op 3 juni 2022 informeerde de staatssecretaris van J&V de Kamer over de ambities van het kabinet op de voortgang op het asiel- en migratiepact (32.317, ND). Het kabinet heeft de voorstellen op de Eurodac- en screeningverordening gesteund. Ook heeft het de solidariteitsverklaring verwelkomd. Een grote meerderheid van de listaten steunde de voortgang op Eurodac en screening. Ook steunde een meerderheid van de lidstaten de solidariteitsverklaring. Het Franse voorzitterschap streeft ernaar om voor het einde van zijn termijn een Raadspositie te bereiken over de wetgevende voorstellen. Daarvoor zal het ook nodig zijn de steun aan het solidariteitsmechanisme verder te concretiseren.

Op 3-4 maart 2022 sprak de JBZ-Raad (32.317, MW) over de stap-voor-stap-aanpak van de onderhandelingen over het asiel- en migratiepact. Tijdens de eerste stap zou voorgang geboekt moeten worden op de externe dimensie van het Europese migratiebeleid, zouden stappen moeten worden gezet op verbetering van de buitengrensprocedures, in het bijzonder ten aanzien van screening van personen die de EU buitengrens oversteken en hun registratie, zou voortgang moeten worden geboekt in de coördinatie van het EU terugkeerbeleid, zou de toepassing van Dublin verbeterd moeten worden, en zouden tegelijkertijd buitengrenslidstaten worden ontlast met een flexibel solidariteitsmechanisme. De meeste lidstaten spraken, net als Nederland, steun uit voor de aanpak van het voorzitterschap. Het voorzitterschap streeft naar inhoudelijke overeenstemming over een eerste stap tijdens de JBZ-Raad van juni 2022.

De informele bijeenkomst van de JBZ-Raad sprak op 3-4 februari 2022 (32.317, MT) over het asiel- en migratiepact. Het Franse Voorzitterschap gaf een toelichting op het discussiestuk over de geleidelijke aanpak van het Franse Voorzitterschap. Essentie van het voorliggende voorstel is betere screening en registratie aan de EU-buitengrenzen en tegelijkertijd lidstaten ontlasten door middel van een flexibel solidariteitsmechanisme. Flankerende maatregelen in het voorstel zien op effectievere samenwerking met derde landen met het oog op terugkeer van migranten zonder verblijfstitel en een beter functionerend Dublinsysteem. Alle lidstaten spraken steun uit voor de stap-voor-stapaanpak. Het Franse Voorzitterschap gaat de ideeën verder uitwerken en streeft ernaar een concreet voorstel te bespreken tijdens de JBZ-Raad in maart 2022.

De Europese Raad sprak op 15 en 16 december 2021 (21.501-20, CD) over de externe dimensie van migratie. Op verzoek van de Europese Raad heeft de Europese Commissie actieplannen opgesteld voor prioritaire landen van herkomst en transit in het kader van de partnerschappen, zoals uiteengezet in het asiel- en migratiepact. De Europese Raad riep op de actieplannen voor de acht prioriteitslanden operationeel te maken en uit te voeren in samenwerking met partnerlanden.

Volgens de tweede kwartaalrapportage 2021 JBZ-dossiers (32.317, MP bijlage) wordt het voorstel op dit moment in de Raadswerkgroep bestudeerd.

Op 21 en 22 oktober 2021 besprak de Europese Raad (21.501-20, CB) de implementatie van de conclusies van de bijeenkomst van juni 2021. De Europese Raad roept de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger op om de actieplannen voor landen van herkomst en doorreis operationeel te maken en deze uit te voeren in samenwerking met partnerlanden. Zij verwacht dat de actieplannen worden onderbouwd met tijdschema's en financiële steun en herhaalt het verzoek aan de Europese Commissie om aan de Europese Raad verslag uit te brengen.

Tijdens de JBZ-Raad van 7-8 oktober 2021 (32.317, MO) informeerden het voorzitterschap, de Europese Commissie en de EDEO de Raad over de actieplannen die zijn opgesteld voor versterkte samenwerking met landen in Noord-Afrika, Sub-Sahara Afrika, het Midden-Oosten en de Westelijke Balkan. Lidstaten deden dit verzoek tijdens de gecombineerde Raad Buitenlandse Zaken en JBZ van 15 maart 2021, waar is gesproken over de externe dimensie van het EU-migratiebeleid in het kader van het EU migratie- en asielpact.

Verder werd tijdens de bijeenkomst gesproken over het voorstel voor screening aan de buitengrenzen. Er was overeenstemming over de noodzaak om de buitengrenzen te versterken. Lidstaten waren verdeeld over de harmonisatie van veiligheids- en gezondheidscontroles. Ook verzette een grote groep lidstaten zich tegen de suggestie om de screeningsprocedure uit de 'pakketbenadering' van het migratie- en asielpact te lichten.

Op 31 augustus 2021 vond een extra JBZ-Raad plaats die in het teken stond van de ontwikkelingen in Afghanistan (32.317, 706). Nederland onderstreepte, net als enkele andere lidstaten, het belang van snelle voortgang in de onderhandelingen over het migratie- en asielpact, met bijzondere aandacht voor de Screeningverordening.

Tijdens de JBZ-Raad van 15-16 juli 2021 (32.317, MH) stelde het Voorzitterschap van de Raad voor om de pakketbenadering deels los te laten en overeenstemming te bereiken op voorstellen die minder raken aan solidariteit en verantwoordelijkheid. Hierbij werden specifiek de Eurodac-verordening, de Kwalificatieverordening en de Hervestigingsverordening genoemd. De meeste lidstaten steunden dit voorstel.

Op 24 en 25 juni 2021 (21.501-20, BX) sprak de Europese Raad over de externe dimensie van het Europese migratiebeleid. De Europese Raad vroeg de Hoge Vertegenwoordiger en de Europese Commissie om concrete acties en plannen te presenteren om partnerschappen met landen van herkomst, transit en opvang te versterken.

Tijdens de JBZ-Raad van 7-8 juni 2021 (32.317, MD; 32.317, MF) stond het Voorzitterschap stil bij de voorstellen uit het Pact op Asiel en Migratie. Voor het krachtenveld wordt verwezen naar het verslag van de informele JBZ-Raad van 28-29 januari 2021 (32.317, LW) en 11-12 maart 2021 (32.317, MA). Dit krachtenveld is onveranderd. Er is nog geen consensus over de voorstellen. Wel kondigde de Commissie aan dat de onderhandelingen over de EU-Asielagentschap Verordening richting een compromis bewegen.Tijdens de werklunch spraken ministers, in aanwezigheid van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en de VN Vluchtelingenorganisatie (UNHCR), over de laatste migratietrends en een gezamenlijke aanpak van de diverse migratiebewegingen naar de EU.

Tijdens de gecombineerde Raad Buitenlandse Zaken en Justitie Binnenlandse Zaken van 15 maart 2021 (21.501-02/32.317, 2325) bereikten lidstaten overeenstemming over de noodzaak van partnerschappen met belangrijke herkomst-, transit- en opvanglanden. Noord-Afrika, de Westelijke Balkan, de Sahel, de Hoorn van Afrika en landen op de Zijderoute, zoals Afghanistan en Pakistan werden aangemerkt als belangrijke regio's voor versterkte migratiesamenwerking.

Tijdens de JBZ-raad van 11 en 12 maart 2021 (32.317, MA) informeerde het Voorzitterschap de JBZ-Raad over de besprekingen over de verschillende lopende migratievoorstellen. De Europese Commissie achtte het noodzakelijk om de dialoog met partnerlanden zo snel mogelijk te intensiveren en riep lidstaten op om te komen tot een balans tussen verantwoordelijkheid en solidariteit. Op korte termijn organiseert de Europese Commissie een simulatie.

De JBZ-raad van 28 en 29 januari 2021 (32.317, LW) stond op basis van een discussiestuk van het voorzitterschap wederom stil bij de voorstellen van de Commissie op het gebied van asiel en migratie. Het voorzitterschap vroeg de lidstaten te reflecteren op de samenwerking met derde landen en in het bijzonder over coherente, duurzame en effectieve partnerschappen. Voorts werden de lidstaten gevraagd aan te geven op welke wijze lidstaten die worden geconfronteerd met migratiedruk kunnen worden ondersteund in uitvoering van bijvoorbeeld de screening- en grensprocedure. Tot slot werden lidstaten gevraagd van gedachten te wisselen en voorbeelden te delen van alternatieve vormen van effectieve solidariteit. Vele lidstaten steunden een stevigere inzet op de externe dimensie. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, riepen op tot een duidelijk mechanisme om de inzet richting derde landen beter vorm te geven. Voor wat betreft de interne dimensie liepen de standpunten volgens het bekende krachtenveld uiteen, met name wat betreft grensbeheer en solidariteit.

Tijdens de JBZ-Raad van 14 december 2020 werd een uitgebreide discussie gehouden op het terrein van asiel en migratie. Volgens de regering was de toon van de discussie constructief, maar zijn de posities (nog) niet verenigbaar. Het Duitse Voorzitterschap deelde een voortgangsrapport waarover de meeste lidstaten van mening waren dat deze een weerspiegeling was van de gevoerde discussies en kan als basis dienen voor het Portugese Voorzitterschap. Een aantal zuidelijke en oostelijke lidstaten waren kritisch op aspecten van het solidariteitsmechanisme en de beoogde screening- en grensprocedure.

In het verslag van de JBZ-Raad van 13 november 2020 (32.317, LO) laat de regering weten dat de JBZ-Raad op voorstel van het Voorzitterschap, met name de discussie voerde over de voorstellen op het gebied van de externe dimensie, terugkeer en de procedures aan de buitengrenzen. Tussen de lidstaten leven nog wel veel vragen en soms ook serieuze bezwaren over de voorstellen.

Op 10 november 2020 bespraken de commissies I&A/JBZ en J&V de geannoteerde agenda voor de videoconferentie van de JBZ-Raad op 13 november 2020 (32.317, LN) en besloot deze te betrekken bij de behandeling van de EU-voorstellen over het nieuwe Migratie en Asielpact.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het voorstel behoort tot de lijst van gemeenschappelijke wetgevingsprioriteiten van de drie EU-instellingen. Hiermee willen zijn in 2023/2024 aanzienlijke vooruitgang boeken.

Op 20 april stemde het Europees Parlement plenair in met het starten van de onderhandelingen tussen de EU-instellingen.

Op 14 april 2023 diende de commissie het verslagPDF-document over het voorstel in voor plenaire behandeling in eerste lezing.

Op 28 maart 2023 stemde de commissie in met het openen van de onderhandelingen tussen de EU-instellingen.

Op 16 november 2021 bracht de commissie LIBE van het Europees Parlement het ontwerpverslagPDF-document uit over het voorstel.

De commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) behandelt het voorstel. De commissies voor Buitenlandse zaken (AFET) en Begroting (BUDG) zijn aangewezen als adviescommissies. De adviescommissies besloten geen advies uit te brengen.

Dit voorstel behoort tot de lijst van gemeenschappelijke wetgevingsprioriteiten van de drie EU-instellingen. Hiermee willen zij in 2022 aanzienlijke vooruitgang boeken.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 24 maart 2021 stuurde het parlement van Malta een briefPDF-document over het voorstel aan de Europese Commissie in het kader van de politieke dialoog.

Op 8 maart 2021 nam de Roemeense Senaat een standpuntPDF-document in over de voorstellen in het migratie- en asielpact. De Senaat heeft opmerkingen over verplichte herlocatie, quota's op basis van populatie en BBP en verplichte grensprocedures.

Op 5 maart 2021 nam het Griekse parlement een standpuntPDF-document in over de voorstellen in het migratie- en asielpact.

De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsbezwaar is 20 januari 2021.

Op 19 januari 2021 heeft de commissie voor Europese Zaken van de Italiaanse Senaat een gemotiveerd advies aangenomen.

Op 16 december 2020 heeft het Nationale Assemblée van Hongarije een resolutie aangenomen inzake een subsidiariteitsbezwaar op het Migratie- en Asielpact. Samengevat ziet zij 4 bezwaren:

  • De bevoegdheden van de lidstaten worden beperkt door de solidariteitsbijdrage te berekenen op basis van een kunstmatige verdeelsleutel, die zich (deels) beperkt tot herplaatsing en hulp bij terugkeer.
  • Het pact houdt geen rekening met de nationale identiteiten en constitutionele tradities van de lidstaten.
  • De alomvattende benadering van het pact pleit voor de beginselen van solidariteit en een eerlijke verdeling van verantwoordelijkheid, maar de geografische, economische en demografische omstandigheden van de lidstaten worden minder erkend.
  • Het pact beperkt ook de bevoegdheid van de lidstaten inzake beslissingen over asielprocedures en verblijfsvergunningen.

Op 9 december 2020 heeft de Spaanse Cortes Generales een resolutie aangenomen waarin wordt aangegeven dat het voorstel in lijn is met het subsidiariteitsbeginsel.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen